direct naar inhoud van Artikel 4 Leiding - Brandstof
Plan: N322 Zaltbommel
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN322Zaltbommel-VST1

Artikel 4 Leiding - Brandstof

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) brandstofleiding (DPO).

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de brandstofleiding en/of een gevaarlijke situatie ontstaat, in verband waarmee gehoord wordt de leidingbeheerder.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, ophogen, en egaliseren van gronden;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het bebossen van gronden;
  • c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen dan andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van geluidswallen.

4.4.2 Voorwaarden aan omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee wordt gehoord de leidingbeheerder.

4.4.3 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 is vereist voor:

  • a. werken en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.