Plan: | De Nieuwe Uithof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00019-VAS1 |
het bestemmingsplan 'De Nieuwe Uithof' van de gemeente Zoeterwoude.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0638.BP00019-VAS1 met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen interne adviseur op het gebied van milieuhygiëne.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen interne adviseur op het gebied van natuur en landschap.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een door het bevoegd gezag aan te wijzen interne adviseur inzake landbouw en tuinbouw.
een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven of dan wel op het verwerken, het opslaan en/of verhandelen van dieren of producten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.
agrarisch beheer met inachtneming van het behouden van natuur- en landschapwaarden, zoals weidevogelbeheer, randenbeheer, slootkantenbeheer en dergelijke.
specialisatie voor agrarische bedrijven waarbij agrarische producten op een originele of traditionele manier worden bewerkt zoals imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij en dergelijke.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen interne adviseur inzake archeologie.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
in het kader van duurzaam waterbeheer, tegen betaling toestaan van het onder water laten lopen van land als calamiteitenberging.
of klompengolf is een vorm van buitensport die gespeeld wordt in het polderlandschap zonder gebruikmaking van vaste voorzieningen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een tijdelijke opvangplaats voor huisdieren, waar het dier na verloop van tijd weer wordt opgehaald door de eigenaren, bijvoorbeeld na vakantie.
de ruimte tussen twee bebouwingscomplexen in een bebouwingslint waardoor een blik geboden wordt op de achterliggende open polders en de landschappelijke hoofdstructuur (dorpslint in open landschap) en het karakteristieke slotenpatroon kan worden waargenomen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
cultuurhistorisch waardevolle gebouwen welke opgenomen zijn op de Rijksmonumentenlijst of de gemeentelijke monumentenlijst.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, geen café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
naast de hoofdfunctie van een agrarisch bedrijf functionerende bedrijfstak, welke dient bij te dragen aan het inkomen van het agrarische bedrijf; ondergeschikt dient te zijn aan de agrarische hoofdfunctie van het bedrijf in inkomsten, oppervlakte en/of tijdsbesteding en verbonden dient te zijn aan het boerenland/boerenerf (erf en/of overige gronden).
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden, in combinatie met hiermee samenhangende ondergeschikte activiteiten zoals, het berijden van deze paarden door cliënten, het trainen van deze paarden en het houden van onderlinge wedstrijden.
dagrecreatieve activiteiten op agrarische gronden met vaste voorzieningen, zoals hindernisbanen en teambuilding.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" die van deze regels deel uitmaakt.
de nieuwe bestemming van het bouwperceel indien het aldaar gevestigde agrarische bedrijf opgeheven is.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor het behoud en de versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden, waarbij het open veenweidegebied met het karakteristieke slotenpatroon en waardevolle doorzichten behouden dient te worden;
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat wanneer er tegelijkertijd meerdere nevenfuncties ter plaatse van het bouwvlak plaatsvinden, een maximum van 500 m2 bebouwing geldt dat ten behoeve van deze nevenfuncties in gebruik mag zijn.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal | max. inhoud | max. oppervlak | max. bouwhoogte |
max. goothoogte |
|
bedrijfswoning | één | 700 m3 | 10 m | 4 m | |
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | 50 m2 | 4,5 m | 3 m | ||
bedrijfsgebouwen | binnen bouwvlak zonder beperking | 10 m | zie plankaart | ||
veldschuren | 10 m | ||||
windmolens voor waterbeheersing | 6 m | ||||
hooibergen | 15 m | ||||
erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - rondom paardenweides, paddocks en longeerplaatsen - overige plaatsen |
1 m 1,5 m 2 m |
||||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. erf- of terreinafscheidingen en windmolens) | 6 m |
De positionering van de gebouwen alsmede de inrichting van het terrein dienen overeen te komen met schetsvariant 3 'Stedenbouw en landschap primaat', zoals opgenomen in Bijlage 1.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 ten behoeve van de bouw van mestsilo's of (ruw)voeder- c.q. torensilo's, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van een of meer van de nevenfuncties, zoals bedoeld in artikel 1.44, welke in tabel 3.1 zijn aangegeven, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 3.1 Nevenfuncties ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij'
Nevenfunctie | passend/ toelaabaar | maximaal aantal m2 gronden exclusief bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m2 bebouwing in gebruik voor nevenfunctie |
Agrarisch verwante bedrijfsactiviteiten | |||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | O | - | 400 m2 |
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden, fouragehandel, paardenhandel | O | - | 300 m2 |
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | |||
opslag en stalling van niet-agrarische producten in bestaande gebouwen | O | - | 400 m2 |
windenergie | Ø | - | - |
recreatieve functies/ agrotoerisme | |||
kinderboerderij | O | - | 300 m2 |
manege | Ø | ||
kano-, (roei- of elektrische) bootverhuur tot max. 30 stuks | O | - | 200 m2 |
fietsen- of huifkarrenverhuur | O | - | 200 m2 |
kampeerboerderij | O | - | 300 m2 |
kleinschalig kamperen | O | 3.000 m2 | 150 m2 |
excursiebedrijf | O | - | 150 m2 |
boerengolf | O | gehele boerenland | 150 m2 |
poldersport/survivalactiviteiten | Ø | - | |
overige dienstverlening | |||
sociale functie (zoals resocialisatie, therapie) | O | - | 300 m2 |
kinderopvang | O | - | 300 m2 |
zorgboerderij | O | - | 300 m2 |
museum/tentoonstellingsruimte | O | - | 200 m2 |
dierenpension, hondenfokkerij | Ø | - | - |
O = via omgevingsvergunning onder voorwaarden toegestaan
Ø = niet toegestaan
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de categoriën nevenfuncties zoals genoemd in tabel 3.1, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge tabel 3.1 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3.6.1.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod zoals genoemd in artikel 3.7.1 is niet van toepassing:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarde' niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Om te bepalen of wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3.7.3 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de adviseur inzake natuur en landschap, alvorens een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden wordt verleend.
Overtreding van het verbod van artikel 3.7.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 Wro, de grootte van het bouwvlak wijzigen ten behoeve van het uitoefenen van een of meerdere nevenfuncties, zoals bedoeld in artikel 1.44, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 Wro, de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' wijzigen in de bestemming 'Verkeer', ten behoeve van de realisatie van nieuwe recreatieve wandel- en fietsverbindingen en ruiterpaden, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 Wro, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van de ter plaatse gevestigde paardenhouderij, de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie, zoals bedoeld in artikel 1.51, welke in tabel 3.2 zijn aangegeven, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 3.2 Vervolgfuncties ter plaatse van vrijkomende bestemming
Vervolgfuncties | passend/toelaatbaar in zone |
woonfuncties | |
wonen/hobbyboer | W |
agrarisch verwante bedrijfsactiviteiten | |
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W |
veearts/hoefsmederij | W |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | W |
agrarisch loonbedrijf | Ø |
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | |
opslag en stalling van niet-agrarische producten (bijvoorbeeld boten, caravans) in categorie A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals bijgevoegd in Bijlage 3, in de bestaande bebouwing | W |
kleinschalige en ambachtelijke bedrijven in de categorieën A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (Bijlage 3) | W |
recreatieve functies | |
manege | W |
dagreacreatie incl. kleinschalige horecagelegenheid zonder verblijf | W |
horecagelegenheid | W |
bed & breakfast | W |
kampeerboerderij | Ø |
kleinschalig kamperen | W |
overige dienstverlening | |
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W |
zorgboerderij | W |
museum/tentoonstellingsruimte | W |
dierenpension/hondenfokkerij | Ø |
W = na planwijziging toegestaan
Ø = niet toegestaan
Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 Wro, een planwijziging toepassen van de categorieën vervolgfuncties zoals genoemd in tabel 3.2, teneinde vervolgfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge tabel 3.2 toelaatbare vervolgfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3.8.3.
Alvorens omtrent toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.8.3 van dit artikel te beslissen, kan het bevoegd gezag schriftelijk advies inwinnen bij de agrarische deskundige met betrekking tot de vraag of sprake is van een opgeheven paardenhouderij en – ingeval van vestiging van een agrarisch hulp- en nevenbedrijf – bij de:
De voor 'Waarde - Archeologie – Hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 4.3.1 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie - Gematigde verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het verbod zoals bedoeld in artikel 5.3.1 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Tabel 6.1 Contouren geluidsbelasting ( 4,5 m maatgevende hoogte)
Wegvak | afstand 48 dB-contour1 | afstand 53 dB-contour1 | afstand 58 dB-contour1 |
A4 | 1.280 m | 736 m | 378 m |
N11 | 595 m | 294 m | 144 m |
Ommedijkseweg | 100 m | 45 m | 21 m |
1) alle waarden met aftrek volgens artikel 110g Wgh.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
Molenbiotoop
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone-molenbiotoop" de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de regels voor:
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot.
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen naar de bestemming Natuur ten behoeve van de realisatie van een natuurgebied, indien het besluit tot planwijziging niet eerder is genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen aan een terreinbeherende instantie.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan De Nieuwe Uithof'.