direct naar inhoud van 4.5 Landschap
Plan: Inpassingsplan Millingerwaard (uitplaatsing De Beijer)
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPMillingerwaardDB-VST1

4.5 Landschap

De natuurlijke rivierdynamiek heeft geleid tot een landschap met strangen, rivierduinen en brede uiterwaarden met brede stroombanen en aan weerszijden parallelle bandijken. De dijk, de ligging van de nederzettingen (vaak in de buitenbocht van de rivier), de steenfabrieken en de zand- en kleiwinning hebben ook een belangrijke impact op het levende rivierlandschap.

In de Millingerwaard zijn de volgende relicten van de natuurlijke en cultuurlijke ontstaansgeschiedenis terug te vinden:

  • dijk en Kekerdom met strang;
  • oeverwal met steenovens, bebouwing en hardhoutooibos;
  • Millingerduin, dynamisch duinlandschap;
  • open agrarisch gebied;
  • kleiputtenlandschap.

De grootste open ruimte in het gebied is die van de rivier zelf. Iets minder groot is de ruimte bij de Kaliwaal. De begrenzing van de ruimten wordt gevormd door de hoger gelegen dijken en de oeverwal langs de rivier. Deze oeverwal is niet alleen hoger, maar ook voorzien van wisselende opgaande begroeiing en bebouwing. In het middengebied worden de ruimten vooral bepaald door de afmetingen van geulen en water. Langs veel van de geulen staat zachthoutooibos, dat de ruimte van de geul begrenst.

Uitzichten in dit landschap worden mede bepaald door de opvallende elementen in dit plangebied: steenfabrieken met schoorstenen, het Kekerdomse kerkje en Fort Pannerden. Vanaf een groot deel van de dijk is, door de dichte begroeiing, nauwelijks of geen zicht op de rivier.

Wandelend of fietsend door het gebied is er eveneens weinig sprake van vergezichten, alleen over de plassen en geulen. Niet alleen de begroeiing beperkt het zicht, ook de oeverwal met hoger gelegen delen belemmert het zicht op de rivier.

De Beijer is op dit moment dominant aanwezig in de Millingerwaard, vooral gezien vanaf de overzijde van de rivier. Vanaf de Kekerdomse kant is het zicht veel minder door de aanwezigheid van zachthoutooibos. De grootschaligheid en bedrijfsmatige uiterlijk van De Beijer is in conflict met een van de opgaven uit het ruimtelijk kwaliteitskader, waarin staat dat bedrijvigheid en bewoning in het gebied in het landschap moet passen.

Effecten van uitplaatsing van De Beijer

Bij het uitplaatsen van De Beijer verdwijnen ook de toegangsdam en de loswal in de Kaliwaal. Het verdwijnen van de toegangsdam in combinatie met de aanleg van de stroomgeul zorgt voor meer openheid in het gebied. De Kaliwaal wordt in dat geval een niet te onderscheiden onderdeel van de Millingerwaard. Dit versterkt de eenheid van het gebied.

Door het aangroeien van het rivierduin langs de Kaliwaal richting Erlecomsewaard wordt op de langere termijn een duidelijke stroombaan door de Millinger- en Erlecomsewaard zichtbaar.

Het bedrijf ligt op de oeverwal en doorbreekt op dit moment het kleinschalige min of meer natuurlijke karakter ervan, door de grootschaligheid van de bedrijvigheid en de erbij behorende opslag. Bij afwezigheid van De Beijer ontstaat één doorlopende oeverwal met duinen en hardhoutooibos langs de Waal tot ver in de Erlecomse Waard. De rivierduinen en het hoger gelegen hardhoutooibos is een unieke structuur die alleen voorkomt in de Millingerwaard.

Het uitplaatsen van De Beijer zorgt voor meer openheid in het gebied en de beleefbaarheid wordt vergroot (minder verstoring). De ruimtelijke kwaliteit wordt daardoor verbeterd.