Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

Artikel 2 Agrarisch met waarden - 3

Artikel 2 (Wijzigingsplan Eendenpoel 16) 
Artikel 7 (Bestemmingsplan Buitengebied)  Agrarisch met waarden - 3
 
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - 3' aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met
bijbehorende voorzieningen;
b verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
c water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
d extensief recreatief medegebruik;
e behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden in het algemeen
en in het bijzonder voor:
cultuurhistorische waardevolle gebieden ter plaatse van de aanduiding
´specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevol
gebied´;
f behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen
en in het bijzonder voor:
- natuurontwikkelingsgebieden ter plaatse van de aanduiding
´specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied´;
g houtsingel ter plaatse van de aanduiding ‘houtsingel’;
  
7.2 Bouwregels
a Op de gronden binnen deze bestemming mag zowel ondergronds als bovengronds
niet worden gebouwd.
b In afwijking van het bepaalde in sub a zijn bestaande veldschuren toegestaan
buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm
van agrarisch met waarden – veldschuur’ tot een bouwhoogte van 5,5 m.
  
7.3 Afwijking van de bouwregels
 
7.3.1 Omgevingsvergunning tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken
van de bouwregels voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen ten behoeve ven agrarisch gebruik, onder de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met uitzondering van
tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ten behoeve van fruitteelt
waarvoor geen maximale bouwhoogte geldt.
b De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 2 ha.
c De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig
worden aangetast.
 
7.3.2 Omgevingsvergunning bouwen rijbakken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken
van de bouwregels ten behoeve van de bouw van rijbakken onder de
volgende voorwaarden:
a De rijbak wordt gesitueerd direct grenzend aan het bestemmingsvlak van
de bestemmingen ‘Agrarisch - Bouwvlak’, ‘Bedrijf’ en ‘Wonen’.
b De oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m².
c De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag
bedragen dan 1 m.
d De belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
e De in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast.
  
7.4 Specifieke gebruiksregels
Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
a het gebruik van de gronden ten behoeve van tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen voor zover deze geen bouwwerken zijn;
b opslag van hooibalen;
c het gebruik van de gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen.
  
7.5 Afwijking van de gebruiksregels
 
7.5.1 Omgevingsvergunning kleinschalig kamperen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken
van de gebruiksregels voor het realiseren van kleinschalig kamperen,
waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Het aantal kampeermiddelen per agrarisch bedrijf of woning mag niet
meer bedragen dan 15.
b In afwijking van het bepaalde onder a mag het aantal kampeermiddelen
ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsconcentratie’ niet meer bedragen
dan 25.
c De oppervlakte niet meer mag bedragen dan 0,5 ha.
d Kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan grenzend aan de bestemming
Agrarisch - Bouwvlak of Wonen.
 
7.5.2 Omgevingsvergunning tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken
van het bepaalde in lid 3.4 voor het gebruik van de gronden voor tijdelijke
teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze geen bouwwerken
zijn,
waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 2 ha.
b De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig
worden aangetast.
  
7.6 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
 
7.6.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor
het aanleggen de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten
uitvoeren:
a Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden
– natuurontwikkelingsgebied':
- het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer
dan 100 m² per perceel of met meer dan 0,40 m wordt gewijzigd of
waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
- het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
0,40 m onder maaiveld;
- het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of
bemaling;
- het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroomof
bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
- het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen
en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
- het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of
het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan
containervelden, voor zover groter dan 100 m² per perceel.
 
7.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 7.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden
welke:
a Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen.
b Reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning
reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van
kracht worden van dit plan.
 
7.6.3 Toelaatbaarheid
De in lid 7.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend,
indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het
herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde
waarden.
  
7.7 Wijzigingsbevoegdheid
 
7.7.1 Bouwen permanente grondgerelateerde teeltondersteunende
voorzieningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten
behoeve van de bouw van permanente grondgerelateerde teeltondersteunende
voorzieningen onder de volgende voorwaarden:
a De bouwhoogte van permanente grondgerelateerde teeltondersteunende
voorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 m.
b Uitbreidingen van het verhard oppervlak dienen hydrologisch neutraal
ontwikkeld te worden.
c De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden
aangetast.
 
7.7.2 Bouwen permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende
voorzieningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten
behoeve van de bouw van permanente niet
-
grondgerelateerde teeltondersteunende
voorzieningen onder de volgende voorwaarden:
a Permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen
zijn uitsluitend toegestaan indien sprake is van een grondgebonden agrarisch
bedrijf.
b De bouwhoogte van permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende
voorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 m.
c De gezamenlijke oppervlakte aan de permanente niet-grondgerelateerde
teeltondersteunende voorzieningen en het bouwvlak van het desbetreffende
agrarische bedrijf mag niet meer bedragen dan 1,5 ha.
d Permanente niet-grondgerelateerde teeltondersteunende voorzieningen
zijn uitsluitend toegestaan grenzend aan de bestemming ‘Agrarisch -
Bouwvlak’.
e Uitbreidingen van het verhard oppervlak dienen hydrologisch neutraal
ontwikkeld te worden.
f De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden
aangetast.
 
7.7.3 Vormverandering bestemmingsvlak ‘Agrarisch - Bouwvlak’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten
behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak ‘Agrarisch Bedrijf’,
waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan worden toegepast gelijktijdig
met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming ‘Agrarisch - Bouwvlak’.
b De totale oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet worden vergroot.
c De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig
worden aangetast.
d Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing
van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
e Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
 
7.7.4 Wijziging naar Bos of Natuur
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in
de bestemming ‘Bos’ of ‘Natuur’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling
van bos en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie
van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals dat voor de ecologische
hoofdstructuur (EHS) ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke
vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied’, een ecologische
verbindingszone (EVZ) ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische
verbindingszone’, het landschappelijk raamwerk en bos-, natuur-,
en/of landschapscompensatie buiten de Ecologische HoofdStructuur
(EHS).
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als de in het gebied aanwezige natuurwaarden,
landschapswaarden, archeologische waarden, cultuurhistorische
waarden en hydrologische waarden niet onevenredig worden aangetast.
 
7.7.5 Wijziging naar Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in
de bestemming ‘Water’ waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie
van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals dat voor de ecologische
hoofdstructuur (EHS) ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke
vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied’, een ecologische
verbindingszone (EVZ) ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische
verbindingszone’, het landschappelijk raamwerk en bos-, natuur-,
en/of landschapscompensatie buiten de Ecologische HoofdStructuur
(EHS), beekherstel, waterberging of waterzuivering.
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als de in het gebied aanwezige natuurwaarden,
landschapswaarden, archeologische waarde, cultuurhistorische
waarden en hydrologische waarden niet onevenredig worden aangetast.
c De wijziging is uitsluitend toegestaan na afstemming met de waterbeheerder