direct naar inhoud van 1.2 Afweging noodzaak milieueffectrapportage
Plan: N320 Culemborg
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN320Culemborg-vst1

1.2 Afweging noodzaak milieueffectrapportage

Vanaf 1987 is het in Nederland wettelijk verplicht om voor bepaalde activiteiten die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben, de zogenoemde procedure voor de milieueffectrapportage, kortweg de m.e.r.- procedure, te doorlopen. In het Besluit m.e.r. bijlage C en D staat een opsomming van activiteiten die mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Indien de activiteit (kolom 1) de genoemde drempelwaarde (kolom 2) overschrijdt, geldt voor de in kolom 3 en/of 4 genoemde plannen en/of besluiten de m.e.r.-(beoordelings)plicht.

Op basis van de genoemde C- en D-lijst zijn de maatregelen die met dit inpassingsplan mogelijk worden gemaakt niet m.e.r-plichtig. Ten aanzien van de m.e.r.-beoordelings- plicht ligt deze afweging als gevolg van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie gecompliceerder. Om risico's ten aanzien van de voortgang van het project te voorkomen is uitgebreider gekeken of m.e.r.-plicht voor dit project aan de orde is. Daarbij is, mede gezien de uitspraak van het Europees Hof, een aanpak gekozen zoals die wordt toegepast indien wel sprake is van m.e.r.-beoordelingsplicht.

Deze aanpak houdt in dat de mogelijke effecten van de verkeerskundige oplossingen op het milieu zijn afgewogen. Uit de afweging blijkt dat de effecten van de maatregelen voor de geluidsbelasting en de natuur beperkt zijn. Daar waar natuurwaarden worden aangetast, worden deze elders gecompenseerd. Voor de normen voor luchtkwaliteit, geldt dat deze als gevolg van de maatregelen niet overschreden worden. Verder zijn er geen andere milieuaspecten waarop eventuele nadelige effecten verwacht kunnen worden. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de toetsing van het plan aan de milieu aspecten.

Kijkend naar de C- en D-lijst en naar de kenmerken van het project, de plaats van het project en de potentiƫle effecten die bij de oplossingsrichtingen worden verwacht, wordt gesteld dat het doorlopen van de m.e.r.-procedure en het opstellen van een MER voor de besluitvorming niet nodig is. Ook een eventuele plan-m.e.r.-plicht vanwege de ligging van Natura2000 gebieden is niet aan de orde. Om die reden is voor dit project geen m.e.r.- procedure doorlopen.