direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Inpassingsplan N348
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9925.IPN348Zutphen-vst1

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. één of meer vormen van agrarisch grondgebruik;
  • b. de bescherming en de ontwikkeling van landschapswaarden.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen geldt de volgende regel:

De hoogte van terreinafscheidingen uitsluitend ten behoeve van het agrarische grondgebruik met een constructie die niet onoverkomelijk is voor de passage van kleine zoogdieren en amfibieën bedraagt maximaal 1,50 m.

3.3 Aanlegvergunning
3.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen en rooien van houtgewas;
  • b. het scheuren van grasland en het omzetten van grasland in bouwland, dieper dan 30 cm;
  • c. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • d. het diepwoelen, -ploegen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, dieper dan 0,5 m;
  • e. het bebossen van de gronden;
  • f. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken;
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter-of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • h. werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden zoals bemalen, onderbemalen, slaan van putten, draineren, etc.;
  • i. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur alsmede bovengrondse leidingen;
  • j. het aanbrengen van teeltfolies en lage tunnels of andere tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.

3.3.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die

  • a. behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer
  • b. op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of uitgevoerd konden worden krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.

3.3.3 Beoordelingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door de uitvoering hiervan geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden van het gebied.