Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Landbouwlandgoed Bloemendael Roond
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0757.Bp01LandgoedRoond-onh1

Artikel 20 Waterstaat-Waterbergingsgebied

20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterbergingsgebied’ aangegeven gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water en de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
 
20.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken geen gebouwen zijnd ten behoeve van de opvang van water, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
 
20.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het waterbergend vermogen van de gronden. Voor de verlening van deze ontheffing wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.
 
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde,
en werkzaamheden
 
20.4.1 Verbod
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde – Waterbergingsgebied' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het bevoegd gezag de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken, uit te voeren:
  1. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  2. het ophogen van gronden dan wel het opwerpen van kades.
 
20.4.2 Uitzonderingen op verbod
Het in lid 20.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
  1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  3. het natuurlijk meanderen van waterlopen bevorderen.
 
20.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 20.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de waterbeheerder.