direct naar inhoud van 3.4 Bodem
Plan: Aanpassing aardgastransportleiding in Boxtel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP01gasleiding1-vst1

3.4 Bodem

Met betrekking tot de te verwachten milieuhygienische bodemkwaliteit ter plaatse van het tracé van de aan te leggen aardgastransportleiding is een vooronderzoek verricht. Dit vooronderzoek is in Bijlage 3 opgenomen. Het doel van het vooronderzoek is te bepalen of de locatie al dan niet verdacht is met betrekking tot het voorkomen van bodemverontreiniging. Het vooronderzoek wordt is uitgevoerd conform NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, en nader onderzoek, Nederlands Normalisatie-instituut, 2009). De conclusies van het vooronderzoek zijn als volgt:


Ter plaatse van het tracé van de gasleiding is een verdachte locatie aanwezig, namelijk ter plaatse van de voormalige bebouwing aan de Esschebaan. De gasleiding doorkruist deze locatie over een lengte van ca. 50 meter. In verband met de vermoedelijke sloop van de gebouwen is de locatie verdacht op bodemverontreiniging en op asbest. Geadviseerd wordt om ter plaatse een verkennend bodem en asbestonderzoek uit te voeren. De benodigde onderzoeken kunnen in een latere fase uitgevoerd worden, maar wel voor aanvang van de graafwerkzaamheden. Het milieutechnisch bodemonderzoek kan verder gecombineerd worden met het cultuurtechnisch bodemonderzoek voor het tracé.


De ligging van de voormalige stortplaats Tongeren heeft geen invloed op de voorgenomen aanleg van de leiding. De stortplaats zou gelegen zijn op een afstand van 25 meter ten oosten. Tijdens de verschillende NAVOS onderzoeken is er niet aangetoond dat er daadwerkelijk stortmateriaal aanwezig is, en zijn geen van de omgeving afwijkende gehalten en/of concentraties in grond en grondwater aangetoond. Er zijn derhalve geen risico's te verwachten.


Ter plaatse van de spoorwegovergang Kapelweg is in het verleden een sanering uitgevoerd naar aanleiding van een ongewoon voorval met motorolie. Gezien het feit dat de sanering is afgerond, een evaluatierapport aanwezig is en de locatie is gelegen op circa 20 meter afstand van het toekomstige tracé van de gasleiding, is er geen aanleiding om risico's te verwachten.


Het overige terrein wordt aangemerkt als onverdacht terrein voor het voorkomen van bodemverontreiniging en behoeft in het kader van de aanleg van de gasleiding niet verder onderzocht te worden, indien er alleen sprake is van tijdelijke uitname van grond. Indien er grond van de locatie vrijkomt is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing, en moet op basis van partijkeuringen conform het protocol BRL SIKB 1000 de milieukundige kwaliteit van de vrijkomende grond alsnog worden onderzocht.