Artikel 7 (Wijzigingsplan Eendenpoel 16)
Artikel 35 (Bestemmingsplan Buitengebied) Waterstaat – Attentiegebied EHS
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat – Attentiegebied EHS’ aangegeven gronden zijn, behalve
voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische waarden.
35.2 Omgevingsvergunning voor het aanleggen
35.2.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor
het aanleggen de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
uit te voeren:
a het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan
100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan
0,20 m wordt gewijzigd;
b het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
0,60 m onder maaiveld;
c het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren
van waterlopen, sloten en greppels;
d de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging
van een reeds bestaande drainage;
e het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven
van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van
grondwateronttrekkingen;
f het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten
van meer dan 100 m² anders dan een bouwwerk.
Het in lid 35.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden
welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte
betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning
reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van
kracht worden van dit plan.
De in lid 35.2.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend,
indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de hydrologische
waarden
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint
het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.