Voor dit artikel zijn enkel de bepalingen opgenomen voor zover deze niet overeenkomen met de begripsbepalingen uit bestemmingsplan Luchen of voor zover het nieuwe begripsbepalingen betreft die wel in voorliggend wijzigingsplan van toepassing zijn maar niet in bestemmingsplan Luchen.
Voor de overige begripsbepalingen wordt verwezen naar artikel 1 uit bestemmingsplan Luchen.
1 plan:
het hernieuwde uitwerkingsplan Luchen Fase 2 van de gemeente Geldrop-Mierlo.
2 verbeelding
de verbeelding: tekening met nummer
p.m. met de bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
4 aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
5 bebouwing:
Één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
6 bestaand:
a.
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag vóór het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
b.
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.
7 bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
8 bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
9 bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
10 bouwgrens:
De grens van een bouwvlak.
11 bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
12 bouwperceelsgrens:
De grens van een bouwperceel.
13 bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
14 bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
15 gebouw:
Elk bouwwerk, dat voor een mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
16 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
17 overkapping:
een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden, op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats.
18 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
19 voorgevelbouwgrens:
De naar de weg gekeerdegrens van het bouwvlak of, indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grens, de grens die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.