Bedrijventerrein Ladonk
Status: | Onherroepelijk |
Identificatie: | NL.IMRO.0757.BP03Ladonk2013-onh1 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 9 Leiding - Brandstof
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor ondergrondse brandstofleidingen met daarbij behorende belemmeringenstrook.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen geldt de volgende bepaling:
Op de voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de brandstofleiding worden gebouwd, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde lid 9.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, mits het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de brandstofleidingen is gewaarborgd.
Het bevoegd gezag wint vooraf schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden op de gronden met de bestemming ‘Leiding - Brandstof’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen;
het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
het indrijven van voorwerpen in de bodem;
het verrichten van graaf- en grondwerkzaamheden;
het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen en bomen;
het aanbrengen of verwijderen van ondergrondse leidingen of drainage;
het permanent opslaan van goederen.
9.4.2 Uitzonderingen
Het sub 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, welke:
normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen;
graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
9.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De sub 9.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen blijvend gevaar en/of nadeel voor de leiding ontstaat, tenzij hieraan door het stellen van randvoorwaarden voldoende kan worden tegemoet gekomen.
9.4.4 Advisering over de omgevingsvergunning
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld sub 9.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.