Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

2.3 Ruimtelijke structuur

De geomorfologie van de locatie wordt gekenmerkt als dekzandrug en dekzandvlakte (RLG-atlas). De bodemkundige hoofdeenheid op de projectlocatie bestaat uit zandgronden (code pZg21)
Beekeerdgronden; leemarm en zwak lemig fijn zand.
De beekeerdgronden van de beekdalen in het zandgebied kennen twee lagen. Een bovenlaag die rijk is aan organische stof en die plotseling overgaat in zand, dat arm is aan organische stof. De gronden stonden in de winter vaak onder water en in de zomer daalde het grondwater tot 1 meter diepte of meer. De onder natte omstandigheden ontstane organische stof geeft makkelijk bewerkingsproblemen vanwege de smerende eigenschappen.
 
Figuur 1: Bodemkundige hoofdeenheid
 
De planlocatie grenst aan een enkeerdgrond. Deze gronden hebben een dikkere humushoudende bovenlaag wordt ook wel een esdek genoemd. Dit dek is ontstaan door het langdurig bemesten van arme zandgronden met potstalmest, bestaande uit een mengsel van plaggen, dierenmest en huisafval. Middels deze methode bleef een akker in deze nutriëntarme omgeving jaarlijks vruchtbaar. Deze methode werd reeds toegepast vanaf de 13e eeuw, maar werd in hoofdzaak in de 17e eeuw in toenemende mate gehanteerd. Deze methode heeft een stempel gedrukt op het landschap. Ophogingen tot wel 75 cm dik komen voor.
De locatie maakt deel uit van een beekdal.
Het beekdal van de Goorloop omvat naast de beek diverse broekbossen, (natte) graslanden en landbouwgronden. Dit beekdal bepaalt voor een groot deel het oostelijk gelegen landbouwgebied in de gemeente.