Plan: | De Ruiting 3, 3A, 4, 4A, 5 en 7 |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0757.BP01RUITINGESCH-VOW1 |
het bestemmingsplan 'De Ruiting 3, 3A, 4, 4A, 5 en 7' met identificatienummer NL.IMRO.0757.BP01RUITINGESCH-VOW1 van de gemeente Boxtel;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen en vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem van belang zijn;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal vanuit een woning en/of daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner, waaronder niet begrepen het verstrekken van logies, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Onder bedrijf of beroep aan huis wordt tevens begrepen detailhandel via internet, zonder opslag en/of verkoop aan huis;
Het besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer);
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren alsmede het bewerken en verwerken van mest van het eigen agrarisch bedrijf;
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt en indien het een veehouderij betreft, het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie;
een agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het telen van gewassen in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn;
agrarisch bedrijf met een bedrijfvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkrundveehouderij;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde;
bed and breakfast is een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Bed and breakfast kan plaatsvinden binnen aangebouwde dan wel vrijstaande bijgebouwen en binnen (een gedeelte van) de woning. Een bed and breakfast accommodatie kan tevens beschikken over een eigen keuken;
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
bouwwerk, oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, plaats, inhoud, afstand, object, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
gebruik zoals dat rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een klein terras bedoeld voor passerende wandelaars en/of fietsers;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen van een woonwagenstandplaats;
de grens van een bouwvlak;
een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd, zulks met uitzondering van onderbouwen, kelders en kappen; de eerste bouwlaag is de bouwlaag op de begane grond;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen een internetwinkel en afhaalpunten;
vaak langgerekt gebied, waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden;
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, waterhuishouding, kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, mate van stilte, donkerte, openheid, landschapsstructuur en belevingswaarde;
beplanting rondom een gebouw en/of gebouwen;
georganiseerde activiteit die gedurende een korte periode relatief veel bezoekers trekt;
vorm van recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan en waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte. Onder extensief recreatief medegebruik wordt onder andere verstaan (sport)vissen, kanoën en daarmee gelijk te stellen activiteiten, zulks met uitsluiting van gemotoriseerd vaarverkeer;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
bruikbare oppervlakte van bebouwing en gronden, geschikt voor het beoogde gebruik, berekend op grond van NEN 2580;
multifunctionele gebruiksruimte, gelegen buiten bestaand stedelijk gebied;
woningen, woonwagenstandplaatsen, andere geluidgevoelige gebouwen zoals onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven en geluidsgevoelige terreinen zoals terreinen die horen bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
gebieden met een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water die overwegend grenzen aan het Natuur Netwerk Brabant en ecologische verbindingszone of die deze verbinden;
handleiding met lijsten met richtafstanden voor aan te houden afstanden tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen);
het houden van vee onder de grens van een inrichting zoals genoemd in de Wet milieubeheer;
een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als het belangrijkste valt aan te merken;
een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Vaak is een huishouden gebaseerd op bloedverwantschap en huwelijksverbinding of een met een huwelijksverbinding gelijk te stellen samenlevingsverband.
een gebouw, ten dienste van het landbouwperceel/landbouwkavel/landgoed, dat zowel qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebruik.
Het gaat hier onder meer om dierenverblijven, schuilhutten, schuilgelegenheden, kapschuren, melkschuren, hooimijten, etc.;
de verhuur van onzelfstandige woonruimten binnen een bestaand (woon)gebouw niet bestemd voor recreatieve bewoning;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
stuk grond, al dan niet met speciale voorzieningen, waarop men kan kamperen;
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;
kleinschalig recreatief nachtverblijf op gronden met een andere hoofdfunctie, met gebruikmaking van kampeermiddelen tot een in de regels aangegeven maximum aantal kampeermiddelen;
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha zonder een agrarische productiefunctie;
een boerderij die ontstaan is uit het type hallenhuis en behoort tot de hallenhuisgroep;
gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere voorzieningen en dienstverlening;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte voor personen jonger dan 65 jaar met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
natuurbeheerplan als bedoeld in artikel 1.2, eerste lid van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016;
Natuur Netwerk Brabant zoals bedoeld in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant van de provincie Noord-Brabant of haar rechtsopvolger;
vaak langgerekt gebied, waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden;
bouw van nieuwe bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de kwaliteit van een plek of gebied die bepaald wordt door een goed samenspel van herkomstwaarde, belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde;
geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;
functie die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdfunctie op een bouwvlak;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren. De ruimte voor ondersteunende horeca is inclusief een eventueel terras, toiletten en bereidingsruimte van de geserveerde consumpties.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een niet overdekt terrein ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
bewoning van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een voorziening waarbij in tijden van overvloedige neerslag, water dat niet afkomstig is van uit de grote rivieren, tijdelijk vastgehouden kan worden om wateroverlast op andere plaatsen te voorkomen;
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor een wijziging van het planologisch regime nodig is;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel of soortgelijke inrichting;
een zomerhuis in de vorm van een onderkomen op wielen, dat, mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op zelfstandige wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhanger van een auto te worden voortbewogen
gebied waarbinnen het oprichten van een dierenverblijf voor een hokdierhouderij is gekoppeld aan de sanering van een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij met als doel de regionale concentratie van vee te reguleren en verdere leegstand te voorkomen;
boog- en gaaskassen, hagelnetten, foliekassen, containervelden en overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten;
een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 meter);
teeltondersteunende voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt;
teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten;
een permanente (teelt)ondersteunende voorziening c.q. een bouwwerk in de vorm van stellages of regenkappen dan wel in de vorm van een hek met afrastering op boomteeltpercelen, waarmee dieren van die percelen geweerd kunnen worden;
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;
een vrij in het open veld staande schuur, die uitsluitend wordt gebruikt voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden;
mogelijk maken van een ruimtelijke ontwikkeling, die op grond van het geldende planologische regime niet is toegelaten, op een bestaand bouwperceel binnen het deel waar het oprichten van gebouwen is toegestaan;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
waterkering met aangrenzende gronden, die van belang zijn voor de beveiliging tegen overstroming en als zodanig zijn aangewezen in de Waterwet of de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant, alsmede de overige waterkeringen die dienen voor bescherming tegen wateroverlast vanuit het regionale watersysteem overeenkomstig de Keuren van de waterschappen;
het gehuisvest zijn of het huisvesten van personen in een woning/woonhuis
Een complex van ruimten dat dient voor de huisvesting van:
een gebouw waar psychogeriatrische zorg (voorzieningen) wordt aangeboden in de vorm van onzelfstandige bewoning;
een woonruimte met zorg, zonder eigen adres, die deel uitmaakt van een wooneenheid in een gebouw met één adres. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke en vaste zorgplaatsen. Onder tijdelijke zorgplaats wordt het volgende verstaan: zorgplaats ten behoeve van gebruikers voor een bepaalde periode en die hun hoofdverblijf elders hebben.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.
afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, gevelisolatie, reclameaanduidingen, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1 m.
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Geen gebouwen mogen worden gebouwd, met uitzondering van:
Geen bouwwerken zijn toegestaan, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in sublid 3.2.2, ten behoeve van het bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van de volgende regels:
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuureducatie en bijeenkomsten' gelden de navolgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Bos' of 'Natuur' ten behoeve behoud en/of herstel ontwikkeling van bos en/of natuur, indien:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen gebouwen gebouwd worden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van de gronden voor evenementen.
Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' gelden nadere eisen, zoals gesteld in artikel 16.3.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'landgoed' kunnen nadere eisen worden gesteld aan de ruimtelijke samenhang met zowel woningen met bijbehorende bebouwing en voorzieningen als de landschappelijke inpassing.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning en het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de navolgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Het in gebruik nemen van de horecagelegenheid ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is enkel toegestaan indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 16.3.
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering van bijgebouwen en overkappingen ter bevordering van een goede ruimtelijke inpassing in de omgeving.
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning aangemerkt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het gestelde in 8.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de recreatiewoning en/of bijgebouwen bij de recreatiewoning voor 'bed and breakfast' voorzieningen naast het verblijf in de recreatiewoning, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 onder a voor het bouwen van één woning meer dan ingevolge die bepaling is toegestaan, binnen een langgevelboerderij , met inachtneming van de volgende regels:
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - natuureducatie en bijeenkomsten' gelden de navolgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'bed and breakfast' gelden de navolgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken ten behoeve van aan huis verbonden bedrijven met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroep met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van een hoofdwaterleiding en daarbij behorende voorzieningen ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - water'.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwen met elk een oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 4 m.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De in lid 10.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leiding; zijn gewaarborgd.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de bij de beheerder van de betreffende leiding.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de ligging van de figuur 'hartlijn leiding - water' te wijzigen, mits de leidingbeheerder akkoord is.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door van een of meer bestemmingen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond tevens bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 meter worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 12.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het waterbergend vermogen van de gronden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, in eerste instantie bestemd voor waterkering, met daaraan ondergeschikt:
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de waterkering.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden kunnen door het bevoegd gezag nadere eisen gesteld worden aan het bouwen van bouwwerken. De regels van 'Keur Waterschap De Dommel 2015' of een daaropvolgende door Waterschap De Dommel vastgestelde regeling dienen te allen tijde in acht te worden genomen. Het is derhalve noodzakelijk Waterschap De Dommel te horen.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden kunnen door het bevoegd gezag nadere eisen gesteld worden aan het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. De regels van 'Keur Waterschap De Dommel 2015' of een daaropvolgende door Waterschap De Dommel vastgestelde regeling dienen te allen tijde in acht te worden genomen. Het is derhalve noodzakelijk Waterschap De Dommel te horen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Het in gebruik nemen van de horecagelegenheid zoals bedoeld in 7.2.2 onder e ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is enkel toegestaan indien:
Het in gebruik nemen van de tweede wooneenheid ter plaatse van het adres De Ruiting 7 is enkel toegestaan indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regionale waterberging' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van het gebied.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regionale waterberging' mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd indien de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m.
Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - regionale waterberging' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 17.1.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De in lid 17.1.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reservering waterberging' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in deze regels, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot de voorbereiding van de wijziging van het bestemmingsplan is Afdeling 3.4 (Openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels van het bestemmingsplan 'De Ruiting 3, 3A, 4, 4A, 5 en 7'