De gronden binnen deze bestemming zijn onder andere bedoeld voor educatieve, (para-)medische, sociaal medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en religieuze en onderwijsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening; met daaraan ondergeschikt: verkeersvoorzieningen zoals voet- en fietspaden, stallings- verblijfvoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen.

Op de verbeelding is een bouwvlak aangegeven;  bebouwing daarvan is toegestaan tot het aangegeven percentage, alsmede tot de aangegeven het maximale goot- en bouwhoogte.

De bouwregels geven daarnaast nog regels voor bouwwerken/ geen gebouwen zijnde, waaronder speeltoestellen. 

Het toegestane percentage is gegrond op de benodigde oppervlakte van de bouwwerken, die de school nodig heeft. De oppervlakte van het bestaande kinderdagverblijf is hierin niet meegenomen.

Een omgevingsvergunning voor de bouw van de school zal worden verleend onder de gelijktijdige verplichting tot sloop van het bestaande kinderdagverblijf, onder tijdsbepaling. Deze tijdsbepaling is gerelateerd aan de contractuele verplichtingen ten aanzien van het gebruik van het gebouw van Pino. Ook heeft dit tot gevolg, dat er geen leemte valt in de opvang van kinderen in deze wijk.

Er is afgewogen op welke wijze voor omwonenden de meeste zekerheid kan worden gegeven dat de bestaande scholen ook daadwerkelijk worden afgebroken.

Wij hebben dit voornemen neergelegd in het wegbestemmen van de bestaande scholen. Dit betekent dat het uitgangspunt is, dat de groenbestemming c.q. verkeersbestemming binnen deze planperiode zal worden gerealiseerd. Dit brengt met zich mee dat de bestaande scholen daadwerkelijk zullen worden afgebroken.

Een mogelijk alternatief zou zijn geweest om de gehele strook de bestemming "maatschappelijke doeleinden" te geven en daarin een maximaal bebouwingspercentage aan te geven. 

Omdat wij echter duidelijk willen aangeven dat wij de locatie van 't Anker en een deel van de 'Regenboog" daadwerkelijk tot "groen' gebied willen herinrichten, hebben wij voor de eerste mogelijkheid gekozen.

Aan de omgevingsvergunning zal eveneens een voorwaarde tot sloop van de beide bestaande scholen worden verbonden.

Bij de school behoort een ruimte waar kinderen buiten kunnen spelen.

Daarbij is het belangrijk om een akoestisch woon- en leefklimaat bij de omliggende woningen te waarborgen.

Planologisch is het niet mogelijk om voorwaardelijk het gebruik van de grond als speelplaats(en) toe te staan.

Daarom is gekozen voor de volgende opzet.

Wat betreft het gebruik van de grond is in de begripsomschrijving als strijdig gebruik opgenomen: het gebruik als speelplaats ter plaatse van (-sm-sp). Een binnenplanse ontheffing kan worden verleend voor het gebruik van gronden als speelplaats, mits door middel van een akoestisch onderzoek wordt aangetoond, dat sprake is van een aanvaardbaar woon-en leefklimaat voor de omliggende woningen.  

Op deze wijze wordt in het bestemmingsplan gewaarborgd dat  het akoestisch klimaat bij bestaande woningen aanvaardbaar is.  

Het is dus niet de bedoeling om een speelplaats voor altijd uit te sluiten, maar wel om er zeker van te zijn dat dit geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat oplevert.  

De gronden met deze bestemming zijn bedoeld voor  groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en verkeersvoorzieningen, zoals voet- en fietspaden, stallings- verblijfvoorzieningen. Er is geen andere bebouwing toegestaan, dan eventueel ten behoeve van een nutsvoorziening. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde- waaronder speeltoestellen-, zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 4 m.

De gronden binnen de bestemming 'verkeer' zijn bedoeld voor verkeer, verblijf en met name parkeren. Hiermee beogen wij de oplossing van het parkeren binnen het bestemmingsplan vorm te geven.

Daarnaast vallen speel- en groenvoorzieningen ook onder de toegestane bestemming.

Binnen de bestemmingen 'maatschappelijke doeleinden' , 'verkeer' en 'groen' is de aanleg van fiets- en wandelpaden toegestaan. De hoofdstructuur voor de aanleg van deze fiets- en wandelpaden staan aangegeven op de kaarten onder 3.8 en zijn mede bepalend geweest voor de situering van het bouwvlak. Deze hoofdstructuur is ook aangegeven op de visiekaart. De aanleg van de hoofdstructuur en de nadere aanleg van fiets- en wandelpaden (o.a. als aansluiting op de hoofdstructuur) moet mogelijk zijn binnen de aangegeven hoofdbestemmingen.

Water en waterhuishoudkundige voorzieningen zijn mogelijk binnen alle hoofdbestemmingen.

In het plangebied is het gemeentelijk archeologisch beleid doorvertaald. 

Waarde archeologie 1 (middelhoge verwachting) is toegekend aan de grond van het plangebied. 

Een omgevingsvergunningstelsel is opgenomen voor de bescherming van eventueel (verwachte) aanwezige waarden.