direct naar inhoud van 3.2 PROVINCIAAL BELEID
Plan: Oosthoek 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00009-ONT2

3.2 PROVINCIAAL BELEID

3.2.1 TRANSFORMATIEVISIE 2020; FOCUS OUDE RIJN

De Transformatievisie 2020 heeft betrekking op de Oude Rijnzone, één van de transformatiegebieden in het Groene Hart. Het doel van de transformatie is de ruimtelijke kwaliteit van het Groene Hart te verbeteren. Dit gebied is op sommige plaatsen rommelig en er ontbreken ecologische en recreatieve verbindingen met de achterliggende kerngebieden. Anders dan in veel andere gebieden kunnen er in de Oude Rijnzone woningen en bedrijven komen. Dit is nodig om het Groene Hart vitaal en leefbaar te houden. Doel van de transformatievisie is dan ook om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te verbeteren door herstructurering, het creëren van een hoogwaardige en duurzame omgeving en het realiseren van ecologische en recreatieve verbindingszones.

In de transformatievisie worden vier deelgebieden onderscheiden:

  • het gebied tussen Zoeterwoude en Hazerswoude-Rijndijk;
  • het gebied tussen Rijnwoude en Alphen-West;
  • het gebied tussen Alphen en Bodegraven;
  • het gebied tussen Bodegraven en Nieuwerbrug tot aan de provinciegrens.

Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt in het eerste deelgebied. Met betrekking tot het plangebied wordt hierin opgemerkt dat de stuurgroep een kwaliteitsverbetering van de zuidoever van de Oude Rijn beoogt tussen het Oosthoekterrein en Nieuw Werklust, waarbij de Rijneke Boulevard wordt betrokken. Het verbeteren van de zichtrelatie met de Oude Rijn is hierbij een belangrijk doel.

3.2.2 VISIE OP ZUID-HOLLAND

De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda). Visie op Zuid-Holland is op 2 juli 2010 vastgesteld en is in de plaats gekomen van de verschillende Streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.

3.2.2.1 PROVINCIALE STRUCTUURVISIE

In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Provinciale Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie.

De provincie Zuid-Holland stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.’

De kern van de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van het leven en een sterke economische concurrentiepositie. De Provinciale Structuurvisie is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven:

  • Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • Divers en samenhangend stedelijk landschap;
  • Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • Stad en land verbonden.

De integrale hoofdopgaven zijn doorvertaald naar provinciale belangen.

Provinciale belangen

In de structuurvisie zijn de provinciale belangen opgesomd. De volgende provinciale belangen hebben ook betrekking op de ontwikkelingen binnen het plangebied Oosthoek 2012:

  • Verbeteren van de waterveiligheid.
  • Versterken stedelijk netwerk.
  • Optimaal benutten van bestaande ruimte voor economische clusters.

Op deze provinciale belangen wordt hierna verder ingegaan.

Verbeteren van de waterveiligheid

Bij het provinciaal belang ’Verbeteren van de waterveiligheid’ horen de volgende ambities die zijn uitgewerkt in het Provinciaal Waterplan:

  • Versterken van de primaire keringen langs de kust en langs de rivieren, met behoud van de ruimtelijke kwaliteit.
  • Versterken van de regionale keringen met behoud of verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
  • Zorgen voor mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen in buitendijkse gebieden met behoud van veiligheid tegen overstromingen.
  • Zorgen voor mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen in kwetsbare binnendijkse gebieden met behoud van veiligheid tegen overstromingen.


Zuid-Holland wil de toekomstige overstromingsrisico’s verkleinen. Sterkere keringen, aanpassingen in ruimtegebruik en omgaan met de overstromingsrisico’s vormen de leidraad voor het provinciale waterveiligheidsbeleid. Versterking van de primaire en regionale waterkeringen, bescherming van kwetsbare (buitendijkse) gebieden en crisisbeheersing / calamiteitenzorg zijn de belangrijkste onderdelen van het provinciale waterveiligheidsbeleid.

In de verordening zijn daarom regels gesteld ter bescherming van de waterkeringen. Op een kaart bij deze verordening zijn de primaire en regionale waterkeringen weergegeven.

Versterken stedelijk netwerk

Versterking van het stedelijk netwerk gaat uit van het intensief benutten van ruimte in bestaand bebouwd gebied door het ruimtegebruik op locaties en infrastructuur beter te benutten. Het provinciaal belang richt zich hierbij onder andere op het versterken van de stedelijke detailhandelsstructuur.

De provincie Zuid-Holland wil de bestaande detailhandelsstructuur versterken, vooral in de stedelijke centra, stadsdeel- en wijkcentra. Nieuwe mogelijkheden voor detailhandel en vrije tijd ziet de provincie ook rond openbaar vervoerknooppunten, inclusief de nieuwe Stedenbaanlocaties. Dit betekent een beperking van toelaatbare branches op perifere locaties. De provincie zet het huidige detailhandelsbeleid voort, zoals neergelegd in de Provinciale Structuurvisie Detailhandel 2007. Veel van de huidige grootschalige detailhandel is gevestigd op bedrijventerreinen. Vanuit het beleid om dit areaal juist voor reguliere bedrijven te behouden, wordt de uitbreiding van de perifere detailhandel terughoudend benaderd. Een beperkt aantal locaties, zoals de Rijneke Boulevard, is om die reden aangewezen als opvanglocatie voor perifere detailhandel.


Optimaal benutten van bestaande ruimte voor economische clusters

In Zuid-Holland moet voldoende aanbod van bedrijventerreinen binnen het stedelijk netwerk beschikbaar zijn. Het aanbod is afgestemd op de behoefte en dient ter versterking van de internationale concurrentiepositie van Zuid-Holland.

Voor een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsmilieu is de beschikbaarheid van een op de vraag afgestemd areaal bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde. Behoud van (binnenstedelijke) bedrijvigheid staat voorop, al dan niet gelegen op bedrijventerreinen. De afstemming tussen vraag en aanbod vindt plaats door intensiveren, innoveren en herstructureren van bestaande en geplande bedrijventerreinen. Pas in laatste instantie komt uitbreiden op eventuele nieuwe locaties aan de orde.

Natte bedrijventerreinen hebben in de structuurvisie een aparte status gekregen. Het aantal bedrijventerreinen dat is gelegen aan geschikt vaarwater is beperkt en staat onder druk van transformatie naar woningbouw. Toch is er in Zuid-Holland een vrij constante vraag naar watergebonden bedrijventerreinen. De huidige omvang natte bedrijventerreinen moet in principe worden gehandhaafd.

3.2.2.2 VERORDENING RUIMTE

Om het provinciaal ruimtelijk beleid uit te voeren heeft de provincie verschillende instrumenten, waarvan een verordening er één is. De Verordening Ruimte stelt regels aan gemeentelijke bestemmingsplannen. Niet alle onderwerpen zijn geschikt voor opname in een verordening. In het algemeen lenen vooral onderwerpen met heldere criteria, weinig gemeentelijke beleidsvrijheid en een zwaarwegend provinciaal belang zich hiervoor. De provincie heeft in de Verordening Ruimte daarom regels opgenomen over bebouwingscontouren, agrarische bedrijven, kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel, waterkeringen, milieuzoneringen, lucht- en helihavens, molen - en landgoedbiotopen.

Hierna wordt ingegaan op de regels uit de provinciale verordening die van toepassing zijn op het bestemmingsplan Oosthoek 2012.

Bedrijventerrein

In de verordening is het plangebied aangewezen als bedrijventerrein. Binnen het plangebied is het niet toegestaan om nieuwe bedrijfswoningen mogelijk te maken. Daarnaast is bepaald dat nieuwe bestemmingsplannen bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, passend bij de omgeving van het bedrijventerrein, mogelijk moeten maken. Hierbij moet rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die mogelijk zijn op grond van een onherroepelijk bestemmingsplan of de provinciale structuurvisie.

Detailhandel

De algemene regel is dat buiten bestaande winkelcentra geen nieuwe detailhandel is toegestaan. Het gebied is aangewezen als opvanglocatie voor perifere detailhandel. Dit betekent dat in uitzondering op de algemene regel de volgende perifere detailhandel is toegestaan:

  • detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  • detailhandel in zeer volumineuze goederen: auto's, motoren, boten, caravans, keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen;
  • tuincentra;
  • bouwmarkten;
  • grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een bruto vloeroppervlak van minimaal 1.000 m2.

De oppervlakte van deze winkelvoorzieningen mag onder voorwaarden voor een deel voor de verkoop van nevenassortiment worden gebruikt.

Waterkering

Binnen het plangebied is een regionale waterkering aanwezig. Deze moet als zodanig worden bestemd, waarbij regels worden opgenomen voor onbelemmerde werking, instandhouding en onderhoud.

3.2.2.3 UITVOERINGSAGENDA

Het plangebied maakt onderdeel uit van de Oude Rijnzone, op de kaart met betrekking tot de uitvoeringsagenda aangeduid met "2". In het gebied Oude Rijnzone wordt ingezet op 4 thema's:

  • Herstructurering bedrijventerreinen en beperken nieuwe bedrijventerreinen;
  • Nieuw bedrijventerrein - Ontsluiting N11;
  • Woningbouw ten behoeve van RijnGouwelijn;
  • Openhouden landschap en aanleg recreatieve fietspaden.

Van deze thema's speelt alleen het thema herstructurering binnen het plangebied. Doelstelling is voor dit gebied dat het bedrijventerrein ook in de toekomst geëxploiteerd kan blijven worden. Hiermee wordt leegstand voorkomen en daarmee ook de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0638.BP00009-ONT2_0013.jpg"

Afbeelding 12: Overzicht selectie programma’s en projecten Holland-Rijnland (Bron: www.zuid-holland.nl)