Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

Artikel 6 Waarde - Archeologie 4

Artikel 6 (Wijzigingsplan Eendenpoel 16)
Artikel 30 (Bestemmingsplan Buitengebied)  Waarde - Archeologie 4
 
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Archeologie 4’ (Waarde – Archeologie middelhoog) aangewezen
gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming,
mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten
archeologische waarden van de gronden.
30.2 Bouwregels
Het is niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
a de verbouw en/of nieuwbouw van bestaande gebouwen, voor zover bij de
bouw de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of
ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden
worden uitgevoerd dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld,
met uitzondering van het bepaalde onder b;
b op gronden gelegen binnen de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch -
Bouwvlak’, ‘Agrarisch met waarden – 1’, ‘Agrarisch met waarden -2’,
‘Agrarisch met waarden – 3’ en ‘Agrarisch met waarden – 4’ geldt dat, in
afwijking van het bepaalde onder a, de onder a genoemde activiteiten
niet mogen worden uitgevoerd dieper dan 0,5 m ten opzichte van het
maaiveld;
c de bouw van een bijgebouw van of uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw
met een oppervlakte van niet meer dan 2.500 m²;
d bouwwerken ten dienste van de in deze bestemming genoemde functies
en ten dienste van overige aan deze gronden toegekende bestemmingen,
voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd
dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, voor zover de oppervlakte
niet meer dan 2.500 m² bedraagt.
e op gronden gelegen binnen de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch -
Bouwvlak’, ‘Agrarisch met waarden – 1’, ‘Agrarisch met waarden -2’,
‘Agrarisch met waarden – 3’ en ‘Agrarisch met waarden – 4’ geldt dat, in
afwijking van het bepaalde onder d, de onder d genoemde activiteiten
niet mogen worden uitgevoerd dieper dan 0,5 m ten opzichte van het
maaiveld;
 
30.3 Afwijking van de bouwregels
a Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken
van het bepaalde in 30.2 voor bouwwerken ten behoeve van samenvallende
bestemmingen, indien en voor zover:
1 met een archeologisch onderzoek is vastgesteld dat archeologische
waarden daarmee niet onevenredig worden geschaad;
2 in voldoende mate is gegarandeerd dat de middels archeologisch onderzoek
vastgestelde archeologische waarden worden veiliggesteld
door technische maatregelen of een archeologische opgraving.
b In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de
omgevingsvergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
1 de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor
monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
2 de verplichting tot het doen van opgravingen;
3 de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden
door een deskundige op het terrein van de archeologische
monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning
te stellen kwalificaties.
c Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld sub a wordt verleend,
wordt archeologisch advies ingewonnen.
 
30.4 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
 
30.4.1 Werken en werkzaamheden
a Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning
voor het aanleggen de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en
werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 2500 m²
of meer:
1 het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, het
roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,3 m onder maaiveld,
waaronder begrepen het aanleggen van drainage, met uitzondering
van het bepaalde onder 2;
2 het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, het
roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,5 m onder maaiveld,
waaronder begrepen het aanleggen van drainage op gronden gelegen
binnen de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch - Bouwvlak’, ‘Agrarisch
met waarden – 1’, ‘Agrarisch met waarden -2’, ‘Agrarisch met
waarden – 3’ en ‘Agrarisch met waarden – 4’ waaronder begrepen het
aanleggen van drainage;
3 het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
4 het ophogen en egaliseren van gronden;
5 het verlagen van het waterpeil;
6 het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven
van objecten in de bodem;
7 het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers en andere wateren;
8 het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij grond wordt
afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;
9 het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee
verband houdende constructies;
10 het slopen van gebouwen en het verwijderen van funderingen waarbij
grondroering plaatsvindt dieper dan 0,3 m dan maaiveld;
11 het slopen van gebouwen en het verwijderen van funderingen waarbij
grondroering plaatsvindt dieper dan 0,5 m dan maaiveld op gronden
gelegen binnen de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch - Bouwvlak’,
‘Agrarisch met waarden – 1’, ‘Agrarisch met waarden -2’, ‘Agrarisch
met waarden – 3’ en ‘Agrarisch met waarden – 4’ waaronder begrepen
het aanleggen van drainage.
b De in sub a genoemde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
over een oppervlakte van minder dan 2.500m² geldt niet indien
voor de datum van voorgenomen werken of werkzaamheden een
omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels of voor het
aanleggen is verleend voor aangrenzende terreinen of terreinen op een
afstand van minder dan 25 m van het onderhavige terrein.
 
30.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 30.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden
welke:
a in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen,
mits verricht door een ter zake deskundige;