Middels de watertoets wordt in een vroeg stadium bekeken wat de gevolgen zijn van ruimtelijke ingrepen.
De watertoets omvat het proces van vroegtijdig informeren van de waterbeheerder en het adviseren, afwegen
en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in de ruimtelijke plannen en besluiten.
Op 14 augustus 2006 heeft de gemeenteraad het Waterplan Geldrop-Mierlo 2006-2010 vastgesteld. Dit
waterplan is in samenwerking met waterschap Aa en Maas, waterschap De Dommel, Provincie Noord-Brabant
en Brabant Water opgesteld.
De waterpartners hebben het waterplan met de volgende doelen opgesteld:
- het verkrijgen van een gezamenlijke visie op waterbeheer, inclusief de plaats van water binnen de
inrichting van het stedelijk gebied;
- het afstemmen van het waterbeleid binnen de gemeente, tussen de gemeente en waterschappen
en met andere partijen, zodat het waterbeheer wordt uitgevoerd tegen de laagst maatschappelijke kosten;
- het maken van concrete afspraken over normen, maatregelen, de bekostiging van de maatregelen
en de doorwerking in de ruimtelijke ordening.
Het uitvoeren van het waterplan moet uiteindelijk leiden tot een duurzaam watersysteem en een
duurzame waterketen die nu en in de toekomst de afgesproken functies kunnen vervullen en voldoen aan
de eisen die we daaraan toekennen.
Het plangebied ligt met betrekking tot het beheer van het oppervlaktewater in het beheersgebied van
Waterschap de Dommel.
Op het te ontwikkelen perceel heeft een boerderij gestaan met een verhard dakoppervlak van 250 m2.
De nieuw te bouwen woningen hebben een nieuw aangenomen dakoppervlak van 510 m2 (3 x 170 m2).
De oppervlakte van de woningen is bepaald aan de hand van het dakoppervlak van de bestaande
bebouwing langs Genoenhuis. Daardoor wordt het dakoppervlak met 260 m2 vergroot.
Het toekomstige maaiveld is bepaald 20.30+NAP, dit is 20 cm beneden het toekomstig peil.
De gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) is 19.50+NAP en de k-waarde van de grond is 0.5
(Geohydrologisch onderzoek Genoenhuis te Geldrop, 20061018/WWIJ, d.d. 30 mei 2006).
Met deze gegevens kan men middels de HNO-tool, welke door Waterschap de Dommel te beschikking
wordt gesteld, de berging berekend worden.
De berging die moet worden aangelegd bedraagt 12 m3 voor het plangebied bij een extreme neerslag T=10 jaar.
Bij elk perceel moet dus een berging/infiltratievoorziening met een inhoud van 4 m3 worden aangelegd.
De berging/infiltratievoorziening kan bestaan uit bv. infiltratiekratten. Bij een extreme bui kan het overtollige
water middels een overloop afvoeren naar de sloot aan de voorzijde van het perceel.
Het afvalwater zal worden aangesloten op het bestaande gemeentelijk riool. Dit riool is een afvalwaterriool
waar geen hemelwater mag worden aangesloten. Afvalwater en hemelwater dienen altijd gescheiden te
worden aangeboden bij de perceelsgrens
Om zo min mogelijk vervuilde stoffen aan het grond- en oppervlaktewater toe te voegen mogen er geen
uitloogbare bouwstoffen gebruikt worden. Deze uitloogbare bouwstoffen zijn o.d. lood, koper en zink.