Plan: | Kanaalzone Traverse Dieren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9925.IPKanaalzoneTD-VST1 |
het inpassingsplan "Kanaalzone Traverse Dieren" met identificatienummer NL.IMRO.9925.IPKanaalzoneTD-VST1 van de provincie Gelderland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een gebied aangewezen op grond van de Monumentenwet 1988; een en ander zoals vervat in het besluit tot aanwijzing van 28 december 2011;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur, onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden en monumenten;
een deskundige met betrekking tot cultuurhistorie die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties of het Samenwerkingsverband Cultuurhistorie van de gemeente Rheden;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een civieltechnisch dan wel beeldend kunstwerk;
beneden het peil;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een lijn die een bouwperceel van een ander bouwperceel, ander terrein of van de openbare weg scheidt;
een strook behorende bij een (hoofd)weg, niet zijnde ventwegen, rijwielpaden, voetpaden en daarmee gelijk te stellen wegen en paden;
hieronder wordt voor de werking van dit inpassingsplan mede verstaan: (ondergrondse) inzamelbakken voor huishoudafval, -papier, -glas, kleding en andere afvalbakken, toegansconstructies voor ondergrondse voorzieningen, werken van beeldende kunst, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen;
kunstmatige ondergrondse doorgang, hieronder wordt ook verstaan een open tunnelbak, overkluizing of verdiept aangelegde weg;
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan het laagste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren).
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestaande grenzen niet meer bedraagt dan 1 meter.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend overige bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd het plan te wijzigen en ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' onder de voorwaarde dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden zijn toegestaan overige bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen, met uitzondering van:
Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 4.2 en toestaan dat van de aangegeven diepte wordt afgeweken:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor woondoeleinden met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, groenvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, hemelwaterinfiltratievoorzieningen en rioleringswerken, watergangen en waterpartijen, straatmeubiliair en andere binnen een woongebied bijbehorende voorzieningen.
Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden zijn toegestaan overige bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:
Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Waarde - Archeologisch aandachtsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische (verwachtings)waarde.
Op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels ten aanzien van het oprichten van bebouwing:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologisch aandachtsgebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
De vergunning wordt niet verleend:
In afwijking van het bepaalde in lid 6.3.1 kan de omgevingsvergunning om zwaarwichtige redenen, voor een deel van de werken of werkzaamheden, alsnog worden verleend onder de voorwaarde dat voorafgaande aan de uitvoering van de vergunning adequaat archeologisch onderzoek plaatsvindt.
Bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze bestemming komt te vervallen, indien als gevolg van nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter instandhouding van het beschermd dorpsgezicht.
Voor het bouwen op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden, zijn geen reclame uitingen toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen na advies te hebben ingewonnen van een daartoe bevoegde cultuurhistorisch deskundige, nadere eisen stellen aan:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn toegestaan gebouwen ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een goothoogte van maximaal 3,5 meter en een bouwhoogte van maximaal 5 meter en maximale oppervlakte van 10 m2.
Het bevoegd gezag kan afwijken van de in het plan opgenomen bouwregels en toestaan dat geluidwerende voorzieningen worden gerealiseerd tot een hoogte van 2 meter, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' waar geluidwerende voorziening niet zijn toegestaan.
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 12.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 12.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in lid 12.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het inpassingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 12.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 12.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in lid 12.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende inpassingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het inpassingsplan Kanaalzone Traverse Dieren.