Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Genoenhuis 33
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.BPGenoenhuis33-VP01

3 Stedenbouwkundige onderbouwing

Het is wenselijk deze percelen te bebouwen als afronding van de wijk Genoenhuis en de gelijknamige weg.
Bij de oorspronkelijke verkaveling langs deze weg is gekozen voor vrij grote kavels, zodat de openheid van het landschap als het ware nog doordringt in de wijk.
Het stedenbouwkundig plan werkt van binnen naar buiten toe; de stevige bebouwingsrand aan de Laan van Tolkien neemt in bebouwingsdichtheid en bouwhoogte af naar het landschap toe. Richting het zuiden en westen ontstaat steeds meer een open karakter en neemt de dichtheid af. De vrije kavels liggen aan radialen (of afgeleiden daarvan) van de gebogen lijnen. Een aantal kavels is gelegen aan de Genoenhuis en zal het landelijke karakter van deze weg moeten versterken.
Gezien de kavelgrootte van de belendende percelen is het stedenbouwkundig wenselijk hier niet meer dan drie kavels te vormen.
Het is ook niet logisch om meer percelen te vormen: contractueel mocht één woning gebouwd worden op het perceel van 1000 m², en de boerderij mocht, indien hij nog bestond, gesplitst worden in ten hoogste twee woningen.
Bij de uitgifte van particuliere bouwkavels aan de Genoenhuis is door de Gemeente Geldrop-Mierlo een beeldkwaliteitplan opgesteld om de sfeer en kwaliteit van de nieuwe woningbouwlocatie in de toekomst te waarborgen en de samenhang in dit deel van de wijk Genoenhuis zoveel mogelijk te garanderen.
 
Architectonische en stedenbouwkundige randvoorwaarden
Voor de kavels aan de Genoenhuis wordt als voortzetting en versterking van het huidige karakter van de weg Genoenhuis en de ligging in het landschap een landelijke, boerderij-achtige uitstraling voorgeschreven. Bestaande boerderijen en nieuwe woningen zullen in harmonie met elkaar de nieuwe rand naar het buitengebied vormen. Hier gelden de
volgende architectonische randvoorwaarden.
  • bouwstijl:       landelijk, boerderij-achtig
  • breedte:         minimaal 6 m         
  • diepte:           minimaal 7 m         
  • bouwhoogte:  één bouwlaag met kap         
  • goothoogte:    maximaal 3.5 m         
  • nokhoogte:     maximaal 7 m         
  • kapvorm:        wolfdak of mansardekap          
  • dakhelling:      minimaal 30° en maximaal 60°
  • materiaal:      gevels: donkerrode baksteen
  • daken:           antraciet (keramische, matte pannen) of riet 
   
Aan- en bijgebouwen
Volgens het bestemmingsplan is het, met inachtneming van de overige bebouwingsregels, mogelijk om aan één zijde van de woning een aanbouw of bijgebouw tot in de perceelsgrens op te richten, waarbij aan de andere zijde van het hoofdgebouw tenminste 3 meter onbebouwd dient te blijven. Om nu te voorkomen dat er aanbouwen aan weerszijden van de perceelsgrens worden opgericht, zodat
woningen ‘aan elkaar groeien’, is op de tekening aangegeven aan welke zijde deze aan- en bijgebouwen mogen worden opgericht. Voor deze aan- en bijgebouwen geldt dat deze in dezelfde stijl als het ontwerp van de woning worden vormgegeven en in dezelfde materialen en kleur worden uitgevoerd als de woning.
 
Erfafscheidingen
Langs de Peregrijn dient de erfafscheiding tussen de tuin en het openbaar gebied met de woning mee ontworpen te worden. Het liefst is deze erfafscheiding identiek aan de erfafscheiding bij het perceel Peregrijn 5, zoniet, dan moet hij conform de uitvoering bij andere kavels in deze wijk, die bestaan uit gemetselde penanten met daartussen een lage gemetselde muur van minimaal 40cm. De invulling tussen de penanten wordt overgelaten aan de bewoner zelf. Het gemetselde kader wordt zo voorgeschreven om een eenduidig, kwalitatief hoogwaardig beeld in de wijk te verkrijgen. De erfafscheidingen in de voortuinen bestaan bij voorkeur uit groene hagen, dit wordt aan de bewoner zelf over gelaten.
 
Kapvorm