Type plan: uitwerkingsplan
Naam van het plan: uitwerking Luchen fase 2
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.UPfase2Luchen2011-OP01

Artikel 6 Wonen

6.2 Bouwregels

6.2.1 algemeen

De gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd als gevolg van het oprichten van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

6.2.2 hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
 
a. ter plaatse van:
1. de aanduiding aaneengebouwd zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van aaneengesloten woningen toegestaan;
2. de aanduiding gestapeld zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van gestapelde woningen toegestaan;
3. de aanduiding twee-aan-een zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van halfvrijstaande al dan niet geschakelde woningen toegestaan;     
4. de aanduiding vrijstaand zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van vrijstaande woningen toegestaan;
5. de specifieke bouwaanduiding vrijstaand en twee-aan-een zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van halfvrijstaande en/of vrijstaande, al dan niet geschakelde woningen toegestaan;
6. de specifieke bouwaanduiding patio zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van patiowoningen toegestaan;
     
b. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
 
c. per bouwvlak is niet meer dan het op de verbeelding aangeven aantal woningen toegestaan;
 
d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
 
e. ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding-voorgevelrooilijn mogen de hoofdgebouwen uitsluitend
    in de voorgevelbouwgrens gebouwd worden;
    

6.2.3 aan- en uitbouwen en bijgebouwen

 
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gelden de volgende bepalingen:
 
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
 
b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
 
c. bij hoekwoningen mogen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd vóór het verlengde van de voorgevelrooilijn van de om de hoek gelegen hoofdgebouwen;
 
d. de oppervlakte per aan- en uitbouw en bijgebouw mag niet meer bedragen dan 45 m²;
 
e. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 80 m²;
   
f. bij vrijstaande hoofdgebouwen dienen beide zijstroken tot een breedte van 3 m vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevelrooilijn;
 
g. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m en indien gebouwd wordt aan een éénlaagse bebouwing niet hoger dan dat gebouw;
 
h. de (nok)hoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
 
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen vóór de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gelden de volgende bepalingen:
 
a. aan- en uitbouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
 
b. aan- en uitbouwen dienen op een afstand van tenminste 2 m achter de perceelsgrens te worden gebouwd;
 
c. de diepte, gemeten vanuit de voorgevelrooilijn, mag niet meer bedragen dan 1 m;
 
d. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 3 m²;
 
e. de (nok)hoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw.
  
Let op, wat mag is ook vergunningsvrij, probleem?

6.2.4 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
 
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; 
 
b. de (nok)hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de (nok)hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
 
c. de (nok)hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat
(nok)hoogte van overige bouwwerken vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
   

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmeting van bebouwing.
De nadere eisen mogen alleen gesteld worden met inachtneming van de bouwregels:
  • als dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundige beeld, dan wel als dit noodzakelijk is met het oog op een verantwoorde stedenbouwkundige en/of architectonische inpassing in de bestaande bebouwing;
  • als dit noodzakelijk is in verband met de sociale veiligheid of de verkeersveiligheid;
  • ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

6.4 afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijkend gebruik:
a. voor de bouw c.q. het plaatsen van kleine hobbyruimten van lichte constructie, waaronder volières, buitenrennen en kassen met een maximale oppervlakte van 10 m2 én indien hoger dan 3 m;
   
b. van het bepaalde 5.2.1. onder a voor het bouwen van vrijstaande en half vrijstaande hoofdgebouwen in plaats van patiowoningen op plaatsen met de aanduiding ‘patiowoningen’ op de verbeelding’, mits;
1. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronden die van omwonenden;
2. dit niet leidt tot een onaanvaardbare verstoring van woon- en leefomgeving;
3. dit niet leidt tot een verslechtering van de stedenbouwkudige kwaliteit van het gebied;
4. het maximaal aantal te bouwen woningen niet overschreden wordt;
5. deze verandering geen onevenredige verkeersaantrekkende werking heeft of leidt tot een onevenredige vergroting van de parkeerbehoefte;
 
c. van het bepaalde in lid 5.2.2 onder e als dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar geacht wordt;
d. van het bepaalde in lid 5.2.3 onder d. voor vlaggenmasten tot een maximale (nok)hoogte van 10 m vanaf peil
 
  

6.5 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming 'Woondoeleinden' is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
a. aan-huis-verbonden beroepen zijn uitsluitend toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie. Dit houdt in dat de omvang niet meer mag bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;
b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
c. de activiteit dient te worden uitgeoefend door de bewoner;
d. detailhandel is niet toegestaan.

6.6 afwijking van de gebruiksregels

 
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijkend gebruik
voor het toestaan dat een (al dan niet vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en  bedrijven;
3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 75 m²;
4. het bijgebouw is gelegen op een maximale afstand van 20 m van het hoofdgebouw;
 
De omgevingsvergunning als bedoeld  wordt door burgemeester en wethouders ingetrokken zodra de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

6.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de verschillende aanduidingen voor hoofdgebouwen andere typen hoofdgebouwen toe te staan, met een afwijkende goot en nokhoogte, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. het toestaan van een afwijkend woningtype niet stuit op planologische en milieutechnische belemmeringen;
2. het bestaande en gewenste stedenbouwkundige beeld niet onaanvaardbaar wordt verstoord;
3. wat betreft de nok- en goothoogte aansluiting wordt gezocht bij het beeldkwaliteitplan en het bestaande stedenbouwkundige beeld in de omgeving;
4. de regels voor hoofdgebouwen die van toepassing zijn op de gewijzigde woningtypen onverkort van toepassing worden verklaard;
5. het maximaal aantal woningen mag niet worden overschreden.