Plan: | Koppenhoefstraat 16 Boxtel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0757.BP01koppenhoef16-VST1 |
het bestemmingsplan Koppenhoefstraat 16 Boxtel met identificatienummer NL.IMRO.0757.BP01koppenhoef16-VST1 van de gemeente Boxtel;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht en qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
waarden van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen danwel anderszins vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem, van algemeen belang zijn vanuit aardkundig oogpunt;
bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;
het weiden van vee en/ of het verbouwen van gewassen, boomgaardfruitteelt en teelt van houtgewas met agrarische productiefunctie daaronder begrepen, met uitzondering van het verbouwen van gewassen in een volkstuincomplex;
Natuurbeheer op landbouwgronden uitgevoerd door boeren gecombineerd met de agrarische bedrijfsvoering;
door gelijksoortig gebruik in het verleden samengevoegde bolakkers;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een bedrijfseconomische eenheid, gericht op het behalen van winst;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
het met een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid deelnemen aan het maatschappelijk productieproces (voortbrengen van goederen en diensten) met het oogmerk om daarmee winst te behalen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; indien en voorzover twee bestemmingsvlakken middels de aanduiding relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de sporen van (vooral) menselijke bewoning en bewerking die in de bodem zijn achtergebleven;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel containerteelt;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
bedrijfsmatige uitoefening van diensten op het gebied van recreatie, sport, educatie of cultuur welke geheel of in overwegende mate in de openlucht worden aangeboden, met de daarbij behorende voorzieningen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in een assortiment goederen dat is gebaseerd op de behoeftes van een automobilist of diens passagiers;
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
grondbewerking dieper dan 40 cm, waartoe wordt gerekend het vermengen, woelen en keren van (alle) lagen in het bodemprofiel;
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen;
een langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische en aardkundige waarden van het gebied, zoals deze tot uiting komen in de omschrijvingen van de bestemmingen en dubbelbestemmingen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
gevaarlijke stoffen en gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende niet in gebouwen plaatsvindt;
een agrarische bedrijfsvoering die geheel dan wel grotendeels afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop het bedrijf wordt uitgeoefend;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan bedrijven, instellingen of personen ter aanwending in een of andere beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe vrijstelling is verleend van de melding en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
een tent, tentwagen, een kampeerauto of een caravan, niet zijnde een stacaravan;
een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter;
activiteiten die geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben, die geen elektronisch opgewekt geluid produceren en waaraan maximaal 40 personen deelnemen, zoals workshops, lezingen, wandelingen en dergelijke;
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap en de natuurwaarden, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
een rapportage waarin is aangegeven op welke wijze een bepaalde ontwikkeling leidt tot een substantiele versterking van de gebiedswaarden. De rapportage bevat versterkingsmaatregelen als het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving;
milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering, Den Haag 2009;
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, natuur, etcetera, aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden;
gebied dat zijn waarde ontleent aan de bijzondere geschiktheid voor het ontwikkelen van nieuwe natuur, verhogen van de kwaliteit van bestaande natuur en het verbinden van natuurkerngebieden;
aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
activiteiten die ondergeschikt zijn aan de primair aan de gronden toegekende functie;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
een ruimte die beneden peil is gelegen;
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
een niet-grondgebonden bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf;
teeltondersteunende voorziening die voor onbepaalde tijd wordt gebruikt, niet zijnde een kas;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
reëel een agrarisch (glastuinbouw)bedrijf met een bedrijfsomvang van tenminste 10 n.g.e en waarvan de continuïteit aannemelijk is;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grotere afstanden, als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, en dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomkwekerij. Ze worden gebruikt om de bedrijfsvoering te optimaliseren. In teeltondersteunende kassen vindt de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productkwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik;
ondersteunende voorziening die een onderdeel is van de vollegrondse bedrijfsvoering van een tuinbouwbedrijf of boomkwekerij;
het (nacht)verblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
water en voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
de Werkgroep Uitvoering Bestemmingsplannen Buitengebied Boxtel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, onverharde wegen, kavelpaden, groenvoorzieningen en sloten.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienst van de bestemming, met dien verstande dat:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 11.1 van toepassing.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruiken gronden voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen.
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde de volgende regels gelden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 11.1 van toepassing.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.2 onder d ten behoeve van een geringere dakhelling, onder de voorwaarde dat dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk en/of gewenst is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.3 onder b ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.4 onder a ten behoeve van een grotere oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.5 onder a ten behoeve van een grotere hoogte voor erfafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, onder de voorwaarden dat:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 voor het toestaan van andere bedrijven, opslag en installaties als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 2 opgenomen Bedrijvenlijst alsmede daarmee naar aard en milieuinvloed vergeljkbare bedrijven, onder de voorwaarden dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.1 onder c, uitsluitend voor zover een bedrijfswoning aanwezig is, voor het gebruik van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen of een deel van het bedrijfsgebouw als afhankelijke woonruimte onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning in, zodra de bij het verlenen van de voor de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.5.1 onder a, uitsluitend voor buitenopslag, onder de voorwaarden dat:
Met betrekking tot de toepassing van de in 4.6.1 genoemde bevoegdheid wordt advies ingewonnen bij de WUBBB ten aanzien van de vraag of de gebiedswaarden in voldoende mate worden versterkt bij uitvoering van het ingediende landschapversterkingsplan (voor zover deze voorwaarde bij de afwijkingsbevoegdheid is opgenomen), waarbij de WUBBB zich zo nodig baseert op een deskundigenrapport;
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen' al dan niet in combinatie met de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Natuur', 'Natuur' en/of 'Bos' onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' ten behoeve van kleinschalige vormen van recreatie, natuur- en landschapsbeheer en -educatie, onder voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de naastgelegen bestemming 'Agrarisch' onder de voorwaarde dat op de betreffende gronden sloop heeft plaatsgevonden op grond van de bonussloopregeling en gelijktijdig het maximaal oppervlak aan bedrijfsgebouwen zoals bepaald in 4.2.2 wordt verkleind.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de in 4.6.1 en in Bijlage 2 opgenomen Bedrijvenlijst vervangen door een andere bedrijvenlijst, indien en voorzover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.
Ten aanzien van de in 4.7.2 genoemde bevoegdheden geldt dat:
Met betrekking tot de toepassing van de in 4.7.2 genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:
De voor 'Waarde - Archeologie - Categorie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Het bepaalde in 5.2.1 en 5.2.2 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op :
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie - Categorie 4' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken uit te voeren:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie - Categorie 4' te wijzigen door de voor 'Waarde - Archeologie - Categorie 4' aangewezen gronden die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Waarde - Waardevolle vegetaties' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van gebied met vegetaties met natuurwaarden, waaronder begrepen de abiotische omstandigheden die het voorkomen van die vegetaties mogelijk maken, zoals bodem, reliëf en waterhuishouding.
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Waardevolle vegetaties' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken, uit te voeren :
Het in 6.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 6.2.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
Onder de waarde van deze gronden wordt verstaan de waarde als gebied voor vegetaties met natuurwaarden, zoals deze waarde tot uitdrukking komt in de aanwezigheid van kwellocaties, vochtige, matig voedselrijke graslanden, droge, voedselarme graslanden en pionierbegroeiing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de beoordeling van een omgevingsvergunning voor een (agrarische) bedrijfswoning of dienstwoning worden mede in aanmerking genomen bestaande woningen welke als (agrarische) bedrijfswoning of dienstwoning zijn gebouwd of als zodanig in gebruik zijn geweest, alsmede woningen die kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet. Ook bedrijfswoningen die ten gevolge van verkoop, verhuur, bedrijfssplitsing of andere transacties niet langer als (agrarische) bedrijfswoning c.q. dienstwoning fungeren, worden daartoe gerekend.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen dienen, wanneer gebouwen worden gebouwd op gronden grenzend aan de gronden bestemd voor verkeersdoeleinden de volgende afstanden uit de as van de wegen in acht genomen:
Verkeersdoeleinden | Afstand uit de wegas |
Snelverkeer | 100 meter |
Verkeer | 20 meter |
Railverkeer | 20 meter |
Onverhard en voet-/fietspad | 10 meter |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1.1, onder de voorwaarde dat uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van het wegbeheer, de verkeersveiligheid daaronder begrepen, geen bezwaar bestaat.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als genoemd in artikel 82 lid 1 van de Wet geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als bedoeld in artikel 4 lid 1 van het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De in 10.1.1 onder a tot en met g bedoelde vergunning wordt slechts verleend, onder de voorwaarden dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Bij het stellen van nadere eisen wordt de volgende procedure gevolgd:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijkingen naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 13.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld 13.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 13.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder of in afwijking van een vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Vogel- en Habitatrichtlijnen (richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 en richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992) beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in 13.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 13.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. In het geval van meerjarige teelt is geen sprake van onderbroken gebruik, mits het gebruik is hervat aan het eind van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de teelt is gestaakt.
Het bepaalde in 13.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
"Regel van het bestemmingsplan
Koppenhoefstraat 16 Boxtel"