direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer
Plan: N320 Culemborg
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN320Culemborg-vst1

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een weg ten behoeve van het doorgaande verkeer met 1 rijbaan met maximaal 2 rijstroken, waarbij:
    • 1. de buitenste rand van de rijbaan op een afstand van maximaal 5 m uit de aanduiding 'as van de weg' mag zijn gesitueerd;
  • b. en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – 2 rijbanen' een weg ten behoeve van het doorgaande verkeer met 2 rijbanen met elk maximaal 2 rijstroken, waarbij:
    • 1. de buitenste rand van een rijbaan op een afstand van maximaal 10 m uit de aanduiding 'as van de weg' mag zijn gesitueerd;
    • 2. de onderlinge afstand tussen de rijbanen ten minste 3 meter bedraagt;

met bijbehorende parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten en de daarbij behorende bermen en taluds;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. langzaamverkeersverbindingen zoals voet- en fietspaden;
  • d. onverharde wegen;
  • e. onderdoorgangen, viaducten en andere kunstwerken;
  • f. rotondes;
  • g. bruggen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. (bergings)sloten, water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. agrarisch gebruik;

met de daarbij behorende:

  • l. gebouwen;
  • m. bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder tevens begrepen bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte per gebouw maximaal 25 m2 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte maximaal 4 meter mag bedragen.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • b. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • c. de bouwhoogte van civieltechnische kunstwerken mag niet meer bedragen dan 7 meter;
  • d. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 meter.