direct naar inhoud van Regels

Bedrijventerrein Ladonk

Status: Onherroepelijk
Identificatie: NL.IMRO.0757.BP03Ladonk2013-onh1
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 10 Leiding - Riool

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een rioolwatertransportleiding, ten behoeve van het transport van rioolwater met daarbij behorende leidingzone en overige voorzieningen.

 

10.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de rioolwatertransportleiding worden gebouwd waarbij de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.

 

10.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde lid 10.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, mits het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de brandstofleidingen is gewaarborgd.

  2. Het bevoegd gezag wint vooraf schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.

 

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

10.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen;

  2. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

  3. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;

  4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;

  5. het verrichten van graaf- en grondwerkzaamheden;

  6. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen en bomen;

  7. het aanbrengen, verwijderen of herstellen van ondergrondse leidingen of drainage;

  8. het permanent opslaan van goederen.

 

10.4.2 Uitzonderingen

Het sub 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  1. normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen;

  2. graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;

  3. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.

 

10.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De sub 10.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen blijvend gevaar en/of nadeel voor de leiding ontstaat, tenzij hieraan door het stellen van randvoorwaarden voldoende kan worden tegemoet gekomen.

 

10.4.4 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld sub 10.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.