Het doel van het uitwerkingsplan is om fase 2 van het moederplan Luchen nader uit te werken door gedetailleerd bestemmingen toe te kennen aan de uit te werken bestemming woondoeleinden. Het nieuwe uitwerkingsplan vervangt het eerste uitwerkingsplan van fase 2, waarmee een planologisch-juridisch kader geboden wordt om de gewenste invulling te realiseren.
Artikel 8.1.2 Besluit ruimtelijke ordening geeft aanvullend overgangsrecht voor uitwerkingsplannen. Een uitwerkingsplan mag worden vormgegeven en ingericht conform het moederplan. Het moederplan, in dit geval bestemmingsplan Luchen is analoog vormgegeven en ingericht en voldoet niet aan de vereisten van IMRO 2008. Het ontwerp van het moederplan is voor 1 januari 2010 ter inzage gelegd, wat betekent dat ook het uitwerkingsplan analoog mag worden vormgegeven en ingericht.
De verplichting om een IMRO 2008 plan op te stellen bestaat dus niet, maar het mag natuurlijk wel. Voor de eenduidigheid van nieuwe plannen en de extra mogelijkheden van terinzagelegging die
www.ruimtelijkeplannen.nl biedt, is ervoor gekozen om het uitwerkingsplan wel vorm te geven en in te richten conform IMRO 2008.
Dit betekent dat ook de terminologie van de nieuwe Wro en IMRO 2008 is gevolgd. Er wordt bijvoorbeeld niet meer gesproken van voorschriften en de plankaart, maar van regels en de verbeelding. Ook wordt, in tegenstelling tot in het moederplan, de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) gehanteerd voor het opstellen van het uitwerkingsplan.
De regels en flexibiliteitsbepalingen zijn ook aangepast aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid van de regels is opgenomen, waar in het moederplan nog sprake is van binnenplanse vrijstellingen. Ook de procedurebepaling, waarin geregeld was dat zienswijzen tegen een ontwerp vrijstelling zienswijzen ingediend konden worden, komt gezien de nieuwe regeling niet terug in het uitwerkingsplan.