Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: De Doelen/ De Wiele
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.BPDDDW-VO01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

     
De voor 'Wonen' (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen in grondgebonden woningen;
  2. aan-huis-verbonden beroepen;
en daaraan ondergeschikt:
  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  2. parkeervoorzieningen; 
  3. groenvoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.  

4.2 Bouwregels

4.2.2 Woningen (hoofdgebouwen)

Voor het bouwen van woningen (hoofdgebouwen) gelden de volgende bepalingen:
  1. Ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen aanduiding:
    1. [aeg] zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van aaneengebouwde woningen toegestaan;
    2. [sba-patio] zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van patiowoningen toegestaan;
  2. Woningen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  3. De voorgevel wordt gesitueerd in de naar de wegzijde toegekeerde grens van het bouwvlak, dan wel op een afstand van maximaal 3 meter daarachter;
  4. Het aantal op te richten woningen per bouwvlak mag niet meer bedragen dan op de verbeelding middels de aanduiding 'Maximum aantal wooneenheden' wordt voorgeschreven;
  5. De woningen worden afgedekt met een sheddak, tenzij:
    - op de verbeelding de aanduiding [kap] is opgenomen, ter plaatse worden de woningen afgedekt met een zadeldak;
    - op de verbeelding de aanduiding [pd] is opgenomen, ter plaatse worden de woningen/ bouwdelen afgedekt met een plat dak of sheddak;
  6. De nokrichting van de woningen (hoofdgebouwen), op de verbeelding aangeduid als [sba-shed], is oost-west georiënteerd;
  7. De dakhelling van de woningen (hoofdgebouwen), op de verbeelding aangeduid als [sba-shed], bedraagt 20°;
  8. De goothoogte mag niet minder bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'Minimale en maximale goothoogte (m)' voor het aspect 'minimale goothoogte';  
  9. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'Maximale goot-en bouwhoogte (m)' voor het aspect 'goothoogte' of, indien gebruik is gemaakt van de aanduiding 'Minimale en maximale goothoogte (m)', dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding voor het aspect 'maximale goothoogte';
  10. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'Maximale goot- en bouwhoogte (m)' voor het aspect 'bouwhoogte' of, indien gebruik is gemaakt van de aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)', dan de voorgeschreven maximale bouwhoogte.

4.2.3 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. Aan- en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan op de gronden, op de verbeelding nader aangeduid als [aeg];
  2. Aan- en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  3. Aan- en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het bijbehorend hoofdgebouw te worden gebouwd;
  4. De gronden gelegen achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd, waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 80 m²;
  5. De (bouw)hoogte mag maximaal 3,5 meter bedragen.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  2. De (bouw)hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de (bouw)hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  3. De (bouw)hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met dien verstande dat de (bouw)hoogte vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  4. De totale oppervlakte van overkappingen mag maximaal 10 m2 bedragen.

4.2.5 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. Op plaatsen waar hoofd-, aan- en/ of bijgebouwen zijn of worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden, direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd;
  2. De verticale diepte mag bij ondergronds bouwen niet meer bedragen dan 3,5 meter.

4.3 Nadere eisen

  1. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing;
  2. De onder a. genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met inachtneming van de bebouwingsvoorschriften:
    1. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld, dan wel indien dit noodzakelijk is met het oog op een verantwoorde stedenbouwkundige en/ of architectonische inpassing van de bestaande bebouwing;
    2. indien dit noodzakelijk is in verband met de sociale veiligheid dan wel de verkeersveiligheid;
    3. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Wonen (W)' is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan op de begane grond van een hoofd-, aan- of bijgebouw als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn: 
  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing, tot een maximum van 50 m²;
  2. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  3. Detailhandel en seksinrichtingen zijn niet toegestaan;
  4. De activiteit dient uitgevoerd worden door de bewoner(s) van de woning.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 onder 2 voor het toestaan van de uitoefening van een lichaamsverzorgend beroep als aan-huis-verbonden beroep, met dien verstande dat:
  1. De uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep ondergeschikt is aan de woonfunctie, waarbij de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing, tot een maximum van 50 m²;
  2. Het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte mag veroorzaken;
  3. Detailhandel en seksinrichtingen niet zijn toegestaan;
  4. De activiteit uitgevoerd dienen worden door de bewoner(s) van de woning;
  5. Vooraf wordt aangetoond dat er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen.