direct naar inhoud van Artikel 3 Cultuur en ontspanning - Museum
Plan: Koppenhoefstraat 14
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP01Koppenhstr14-VST1

Artikel 3 Cultuur en ontspanning - Museum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning - Museum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een museum voor opstelling van klassieke en andere bijzondere auto's, motoren en tractoren;

met daaraan ondersteunend:

  • b. reparatie van klassieke en andere bijzondere auto's, motoren en tractoren, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.1;
  • c. stallingsruimte van klassieke en andere bijzondere auto's, motoren en tractoren, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.1;
  • d. horecavoorzieningen die ten dienste staan van de in 3.1 sub a genoemde doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in 3.4.1;
  • e. detailhandelvoorzieningen die ten dienste staan van de in 3.1 sub a genoemde doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in 3.4.1;
  • f. kantoren, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.1;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens voor een bedrijfswoning;
  • h. evenementen ten behoeve van de museumfunctie in gebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • i. een (dak)terras;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. wegen en paden;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. water;
  • n. parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag tot maximaal 5.770 m² bebouwd oppervlak worden gebouwd;
  • c. buiten het bouwvlak bedraagt het maximale verhardingspercentage van de gronden 36%;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan met een maximale inhoud van 750 m³, welke uitsluitend inpandig mag worden gerealiseerd;
  • f. ten behoeve van de bedrijfswoning zijn bijgebouwen toegestaan tot maximaal 100 m², met een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 5 meter;
  • g. in afwijking van het bepaalde in 3.2.1 onder a zijn buiten het bouwvlak kleine gebouwen, zoals een fietsenstalling, toegestaan, die ten dienste staan aan de in 3.1 genoemde bestemmingsomschrijving. Deze gebouwen zijn uitsluitend achter de voorgevelrooilijn toegestaan. De maximale oppervlakte van deze gebouwen bedraagt 25 m² (per gebouw) en de maximale hoogte 3 meter. Er zijn in totaal maximaal 3 kleine gebouwen buiten het bouwvlak toegestaan.
  • h. in afwijking van het bepaalde in sub e, is maximaal 1 gebouw voor de voorgevelrooilijn toegestaan, waarbij een minimale afstand van 20 meter tot aan de as van de weg aangehouden dient te worden.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. indien een bouwwerk, geen gebouw zijnde vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b en c;
  • b. de bouwhoogte van transparante erf- en terreinafscheidingen (zowel vóór als achter de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel) mag maximaal 2 m bedragen;
  • c. de maximale hoogte van een bij het dakterras (zowel vóór als achter de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel) behorende borstwering bedraagt 1,2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

3.3 Nadere eisen
3.3.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, bouwhoogte en de situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.

3.3.2 Afwegingskader

De in 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden;
  • c. ten behoeve van de milieusituatie;
  • d. ten behoeve van de verkeersveiligheid;
  • e. ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.3.3 Procedure

Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 10.1 van toepassing.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Ondersteunende nevenactiviteiten

Detailhandel, horeca, stallingsruimte, reparatie klassieke auto's en kantoren als ondersteunende nevenactiviteit, zoals bedoeld in 3.1 sub c, d en e zijn toegestaan met de volgende maximale oppervlakten:

  • a. horeca: 400 m² brutovloeroppervlak, met dien verstande dat terrassen hier niet onder begrepen zijn. Het dakterras bevindt zich uitsluitend op de eerste verdieping en bedraagt maximaal 80 m².
  • b. detailhandel: 200 m² winkelverkoopvloeroppervlak;
  • c. stallingsruimte: 1.000 m² brutovloeroppervlak;
  • d. reparatie klassieke auto's: 330 m² brutovloeroppervlak;
  • e. kantoren: 400 m² brutovloeroppervlak.

3.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. seksinrichtingen;
  • b. horeca, met uitzondering van ondersteunende horeca als bedoeld in 3.1 sub d en horeca onderdeel uitmakend van een evenement binnen gebouwen;
  • c. detailhandel, met uitzondering van ondersteunende detailhandel als bedoeld in 3.1 sub e en detailhandel onderdeel uitmakend van een evenement binnen gebouwen;
  • d. evenementen in tijdelijke tenten en in de open lucht.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Evenementen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 en 3.4.2 onder d voor het houden van een evenement in tijdelijke tenten en in de open lucht met dien verstande dat:

  • a. per jaar maximaal op 20 dagen één- of meerdaagse evenementen buiten de gebouwen mogen plaatsvinden, met dien verstande dat het is toegestaan het maximaal aantal dagen van 20 te middelen over meerdere jaren. Elke evenementendag geldt hierbij als 1 dag, ongeacht of sprake is van meerdaagse evenementen;
  • b. het geluidniveau van zonsopgang tot twee uur na zonsondergang maximaal 95 dB(A) mag bedragen en van twee uur na zonsondergang tot zonsopgang 70 dB(A), gemeten op het centrum van het terrein van Classic Park;
  • c. detailhandel en het verstrekken van dranken en etenswaren uitsluitend zijn toegestaan voor zover dat direct verband houdt met het evenement;
  • d. de bereikbaarheid, (verkeers-)veiligheid en voldoende parkeerplaatsen dient gewaarborgd te zijn.