Bedrijventerrein Ladonk
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0757.BP03Ladonk2013-vst1 |
Artikel 4 Bedrijventerrein - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijventerrein - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven die staan vermeld in Bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder
de milieucategorieën 2 en 3.1 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
een en ander met dien verstande, dat:
geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan;
risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
zelfstandige kantoren niet zijn toegestaan;
vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
ondergeschikte productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen
ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens detailhandel in volumineuze goederen, met uitzondering van een bouwmarkt;
opslag en uitstalling ten dienste van de functies onder a tot en met c;
met daarbij behorende
ontsluitingswegen;
wegen en (fiets)paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
nutsvoorzieningen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
De oppervlakte van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 5.000 m2.
Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)’ is aangegeven.
Het bebouwingspercentage mag niet minder bedragen dan 50%.
4.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen geldt de volgende bepaling:
Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.
De afstand van gebouwen tot de grens van het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' mag niet meer bedragen dan 5 m.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
De bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 10 m.
De bouwhoogte van antennes en reclamemasten mag niet meer bedragen dan 20 m.
De bouwhoogte van silo's, schoorstenen alsmede kranen en andere bedrijfsinstallaties, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 25 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde van het bepaalde sub 4.2.1 onder a behoeve van het toestaan van bouwpercelen die groter zijn dan 5.000 m2, met dien verstande dat:
het uitsluitend mag gaan om de uitbreiding van een bedrijf dat reeds op het bedrijventerrein is gevestigd en niet om de nieuwvestiging van een bedrijf;
het financieel, juridisch of feitelijk onmogelijk is om op het in gebruik zijnde bouwperceel tegemoet te komen aan de ruimtebehoefte door middel van zorgvuldig ruimtegebruik;
er aantoonbare ruimtelijk-economische belangen voor de lange termijn aanwezig zijn, die de uitbreiding noodzakelijk maken;
de financiële, juridische en feitelijke mogelijkheden ontbreken om het bedrijf te verplaatsen of te vestigen op een bedrijventerrein in een nabij gelegen stedelijk concentratiegebied;
De ontwikkeling geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte mag veroorzaken.
De ontwikkeling inpasbaar dient te zijn vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt.
De belangen van derden niet onevenredig worden aangetast.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 4.2.1 onder c en een lager bebouwingspercentage toestaan, mits:
de afwijking noodzakelijk is in het kader van een efficiënte bedrijfsvoering , dan wel
noodzakelijk is in het kader van een gefaseerde realisering van de bebouwing;
sprake is van een aanvaardbare stedenbouwkundige inpassing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 4.2.2 onder b ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen tot een maximale bouwhoogte van 20 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 4.2.2 onder c ten behoeve van het bouwen op een kleinere afstand dan 5 m vanuit één van de zijdelingse perceelsgrenzen, mits de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzende perceel niet onevenredig worden belemmerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 4.2.3 onder d ten behoeve van de bouw van silo's, schoorstenen alsmede kranen en andere bedrijfsinstallaties, geen gebouwen zijnde, tot een maximale bouwhoogte van 35 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Detailhandel in volumineuze goederen
Het verkoopvloeroppervlak van een detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen mag niet minder bedragen dan 1.000 m2.
4.4.2 Parkeren, laden en lossen
Op eigen terrein dient in voldoende ruimte voor parkeren en voor laden en lossen te zijn voorzien.
4.4.3 Verkooppunt voor motorbrandstoffen
De nieuwvestiging van een verkooppunt voor motorbrandstoffen is niet toegestaan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met de toegestane categorieën of voor een bedrijf in één milieucategorie hoger dan de toegelaten maximale milieucategorie, mits het bedrijf voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk kan worden gesteld met een bedrijf in de toegelaten milieucategorieën.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 sub a voor het toestaan van een vuurwerkbedrijf, mits dit bedrijf inpasbaar is met het oog op de veiligheid van de omgeving.