direct naar inhoud van 4.7 Bodem
Plan: Zoeterwoude, Sportcomplex Meerburgerpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00005-VAS1

4.7 Bodem

Normstelling en beleid

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie.

De provincie Zuid-Holland hanteert bij de beoordeling van bestemmingsplannen de richtlijn dat voorafgaand aan de vaststelling van een bestemmingsplan ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, wordt verricht op alle bestemmingen waar een herinrichting wordt voorzien. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Onderzoek

Uit informatie van de milieudienst die is opgevraagd en uit het bodemonderzoek dat in het verleden door Oranjewoud is uitgevoerd komt naar voren dat er ter plaatse van het plangebied geen sprake is van mogelijke bodemverontreinigingen6. Er zijn geen locaties bekend waar in het verleden ondergrondse tanks aanwezig waren. De locatie is geschikt voor de beoogde nieuwe functies.

Op basis van het bestand met historisch potentieel bodemverontreinigende activiteiten van de milieudienst zijn vier locaties met slootdempingen bekend. De bodem ter plaatse van deze dempingen is verdacht (mogelijk ernstig verontreinigd) vanwege het toegepaste dempingmateriaal. Bij de herinrichting van het gebied dient op de betreffende locaties nader onderzoek te worden verricht.

Conclusie

Het aspect bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. Uit het verkennend bodemonderzoek volgt dat er geen sprake is van mogelijke bodemverontreinigingen. Er dient enkel rekening te worden gehouden met een viertal slootdempingen. Op deze 4 locaties dient voorafgaand aan de werkzaamheden in of op de bodem nader onderzoek te worden uitgevoerd.