Inpassingsplan N348

Het voorontwerp-inpassingsplan Rondweg N348 Zutphen-Noord en Eefde-West is in het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegestuurd aan de volgende organisaties en instanties:

• VROM-inspectie regio Oost
• Ministerie van LNV, directie Oost
• Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
• Rijkswaterstaat, directie Oost
• Waterschap Rijn en IJssel
• Rijkswaterstaat Twentekanaal en IJsseldelta
• NS Prorail Regio Noordoost
• College van B&W van de gemeente Zutphen
• College van B&W van de gemeente Lochem
• Nederlandse Gasunie NV
• Ministerie van Defensie
• Vitens Gelderland
• Alliander NV
• TenneT BV

Aan hen is het verzoek gedaan om binnen een termijn van zes weken te reageren. Hieronder zijn de binnengekomen reacties samengevat en van een antwoord voorzien. De overige instanties hebben niet gereageerd.

1.	Prorail Regio Noord-Oost Brief d.d. 9 september 2009
	Het plan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.	Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Prorail wordt bedankt voor haar reactie.
2.	Vitens Gelderland Brief d.d. 17 september 2009
	Opgemerkt wordt dat men ten aanzien van het plan als zodanig geen op- of aanmerkingen heeft.	Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. Vitens wordt bedankt voor haar reactie.
	Wel wordt er op geattendeerd dat zich binnen de plangrenzen drinkwaterleidingen bevinden (kaarten zijn meegestuurd). Indien bij nadere uitwerking blijkt dat leidingen verlegd of aangepast moeten worden, wordt verzocht om tijdig contact op te nemen.	Bij de uitvoering zal dit onderwerp van aandacht zijn.
3.	Gemeente Lochem Brief d.d. 30 oktober 2009
	Gevraagd wordt om in de toelichting bij het plan een beschrijving op te nemen van de inhoud van de Nota Mobiliteit van de gemeente Lochem. Een tekstvoorstel is meegestuurd.	In de toelichting zal de voorgestelde tekst worden opgenomen.
	Op het kaartje op pagina 21 (toelichting) ontbreekt een tekstblokje bij de nieuwe rotonde in de Zutphenseweg.	Het kaartje is aangepast.
	Er is niet aangegeven waar de compensatie van 16.000 m3 waterberging moet plaatsvinden.	In de periode dat het vooroverleg plaatsvond, was dit nog onderwerp van studie. Inmiddels is duidelijk geworden dat de compensatie het best plaats kan vinden ten westen van de rondweg, aansluitend aan de Eefdese beek. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap. Het terrein is onderzocht op bodemkwaliteit, archeologie en flora en fauna. In het ontwerp-inpassingsplan is het compensatiegebied opgenomen binnen de planbegrenzing.
	Aan een overhoekje ter hoogte van de Eefdese Enkweg en de Teenkweg is de bestemming “Agrarisch met waarde” toegekend. In de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1987. De gemeente Lochem is bezig met een integrale herziening van dit plan. Voorgesteld wordt om aan te sluiten bij de dit nieuwe plan. De bestemming wordt in dit geval “Agrarisch”.	Het is inderdaad gewenst om aan te sluiten op de regeling in het nieuwe (voorontwerp) bestemmingsplan Buitengebied. De bestemming en regeling in het plan is aangepast. Vanwege de leesbaarheid van onderhavig plan is het aanlegvergunningstelsel vereenvoudigd.
	In hoofdstuk 2, artikel 3.2.2. (regels) staat: bouwhoogte maximaal 2. Betekent dit 2 meter?	“meter” zal worden toegevoegd.
	Bij de artikelen 4.2.1, 5.2.1, 6.2.1 en 7.2.1 moet worden toegevoegd: uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde.	Dit zal worden toegevoegd.
	Op de plankaart blad 2 is een klein stukje in rood aangegeven. Dit wordt niet verklaard in de legenda.	Hier wordt verwezen naar een eerdere concept-versie van de plankaart. Het rode stukje was reeds van de kaart gehaald.
4.	Rijkswaterstaat Waterdistrict Twentekanalen – IJsseldelta Mail d.d. 9 september 2009
	Er wordt op gewezen dat het plan ook beoordeeld moet worden door de afdelingen WSP en WSE van Rijkswaterstaat Oost-Nederland en door het waterschap Rijn en IJssel. Gemeld wordt dat nog een officiële brief met opmerkingen volgt.	Het plan was reeds toegestuurd naar genoemde instanties.
5.	Waterschap Rijn en IJssel Mail d.d. 22 oktober 2009
	In de toelichting (p.34) staat een doorrij-hoogte genoemd van 4,50 meter. Gevraagd wordt in hoeverre rekening wordt gehouden met peilstijging van een meter in de toekomst. De kruin van de dijk komt dan ook 1 m hoger te liggen.	In de toelichting staan de uitgangspunten voor het ontwerp beschreven. Het ontwerp zelf wordt gemaakt in nauw overleg met Rijkswaterstaat en het waterschap. Binnen de regels van het inpassingsplan levert een eventuele dijkverhoging in dit verband geen problemen op.
	Verzocht wordt om de dubbelbestemming waterkering binnendijks tot 20 meter uit de teen te leggen.	Het verzoek is overgenomen op de plankaart.
	Beheerder van de dijken langs het Twentekanaal is niet RWS, maar het waterschap Rijn en IJssel (p.52 toelichting).	Dit is verwerkt in de toelichting.
	De aanleg van de brug kan wel effect hebben op de hier gelegen gasleiding, omdat de belasting op de leiding kan veranderen.	Over de gasleiding wordt overleg gevoerd met de Gasunie. Het terrein kan worden afgegraven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, o.a. de aanwezigheid van minimaal 100 cm gronddek boven de leiding. In de verdere uitwerking wordt hiermee rekening gehouden.
	Ten aanzien van art.13 (Waterstaat – waterkering) moet duidelijk worden gemaakt voor welk doel de regels zijn opgesteld. De waterkering wordt reeds beschermd via de Keur.	Het is gebruikelijk om de waterkering als een dubbelbestemming op te nemen in een bestemmingsplan c.q. inpassingsplan. Doel hiervan is de bescherming van de waterkering (zonder ontheffing mag niet worden gebouwd), maar het heeft tevens een signalerende functie.
	Op de tekening staat dat de duiker rond 1200 mm is, dit moet zijn 1500 mm.	Niet duidelijk is welke tekening hier wordt bedoeld. In het ontwerp is wel rekening gehouden met een duiker Ø 1500 mm in de kwelsloot langs het Twentekanaal.
	Heeft het gedeelte van het tracé dat door het stedelijk gebied gaat geen bermsloten?	Op het bedrijventerrein De Mars is onvoldoende ruimte voor het aanleggen van bermsloten. Hier wordt een regenwaterriool aangelegd, dat uitkomt in het aan te leggen bergingsgebied bij de nieuwe rotonde op De Mars.
6.	Gemeente Zutphen Brief d.d. 26 oktober 2009
	De reactie bevat grotendeels tekstuele opmerkingen.	Waar nodig zijn deze aangepast.
	Paragraaf 2.4 (gemeentelijk beleid) is alleen het verkeers- en ruimtelijk ordeningsbeleid opgenomen. De gemeenten Zutphen en Lochem hebben ook beleid vastgesteld voor hogere geluidswaarden.	Omdat het hier een provinciaal inpassingsplan betreft, wordt getoetst aan het geluidbeleid van de provincie en niet aan dat van de gemeenten. Overigens worden in het provinciaal beleid hogere eisen gesteld dan de wet voorschrijft en komt dit in grote lijnen overeen met het gemeentelijk beleid.
	De aansluiting op het bestaande fietstunneltje zit al in het pakket “Groot onderhoud N348” dat in het voorjaar 2010 wordt uitgevoerd. Daarmee komt de voetnoot op p.20 van de toelichting te vervallen. De gemeente Zutphen verzorgt de nodige procedures.	Dit punt is verwijderd uit de toelichting.
	In paragraaf 3.4 (ecologische inrichtingsmaatregelen) worden compenserende maatregelen voor de steenuil gemist.	Dit is aangevuld.
	Vanuit ecologisch opzicht is het gewenst om in plaats van een soort (meibomen) een mix aan soorten te plaatsen.	De keuze voor de meibomen komt voor uit de kunstopdracht, waarin de wens is uitgesproken voor een continu en herkenbaar wegbeeld. Om die reden is gekozen voor een soort bomen. Overigens passeert het tracé diverse andere bomenlanen (Polbeek, Mettrayweg, Eefdese Enkweg, Zutphenseweg) waardoor er wel ecologische diversiteit is.
	Er worden diverse opmerkingen gemaakt over ontbrekende informatie van het akoestisch onderzoek (paragraaf 4.1). De ontwerpbeschikking hogere grenswaarden ontbreekt.	De toelichting bij het inpassingsplan bevat alleen de conclusies van het akoestisch onderzoek. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de onderliggende rapportage van het akoestisch onderzoek en de ontwerpbeschikking hogere grenswaarden, die gelijktijdig met het ontwerpinpassingsplan ter inzage ligt.
	Voor het luchtkwaliteitsonderzoek wordt verzocht om ook het planjaar (2010) en planhorizon (2020) te onderzoeken en omschrijven. De huidige situatie is 2009 en niet 2007.	In de onderzoeken die in het kader van het MER zijn uitgevoerd is 2007 als uitgangssituatie genomen. Het jaar 2010 is niet relevant, omdat het plan dan nog niet is uitgevoerd. Daarom wordt een vergelijking gemaakt met de situatie in 2012. Voor een doorkijk naar de toekomst is het jaar 2015 gehanteerd, aangezien aan Nederland tot 1 januari 2015 derogatie is verleend om aan de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 te voldoen. Het jaar 2020 is niet onderzocht, omdat de prognoses uitwijzen dat de luchtkwaliteit dan verder is verbeterd ten opzichte van 2015.
	Verzocht wordt aan te geven waarom de aanleg van de weg niet leidt tot significante risico's voor leidingen (p.31 toelichting).	In het kader van externe veiligheid is de ligging van de leidingen niet relevant. Verkeer over de weg valt niet onder bebouwing die binnen een invloedsgebied van een aardgasleiding wordt gerealiseerd.
	De wijze waarop compensatie van waterbergend vermogen plaatsvindt wordt niet concreet gemaakt en is niet gewaarborgd in de planregels en de verbeelding.	In de periode dat het vooroverleg plaatsvond, was dit nog onderwerp van studie. Inmiddels is duidelijk geworden dat de compensatie het best plaats kan vinden ten westen van de rondweg, aansluitend aan de Eefdese beek. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap. Het terrein is onderzocht op bodemkwaliteit, archeologie en flora en fauna. In het ontwerp-inpassingsplan is het compensatiegebied opgenomen binnen de planbegrenzing.
	Het perceel sectie K, nr. 1003 heeft als geheel (0.89.35 ha) de bestemming V-W. De provincie is voornemens 0.50.45 ha aan te kopen. Verzocht wordt om voor het resterende perceelsgedeelte een bestemming 'Bedrijven' op te nemen.	Dit is onjuist. Het gehele terrein wordt aangekocht door de provincie. In het kader van “Het Witte Lint” is hier de plantage gepland. Er blijft geen resterend gedeelte voor bedrijven over.
	Op p. 40 wordt gesproken over dicht struweel om de Polbeek. Past dat bij 'Het Witte Lint'?	Deze aanbeveling kwam voort uit het natuuronderzoek. Uiteindelijk is niet gekozen voor struweel, maar voor een verdiepte ligging, een aarden wal en de meidoornbomen.
	Gevraagd wordt om in de tekst aan te geven waar de hoofdburcht van de das zit.	Dit is in de tekst nader gespecificeerd.
	In de beschrijving op p.41 wordt het Rapunzelklokje gemist. Ook hiervoor moet ontheffing worden aangevraagd.	Dit is toegevoegd.
	Kaartje p.45: wat is Ned Mettray?	Dit is de oude naam voor de huidige jeugdinrichting Rentray.
	In het kostenoverzicht in hoofdstuk 7 zijn ook kosten opgenomen voor het traject Eefde - Gorssel – Epse/A1. Dat hoort hier niet bij. Gevraagd wordt naar het geïndexeerde budget.	De tekst in hoofdstuk 7 is aangepast. Er wordt verwezen naar de overeenkomst tussen gemeenten en provincie en de begrotingen, waarin de kosten reeds zijn opgenomen.
7.	Rijkswaterstaat Oost-Nederland Brief d.d. 24 september 2009 (ontvangen d.d. 2 november 2009)
	Rijkswaterstaat is beheerder van het Twentekanaal. Verzocht wordt om in artikel 14 “beheerder van de waterkering” te wijzigen in “beheerder van het Twentekanaal”.	Dit wordt gewijzigd.
	Bij het ontwerp van de brug dient rekening te worden gehouden met de richtlijn radarhinder van bruggen voor scheepvaart en de uitgangspunten nieuwe bruggen Twentekanaal.	Het ontwerp voor de brug zal in overleg met Rijkswaterstaat en het waterschap Rijn en IJssel worden gemaakt.