direct naar inhoud van 6.5 Landschap, cultuurhistorie en archeologie
Plan: N309 't Harde - Reconstructie
Status: concept
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN309tHardeRecon-von1

6.5 Landschap, cultuurhistorie en archeologie

6.5.1 Inleiding en toetsingskader

Structuurvisie infrastructuur en ruimte 2012

Eén van de hoofddoelen in de structuurvisie is het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden blijven. Het Rijk is verantwoordelijk voor cultureel en UNESCO Werelderfgoed, kenmerkende stads- en dorpsgezichten, rijksmonumenten en het maritieme erfgoed. Het beleid ten aanzien van landschap ligt vanaf nu bij de provincies. De kern Elburg heeft een beschermd dorpsgezicht. In het plangebied liggen meerdere rijksmonumenten.

Provinciale verordening 2010

De provinciale verordening van de provincie Gelderland geeft regels voor ruimtelijke thema’s zoals natuur en landschap. De provinciale verordening is leidend voor gemeentelijke ruimtelijke plannen. Hierin worden o.a. de regels vastgelegd voor ontwikkelingen in waardevol open gebied en Nationale landschappen: in een bestemmingsplan worden over het algemeen geen nieuwe bestemmingen toegestaan die de openheid van de waardevolle open gebieden aantasten. In gebieden binnen een nationaal landschap, met de aanduiding waardevol landschap, kunnen slechts bestemmingen worden toegestaan die de benoemde kernkwaliteiten behouden of versterken.

Structuurvisie Gelderland 2005

Aardkunde

Bij ruimtelijke keuzen dienen de gebiedsspecifieke bodemkwaliteiten betrokken te worden. Onderdelen van het complex van bodem, ondergrond en reliëf hebben zulke kenmerkende of bijzondere kwaliteiten van regionaal belang, dat de provincie er extra aandacht voor vraagt.

Cultuurhistorie

De provincie hanteert een Cultuurhistorische Beleidskaart om bij ruimtelijke ontwikkeling actief bij te dragen aan behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische kwaliteiten. Ruimtelijke plannen en projecten die archeologische gegevenheden in de bodem kunnen aantasten moeten zo veel mogelijk rekening houden met bekende en te verwachten archeologische waarden. De historisch-geografische dimensie van het landschap heeft een belangrijke rol gespeeld in de selectie van waardevolle landschappen. Bij de ontwikkelingsgerichte landschapsstrategie dient rekening te worden gehouden met de (cultuur)historische dimensie van de waardevolle landschappen. De provincie bevordert een hoge ontwerpkwaliteit die belangrijke historische gegevenheden integreert in de planvorming, en die bijdraagt aan het scheppen van nieuwe kwaliteiten die tot onze cultuurhistorische waarden kunnen gaan behoren.

Landschap

In het streekplan Gelderland ligt het plangebied in de regio Noord-Veluwe. Voor de regio is aangegeven wat de aardkundig waardevolle gebieden, cultuurhistorische waarden, waardevolle open gebieden en waardevolle landschappen zijn. De in het streekplan aangewezen ‘waardevolle landschappen’ zijn gebieden met bovenlokaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De ensemblewaarde van deze gebieden (de samenhang tussen de verschillende landschapsaspecten) is groot. Binnen de ‘waardevolle landschappen’ worden de ‘waardevolle open gebieden’ onderscheiden. Deze kenmerken zich door hun grootschalige openheid. In het studiegebied liggen zowel waardevolle landschappen als waardevolle open gebieden. Voor het specifieke beleid zie ‘streekplanuitwerking Kernkwaliteiten waardevolle landschappen’. Rondom het Veluwemassief geldt verder als ruimtelijk doel dat de krans van dorpen, stadjes en steden niet aan elkaar groeit en volledig versteent. Het Veluwebeleid richt zich op het veilig stellen van de nog gave randen in de vorm van ‘groene wiggen’. In de groene wiggen geldt een ‘ja, mits’ beleid. Nieuwe bouwlocaties zijn niet uitgesloten, op voorwaarde dat deze passen in de ‘zoekzones landschappelijke

versterking’ en bijdragen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Ten oosten van ’t Harde en tussen ’t Harde en Oostendorp worden dergelijke ‘groene wiggen’ beoogd.

Monumentenwet 1988 en Besluit ruimtelijke ordening

Op grond van de Monumentenwet 1988 dient bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te worden gehouden met aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten. Verder bepaalt het Besluit ruimtelijke ordening dat de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving bevat van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met voorkomende cultuurhistorische waarden.

Natuurschoonwet 1928

In deze wet staan voorwaarden waaraan landgoederen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de status van NSW landgoed. Met de status van NSW landgoed kan een eigenaar of beheerder gebruik maken van fiscale voordelen voor de instandhouding van het landgoed. In ruil hiervoor moeten landgoederen deels openbaar toegankelijk zijn.

De effecten van de beoogde ontwikkeling zijn getoetst aan de volgende beoordelingscriteria:

  • landschapstype en -structuur en ruimtelijk-visuele kenmerken
  • aardkundige waarden
  • historische geografie
  • historische bouwkunde
  • archeologie

6.5.2 Onderzoek en conclusie

Landschap en cultuurhistorie

Onderhavige ontwikkeling tast de landschapstypen, landschapsstructuur en ruimtelijk-visuele kenmerken niet aan, omdat er geen sprake is van nieuwe doorsnijding van het landschap. Ook worden door onderhavige ontwikkeling geen aardkundige waarden of waardevolle historische verkaveling of landschapspatronen aangetast. Verder heeft de ontwikkeling geen effect op nabijgelegen rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten.

Archeologie

Als gevolg van de onderhavige ontwikkeling zijn geen effecten te verwachten op eventuele archeologische waarden. Dit hangt samen met het feit dat de ontwikkeling een reconstructie van het bestaande tracé betreft, waarbij geen extra ruimtebeslag noodzakelijk is of kunstwerken (tunnels) zullen worden gerealiseerd.

De aspecten landschap, cultuurhistorie en archeologie staan de uitvoering van het plan niet in de weg.