Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

3.3 Verordening Ruimte

De Verordening Ruimte (fase1) is op 23 april 2010 vastgesteld door Provinciale Staten. Op 1 juni 2010 is de Verordening Ruimte (fase 1) in werking getreden. Gedeputeerde Staten hebben de Paraplunota ruimtelijke ordening per 1 juni 2010 ingetrokken. Hierdoor geldt een complex aan beleidsdocumenten, dat aan de paraplunota was gekoppeld, niet meer als beleidskader.
De Verordening Ruimte fase 2 is een aanvulling op fase 1, de twee fase vormen samen de Verordening Ruimte.
De Verordening Ruimte fase 2 is op 17 december 2010 vastgesteld en is per 1 maart 2011 in werking. De inhoud van de Verordening ruimte bevat op hoofdlijnen regels voor:
      
  • Regionaal perspectief voor wonen en werken     
  • Ruimte-voor-ruimteregeling      
  • GHS-natuur/EHS
  • Bescherming tegen wateroverlast en overstromingen  
  • Grond- en oppervlaktewatersysteem      
  • Land- en tuinbouw (integrale zonering, glas, TOV)    
  • regeling agrarische gebieden;     
  • regeling groenblauwe mantel;    
  • bescherming van aardkundige en cultuurhistorische waarden en nationale landschappen
Voor een groot deel zijn de regels gelijk aan de Intrimstructuurvisie/Paraplunota. De belangrijkste wijzigingen voor het landelijk gebied hebben betrekking op de regels voor intensieve veehouderij (reconstructie/integrale zonering). In de voorgestane bedrijfssituatie zal er geen sprake zijn van een intensieve veehouderij (zie par. 3.4).
 

De locatie is gelegen in de groenblauwe mantel. Dit zijn gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
 
Een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel:      
  1. bepaalt dat nieuwvestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf niet is toegestaan;
  2. kan bepalen dat hervestiging van en omschakeling naar een grondgebonden agrarisch bedrijf binnen een bestaand bouwblok zijn toegestaan mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat;      
  3. kan voorzien in een uitbreiding van een grondgebonden agrarisch bedrijf mits uit de toelichting blijkt dat deze uitbreiding noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering en deze uitbreiding een positieve bijdrage levert aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken;  
  4. bepaalt dat gebouwen en permanente voorzieningen ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf geconcentreerd zijn in het bouwblok.
  
De plannen hebben betrekking op de uitbreiding van een bestaand grondgebonden agrarisch bedrijf. De beoordeling of er na uitbreiding sprake is van een intensieve veehouderij ligt bij de gemeente Geldrop-Mierlo. Onderhavige ruimtelijke onderbouwing vormt tevens de toelichting als bedoeld in punt 3).
 
De planlocatie ligt daarnaast in een attentiegebied EHS. Attentiegebieden EHS zijn zones die de hydroplogisch afhankelijke delen van de EHS (natte natuurparels) bedekken en tevens een zone van gemiddeld 500 meter breed rondom een natte natuurparel omvatten. Activiteiten, die een negatief effect op de (grond)waterstand in een natte natuurparel kunnen hebben, worden aan een aanlegvergunningenstelsel onderworpen. Uitgangspunt van het waterschap is dat de activiteit hydrologisch neutraal uitgevoerd dient te worden (zie hoofdstuk 6).
 
De overige (gewijzigde) regels van de Verordening Ruimte hebben geen betrekking op onderhavig project of komen verderop in dit rapport aan de orde en zijn daarom in deze paragraaf buiten beschouwing gelaten.