direct naar inhoud van 3.2 Toekomstige situatie
Plan: Inpassingsplan Millingerwaard (uitplaatsing De Beijer)
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1

3.2 Toekomstige situatie

Inleiding

Ten behoeve van de voorgenomen maatregelen in de Millingerwaard is een Milieu Effect Rapport opgesteld (definitieve versie d.d. 17 september 2010). In dit MER zijn verschillende alternatieven onderzocht, waaruit vervolgens een voorkeursalternatief (VKA) naar voren is gekomen.

Het voorkeursalternatief is ontwikkeld op basis van het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA). In het MMA is gekozen om de beste oplossingen voor de doelstellingen (rivier, natuur) zwaarder mee te laten wegen dan het zoeken naar een beste oplossing voor de overige onderwerpen (bereikbaarheid, landschappelijke herkenbaarheid, tijdelijke hinder). In het VKA is per onderdeel een analyse en een afweging gemaakt. De staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu heeft besloten dat het VKA het uitgangspunt moet zijn voor de verdere planvorming. De uitplaatsing van De Beijer is onderdeel van het VKA en kan niet los worden gezien van het totale maatregelenpakket. Hieronder volgt daarom eerst een beschrijving van de voorgenomen herinrichting voor de totale Millingerwaard.

afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1_0008.png"

Voorkeursalternatief (met verwachte vegetatie)

Beschrijving van de voorgenomen inrichting van de Millingerwaard

Hoofdgeul

Eén van de belangrijkste activiteiten is het creëren van een duidelijke stroombaan door de Millingerwaard. Deze staat in een open verbinding met de Waal, in eerste instantie ter hoogte van de Kaliwaal, maar op de langere termijn via een verbinding in de Erlecomse Waard. Door deze open verbinding gaan de grondwaterstanden in de uiterwaard weer meebewegen met de rivierwaterstanden. Dit is een belangrijk gegeven: de aard en de mate van de rivierdynamiek bepalen namelijk niet alleen de uiteindelijke waterstandsdaling, maar is ook bepalend voor de mate van diversiteit van de natuurontwikkeling.

De hoofdgeul wordt over het terrein van De Beijer gelegd. Het naastgelegen zachthoutooibos, een belangrijk leefgebied van de bevers, kan op deze wijze worden gespaard. De huidige toegangsweg naar De Beijer wordt verwijderd. In de huidige situatie fungeert deze als een dam, die het water - en daarmee de rivierdynamiek - tegenhoudt.

Geulenpatroon

De stroombaan zal deels uit open water, deels uit grasland bestaan, die bij hoogwatersituaties het vullen van de uiterwaard en/of het meestromen van de uiterwaard faciliteert. De herinrichting gaat ook gepaard met de aanleg van nieuwe geulen en het verdiepen van bestaande geulen. Uitgangspunt voor het ontwerp is dat alle geulen (bestaande en nieuwe) zoveel mogelijk de genoemde geulrelicten in de ondergrond volgen. Op deze manier worden de geulrelicten landschappelijk geaccentueerd. Daartoe worden de bestaande drie geulen verdiept en ondiep verlengd. Het onderliggende reliëf kenmerkt zich door een handvorming patroon van geulrelicten in de ondergrond. In het reeds ontkleide gebied is een deel van de handvorm aan het oppervlak zichtbaar als oppervlaktewater.

In de noordoosthoek van de Millingerwaard is dit geulenpatroon niet aanwezig in de ondergrond. Hier worden stroombaangeulen aangelegd voor de veiligheid.

Bereikbaarheid

Van belang zijn de bereikbaarheid voor de bewoners en de toegankelijkheid voor recreanten naar de Millinger Theetuin en het natuurgebied. De route via de Millingerdam wordt de hoofdontsluitingsroute, die ook bij hoogwater lang berijdbaar blijft, maar uiteindelijk toch overstroomt. De weg tussen Klaverland en de Waiboerweg wordt opgewaardeerd en bestemd voor autoverkeer. Deze weg is toegankelijk in dagelijkse en hoogwatersituaties en alleen opengesteld voor bestemmingsverkeer. De middendoorroute blijft net als in de huidige situatie een puinpad, waarover bestemmingsverkeer op eigen risico wordt toegestaan. De middendoorroute zal wel minder vaak toegankelijk zijn dan in de huidige situatie.

Door de aanleg van de geulen zal een aantal bestaande fiets- en wandelpaden verdwijnen. De bestaande fietsroute middendoor wordt verlegd naar een route ten oosten van de huidige zandwinplas. Uitgangspunt is dat de hele Millingerwaard vrij toegankelijk is en blijft voor de wandelaar. Wandelen en struinen is overal mogelijk.

Rustgebieden

Er worden geen specifieke zones aangegeven als rustgebied. Het gebied is overal vrij toegankelijk en overal zijn struinpaden ontstaan. Door het verdwijnen van De Beijer ontstaan naar verwachting een extra rustgebied ten zuiden van Klaverland. Door de relatief grote afstand tot de gangbare fiets- en wandelpaden is de verwachting dat hier minder struinpaden zullen ontstaan en kan dit gebied zich meer tot rustgebied ontwikkelen dan elders in de uiterwaard.

Het terrein van De Beijer

Na uitplaatsing van het bedrijf wordt het terrein deels vergraven voor de aanleg van de hoofdgeul. Overig zal het worden ingericht voor natuur. Er zal hier onder meer zachthoutooibos ontstaan. In de bestaande situatie kan een deel van het terrein gebruikt worden als vluchtplaats voor dieren bij hoog water. In de toekomst kan nagenoeg het gehele terrein dienen als hoogwatervluchtplaats (o.a. voor grazers) in het gebied.

Doel is om de oude schoorsteen en de overkapping (droogschuur) van de voormalige steenfabriek te bewaren als een cultuurhistorisch waardevol relict. Deze bouwwerken worden vooralsnog onder het ruïnebeheer gebracht. Er zijn op dit moment geen financiële middelen beschikbaar voor een actief beheer.

afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1_0009.jpg" De voormalige droogschuur aan de voorzijde….   afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1_0010.jpg" …. en de achterzijde  
afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1_0011.jpg" de binnenzijde   afbeelding "i_NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1_0012.jpg" Restant van de voormalige oven