Plan: | Oosthoek 2012 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00009-ONT2 |
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) schrijft voor dat het met betrekking tot de externe veiligheid in het kader van het bestemmingsplan noodzakelijk is inzicht te hebben in de risico's die veroorzaakt worden door het productie, opslag en transport van gevaarlijke stoffen. De risico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden en het groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon dodelijk getroffen wordt door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom de inrichting. De grenswaarde voor het PR is gesteld op een niveau van 10-6 per jaar. De norm 10-6 per jaar betekent dat de kans op een dodelijke situatie door een ongeval met gevaarlijke stoffen op een te bebouwen plek maximaal één op de miljoen per jaar mag zijn. Binnen de PR 10-6 contour mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn. Voor beperkt kwetsbare objecten is deze waarde een richtwaarde. In nieuwe situaties kan hiervan alleen om gewichtige redenen worden afgeweken.
Kwetsbaar object: woningen en andere objecten waar zich gedurende een groot deel van de dag grote groepen mensen bevinden of een deel van de dag kwetsbare groepen mensen bevinden)
Beperkt kwetsbaar object: verspreid liggende woningen, bedrijfsgebouwen, hotels, restaurants, kantoren en winkels voor zover deze objecten niet tot de kwetsbare objecten behoren.
Het groepsrisico (GR) drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van overlijdt als gevolg van een ongeval, waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het groepsrisico wordt vergeleken met de oriëntatiewaarde. Bij inrichtingen is de oriëntatiewaarde: de kans op een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers van 10-5 per jaar, de kans op een ongeval met 100 dodelijke slachtoffers van 10-7 per jaar, de kans op 1000 of meer dodelijke slachtoffers van 10-9 per jaar. De oriëntatiewaarde ligt voor het transport van gevaarlijke stoffen en buisleidingen een factor 10 lager dan voor inrichtingen. Voor het groepsrisico geldt de verantwoordingsplicht. Deze is erop gericht om een weloverwogen afweging te maken over de risico's in relatie tot de (ruimtelijke) ontwikkelingen in het plangebied.
Vanaf 1 januari 2011 regelt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), met de bijbehorende regeling, de externe veiligheid rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. Het Bevb sluit zoveel mogelijk aan bij het Bevi.
Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg geldt de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs). De Circulaire sluit aan bij het Bevi.
Inrichtingen
Binnen het plangebied bevinden zich geen Bevi-inrichtingen. Ook zijn er binnen het plangebied geen kwetsbare objecten aanwezig en liggen er over het gebied geen PR grenswaarde contouren van inrichtingen die buiten het plangebied liggen.
Naast het plangebied is de Heineken brouwerij. De PR 10-6 contour ligt binnen de inrichtingsgrenzen. Het effectgebied van Heineken reikt tot maximaal 425 meter vanaf de grootste risicobron (de centrale koeling) op het Heinekenterrein.
Een deel van het plangebied ligt in het effectgebied van Heineken. Heineken veroorzaakt nu geen groepsrisico. Het is de bedoeling het gebied westelijk van de insteekhaven te wijzigen (via art 3.6). Dit gedeelte van BP Oosthoek ligt juist buiten het effectgebied van Heineken. BP Oosthoek heeft dus geen effect op de hoogte van het GR. Een GR verantwoording is niet nodig.
Buisleidingen
In het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig waarvan de contour voor de PR grenswaarde over het gebied ligt. In de directe nabijheid aan de zuidkant van de Hoge Rijndijk is een hogedruk aardgasleiding aanwezig. De PR grenswaarde contour van deze leiding ligt op de leiding. Een deel van het plangebied ligt in het effectgebied van de gasleiding (zie afbeelding 13).
Afbeelding 13: Uitsnede risicokaart Nederland (Bron: www.risicokaart.nl)
Het is de bedoeling het gebied westelijk van de insteekhaven te wijzigen (via art 3.6). De Gasunie heeft in 2009 naar aanleiding van eerdere nieuwbouwplannen van de gemeente Zoeterwoude een risicoberekening uitgevoerd (Risicoberekening gastransportleiding A-515-KR-001-2 t/m 003, EI 2009.M.0417, 27 mei 2009. NV Nederlandse Gasunie). Deze berekening is nog bruikbaar voor dit bestemmingsplan. Ten opzichte van de situatie van 2009 zijn er geen relevante verschillen. De bevolkingsgegevens verschillen zeer weinig, aan de gasleiding is niets veranderd.
Volgens de berekening van de Gasunie ligt de PR grenswaarde contour op de gasleiding. Binnen de 100% letaliteitscontour (60 meter van de leiding) is geen bebouwing aanwezig in het plangebied. Het groepsrisico voor het gehele effectgebied (1 % letali-teitscontour op 90 meter van de leiding) is kleiner dan 0,000001. Aangezien aan de bevolkingsdichtheid weinig veranderd, kan er van worden uitgegaan dat ook in de nieuwe situatie het groepsrisico zeer ruim onder de oriëntatiewaarde blijft en kleiner is dan 0,01 maal de oriëntatiewaarde. Volgens de Omgevingsvisie externe veiligheid van de regio Holland Rijnland zijn ontwikkelingen waarbij het groepsrisico kleiner is dan 0,01 zonder meer toegestaan en zijn aanvullende risicoreducerende maatregelen niet nodig. Een uitgebreide groepsrisicoverantwoording is daarom niet nodig.
Transport gevaarlijke stoffen over de weg
BP Oosthoek ligt op circa 1 km van de N11 en op circa 1 km van de A4. Over beide wegen worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. BP Oosthoek lig buiten de contour van de PR grenswaarde van de beide wegen.
N11
Over de N11 worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en toxische vloeistoffen van resp. de categorieën LF1, LF2, GF3, LT1 en LT2 getransporteerd. Het grootste effectgebied is van de LT2 toxische vloeistoffen en bedraagt 900 meter vanaf de N11. Het plangebied ligt dus buiten het effectgebied van de N11.
A4
Over de A4 worden brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en toxische vloeistoffen van resp. de categorieën LF1, LF2, GF3, LT1, LT2 en LT3 getransporteerd. Het grootste effectgebied is van de LT3 toxische vloeistoffen en bedraagt meer dan 4 km meter vanaf de A4. Het plangebied ligt dus in het effectgebied van een calamiteit op de A4 met LT3 toxische vloeistoffen. Toxische stoffen dragen weinig bij aan de hoogte van het groepsrisico (Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, paragraaf 6.1.3). Het vrijkomen van toxische stoffen kan wel een effect hebben in het plangebied.
Om de effecten een calamiteit op de A4 met toxische vloeistoffen te beperken, moeten de aanwezige personen tijdig gewaarschuwd worden. Personen moeten binnen blijven schuilen en ramen en deuren sluiten, ventilatiesystemen moeten afgesloten worden.
Conclusie
De aanwezigheid van Bevi inrichtingen is geen beletsel. Transport van gevaarlijke stoffen over de weg en via buisleidingen is dat ook niet en het groepsrisico binnen het bestemmingsplan Oosthoek 2012 is acceptabel.
De gemeente is verplicht om advies te vragen aan de Veiligheidsregio Hollands Midden (art 12, lid Bevb). Het voorontwerp is daarom voorgelegd aan de Veiligheidsregio.