Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bospark 't Wolfsven-Zuid
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.BPWolfsvenZuid-VP01

Artikel 2 Wijze van meten

Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
2.2
Bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
De oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
2.3
Bebouwingspercentage:
Het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de voorschriften nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
2.4
Breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.5
Dakhelling:
Langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6
Goothoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil verticaal tot aan de bovenkant goot, boeibord of druiplijn of daarmee gelijk te stellen constructiedeel van een gebouw of bouwwerk.
2.7
(Bouw)hoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
2.8
Inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane-grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9
Ondergeschikte bouwdelen:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftopbouwen, gevel- en kroonlijsten, erkers, overstekende daken en goten van dakkapellen met een maximale overschrijding van 1,5 meter en luifels en balkons met een maximale overschrijding van 3 meter buiten beschouwing gelaten
2.10
Oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren op 1 meter boven peil, danwel indien het bouwwerk uit meerdere bouwlagen bestaat, over de laag met het grootste oppervlak.
2.11
Peil:
1
voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
2
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.