Type plan: tijdelijke ontheffing buitenplans
Naam van het plan: Weilanddepot Weipoortseweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0638.TO00002-VAS1

Artikel 1 tijdelijke ontheffing en aanlegvergunning

Nummer PC/11-158
Burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;
gezien de aanvraag om aanlegvergunning voor drie weilanddepots (verder weilanddepot), ontvangen 19 juli 2010, registratienummer 2704, op percelen kadastraal bekend ZTW01G167, ZTW01G180 en ZTW01G181 aan de Weipoortseweg alhier;
overwegende dat onderhavige gronden gelegen zijn binnen het bestemmingsplan Landelijk Gebied, vastgesteld 18 februari 2010;
dat de gronden in het bestemmingsplan Landelijk Gebied de bestemming Agrarisch met Waarden - Natuur en Landschapwaarden (AW-NL) hebben;
dat de gronden conform artikel 4 bestemd zijn voor grondgebonden veehouderijbedrijven en het behoud en de versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden, waarbij het open veenweidegebied met het karakteristieke slotenpatroon en waardevolle doorzichten behouden dient te worden; alsmede voor, voor zover op deze gronden van toepassing:
  • ambachtelijke zuivelverwerking als volwaardig onderdeel van de agrarische bedrijfsvoering;
  • wandel- en fietsverbindingen en ruiterpaden;
  • agrarisch natuur- en landschapsbeheer;
  • blauwe diensten;
dat de werkzaamheden zoals deze in de aanvraag omschreven zijn, conform artikel 4.6 verboden zijn op onderhavige gronden uit te voeren zonder schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders;
dat op grond van artikel 26.1 van het bestemmingsplan het verboden is gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige regels;
dat op grond van artikel 3.5.1 Bro een aanvraag om een aanlegvergunning die slechts kan worden ingewilligd na verlening van ontheffing als bedoeld in artikel 3.22 of 3.23 van de Wro wordt geacht mede een verzoek in te houden om zodanige ontheffing;
dat op grond van artikel 3.22 Wro burgemeester en wethouders, met het oog op de voorzieningen in een tijdelijke behoefte, voor bepaalde termijn ontheffing kunnen verlenen van het bestemmingsplan;
dat deze termijn ten hoogste vijf jaar kan belopen, en aan de ontheffing voorschriften kunnen worden verbonden;
voorts overwegende dat het Hoogheemraadschap van Rijnland voor de opgave staat in en om Zoeterwoude ca 490.000m3 baggerspecie (kwaliteit 0/1/2) te baggeren;
dat de uitvoering van baggerwerkzaamheden een kerntaak is van het hoogheemraadschap;
dat het baggeren van watergangen een cyclische bezigheid is, en dat als gevolg daarvan de werkzaamheden van tijdelijke aard zijn, en derhalve behoefte aan locaties voor het laten rijpen van bagger tevens een tijdelijke is;
dat het Hoogheemraadschap heeft aangegeven circa eens in de drie à vier jaar een weilanddepot van beperkte capaciteit te willen inrichten;
dat het beleid van het Hoogheemraadschap erop gericht is zoveel mogelijk baggerspecie nuttig toe passen;
dat door middel van weilanddepots de bagger, na rijping, gebruikt wordt voor het ophogen van het betreffende perceel en derhalve nuttig wordt toegepast;
dat het gemeentelijk beleid, zoals onder meer verwoord in de structuurvisie buitengebied, er op gericht is de landschappelijke en cultuurhistorische waarden te beschermen;
dat deze waarden zich kenmerken door openheid, karakteristieke kavelstructuur en primair agrarisch gebruik;
dat het oprichten en gebruiken van een weilanddepot de eerder genoemde waarden van de gronden ernstig aantast;
dat wij op 27 april 2010 het beleid Maaiveldaanpassingen Zoeterwoude hebben vastgesteld;
dat het hoogheemraadschap bij de selectie van onderhavige gronden nadrukkelijk rekening heeft gehouden met de uitgangspunten van bovengenoemd beleid;
dat de afgelopen tien jaar geen vergunning is verleend voor het ophogen van onderhavige gronden;
dat het hoogheemraadschap met de eigenaar afspraken heeft gemaakt over het gebruik van de gronden;
dat het hoogheemraadschap middels de aanvraag en nadere afspraken heeft bevestigd dat de aanvraag het volgende betreft: 
  • het depot wordt 1 maal gevuld;
  • het depot zal worden gevuld met bagger die met behulp van een zuiger en een pijpleiding in het depot gespoten wordt;
  • er wordt geen grond aan- of afgevoerd;
  • de bagger wordt gedurende het rijpingsproces niet omgezet of anderszins bewerkt, doch indien noodzakelijk slechts met een cultivator bewerkt;
dat de wegen in het buitengebied van Zoeterwoude, met name ook de Weipoortseweg, kwetsbaar zijn;
dat veel wegen in het buitengebied een aslast- en breedtebeperking kennen;
dat doordat de bagger het weilanddepot ingespoten wordt de belasting op het wegennet van de gemeente tot een minimum beperkt zal worden;
dat de Milieudienst West-Holland op 10 december 2010 een advies heeft uitgebracht (kenmerk: 2010014008);
dat er vanuit milieuoogpunt geen belemmering is voor het oprichten van het weilanddepot;
dat de voorwaarden die in het advies zijn genoemd zijn overgenomen in onderhavig besluit;
dat de adviseur inzake Natuur- en Landschap op 8 december advies heeft uitgebracht (kenmerk: LG/10-576) ex artikel 4.6.4 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied;
dat geadviseerd wordt slechts onder strikte voorwaarden ontheffing en aanlegvergunning te verlenen ten behoeve van de realisatie van een weilanddepot;
dat de voorwaarden die in het advies zijn genoemd zijn overgenomen in onderhavig besluit;
dat het ontwerp van onderhavig besluit overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met ingang van 9 december 2010 zes weken ter inzage heeft gelegen, gedurende welke termijn een ieder in de gelegenheid is gesteld, schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerp naar voren te brengen;
dat van deze gelegenheid geen gebruik is gemaakt;
dat het college op basis van het vorenstaande van mening is dat er geen beletsel bestaat voor het verlenen van medewerking aan de aanvraag;
gelet op artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening,
besluiten:
  1. Met toepassing van artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening tijdelijke ontheffing te verlenen van de gebruiksvoorschriften ex artikel 26.1 van Bestemmingsplan Landelijk Gebied aan het Hoogheemraadschap van Rijnland, ten behoeve van de aanleg van een tijdelijk weilanddepot op de gronden zoals aangegeven op de verbeelding NL.IMRO.0638.TO00002-VAS1.
  2. Aan de onder 1 bedoelde ontheffing de volgende voorschriften te verbinden:
  • De ontheffing is geldig tot en met 1 januari 2013;
  • Gedurende de periode van rijping blijven de beperkingen ten aanzien van het uitvoeren van niet-agrarische werkzaamheden zoals die voorvloeien uit de regels van het vigerend bestemmingsplan onverkort van kracht;
  • Na afloop van de tijdelijke ontheffing dient het gebruik van de gronden in overeenstemming te worden gebracht met het dan vigerende bestemmingsplan;       
  • Indien de noodzakelijkheid is aangetoond kan het College van burgemeester en wethouders besluiten de ontheffing eenmalig te verlengen tot een maximum termijn van vijf jaar gerekend vanaf de datum waarop het oorspronkelijke besluit in werking is getreden;
  1. Op basis van artikel 4.6 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied een aanlegvergunning te verlenen aan het Hoogheemraadschap van Rijnland ten behoeve van de aanleg van een weilanddepot op de percelen kadastraal bekend ZTW01G167, ZTW01G180 en ZTW01G181 gelegen aan de Weipoortseweg te Zoeterwoude;
  2. Aan de onder 3 bedoelde vergunning de volgende voorschriften/beperkingen te verbinden:
  • Er mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van de aanlegvergunning mits vergunninghouder in het bezit is van noodzakelijke overige vergunningen;
  • Het depot dient te voldoen aan het Activiteitenbesluit;
  • De geldigheidsduur van de aanlegvergunning is gelijk aan die van onder 1 bedoelde tijdelijke ontheffing;
  • De werkzaamheden dienen plaats te vinden buiten het broedseizoen;
  • De zorgplicht vanuit de Flora- en Fauna wet dient in acht te worden genomen;
  • De percelen dienen na afloop van de onder 1 bedoelde ontheffing teruggebracht te worden in oorspronkelijke staat conform de vigerende bestemming, te weten ‘Agrarisch met Waarden – Natuur en Landschapwaarden’ (AW-NL)
  • De percelen mogen uiteindelijk (na inklinken) maximaal 30 centimeter opgehoogd zijn, waarbij de randen geleidelijk dienen af te lopen;
  • Landschapselementen zoals kavelstructuren met bijbehorende slootpatronen en mogelijk aanwezige opgaande elementen dienen hersteld te worden;
  • Kreekruggen mogen niet uitgevlakt of afgegraven worden;
  • De percelen komen voor minimaal 10 jaar niet meer in aanmerking voor ophogen;
  • De baggerspecie moet vanuit een aangrenzende watergang komen;
  • De baggerspecie mag uitsluitend worden aangevoerd per persleiding (grove bestanddelen dienen vooraf verwijderd te worden);
  • Er mag geen grond naar de percelen worden aangevoerd;
  • Er mag geen grond en/of bagger van de percelen worden afgevoerd;
  • De vergunninghouder dient zorg te dragen voor een deugdelijke beveiliging en/of afscherming van het terrein;
  • Bij grondverzet of demping van watergangen moet worden gehandeld conform het Besluit Bodemkwaliteit;
  • De kwaliteit van de baggerspecie moet voldoen aan de msPAF;
  • bij grote omvang wordt compartimentering van het depot verlangd;
  • Het weilanddepot moet minimaal 5 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden gemeld worden bij de Milieudienst West-Holland.
  1. de onder 1 bedoelde ontheffing te voegen bij het bestemmingsplan;
  2. afschrift van dit besluit te zenden aan:
    1. Hoogheemraadschap van Rijnland, t.a.v. dhr ir E.F.C. Witteman, Postbus 156, 2300 AD Leiden
    2. Niebeek Milieumanagement BV, Fokkerstraat 5, 3833 LD Leusden
    3. P.J. de Jong, Weipoortseweg 98, 2381 NJ Zoeterwoude 
    4. Milieudienst West-Holland, Postbus 159, 2300 AD Leiden
    5. Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
    Zoeterwoude, 26 januari 2011
    namens burgemeester en wethouders van Zoeterwoude,
    afdelingshoofd Ruimtelijke Ontwikkeling,
     
     
     
    A.M. van Dijk
     
    Datum verzending:
    Voor uw bezwaar- en beroepsmogelijkheden: zie de bijlage.