Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

6.3 Hydrologisch neutraal ontwikkelen

Aanleg van nieuw verhard oppervlak leidt tot versnelde afvoer van hemelwater naar de watergangen. Om te voorkomen dat hierdoor wateroverlast ontstaat, is de aanleg van extra waterberging van belang (waterbergingscompensatie).
 
Het watersysteem in het landelijke gebied is veelal ontworpen op een (afvoer)gebeurtenis met een herhalingstijd van 10 jaar (T=10). Er dient getoetst te worden aan de maatgevende neerslaggebeurtenis volgens de regenduurlijn T=10. Door de klimaatsveranderingen nemen de neerslagintensiteiten in komende decennia mogelijk toe. De neerslagvolumen van de regenduurlijnen worden daarom vooraf met 10% verhoogd.
 
Figuur 4: regenduurlijnen
 
Om hydrologisch neutraal te bouwen en versnelde afvoer te voorkomen, worden de volgende waterkwantiteitsrits gehanteerd, waarbij de optie ‘hergebruik’ het meest wenselijk en de optie ‘afvoeren naar oppervlaktewater’ het minst wenselijk is.
 
Optie ‘hergebruik’
: hergebruik van regenwater vindt niet plaats binnen het melkveebedrijf van de initiatiefnemer. Binnen de inrichting zijn geen mogelijkheden deze hemelwatertoevoer te verwerken of hergebruiken.
 
Optie ‘vasthouden’
: geconcludeerd kan worden dat op basis van de grondwaterstanden (GHG 0,6 m – 1,2 m – mv) en de slechte infiltratiemogelijkheden ter plaatse, de bodem weinig mogelijkheden biedt voor de infiltratie van hemelwater. Het realiseren van een retentievoorziening om versnelde afvoer te voorkomen is wel mogelijk.

6.3.1 Bergingscapaciteit

Versnelde afvoer door de geplande uitbreiding dient voorkomen te worden. Door het nieuwe verharde oppervlak zal het water versneld afstromen. Dit effect kan opgevangen worden door deze versnelde afvoer te compenseren middels een waterberging (retentie).
 
Waterschap de Dommel en Waterschap Aa en Maas hebben gezamenlijk het toetsinstrumentariujm Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen ontwikkeld. Het toetsinstrumentarium is in principe bruikbaar voor toetsing van alle plannen. In een aantal gevallen is aanvullend het gebruik van een (geo)hydrologisch model nodig. Voor de planlocatie is dit niet noodzakelijk.
 
De berekening met de HNO-tool is uitgevoerd voor de planlocatie. De rekenresultaten zijn toegevoegd in bijlage VII. Omdat de planlocatie in het landelijk gebied is gelegen dient de te realiseren buffer ontworpen te worden op een (afvoer)gebeurtenis met een herhalingstijd van 10 jaar (T=10). De totale benodigde berging binnen het plangebied bedraagt 144 m3 voor de situatie T=10.

6.3.2 Bergingsvoorziening

Om hydrologisch neutraal te bouwen en versnelde afvoer te voorkomen, wordt berging toegepast. De mogelijkheden voor Infiltratie binnen het plangebied zijn slecht. Er wordt een nieuwe voorziening voor de opvang van water binnen het plangebied gerealiseerd. Parallel aan de nieuw te bouwen rundveestal wordt een sloot gegraven. Alleen de bovenste 60 cm van de sloot (boven GHG) mogen tot de retentievoorziening gerekend worden.
De GHG-hoogte binnen het plangebied bedraagt circa 60 - 80 cm-mv. Voor het berekenen van de buffercapaciteit, moet rekening worden gehouden met deze hoogte. De waterbuffer krijgt hierdoor een bergingsdiepte van maximaal 60 cm – mv. De bovenste 10 cm wordt vrij gehouden als waakhoogte en (gedeeltelijke) berging voor de situatie T=100. Per saldo blijft er 50 cm waterbuffer over voor de situatie T=10. Er is sprake van een taludhelling van 45
°
. De totale inhoud van de retentievoorzieningen bedraagt 167 m3. De locatie van de retentievoorziening is opgenomen in het beplantingsplan.
 
Tussen de bergingsvoorziening en de bestaande watergangen ten zuid-oosten wordt leegloopvoorziening aangebracht. De vertraagde afvoer is beperkt tot de lokale afvoercoëfficient (0,67 l/s/ha) en bedraagt op basis van het totale oppervlak van de planlocatie 3,6 m3 per uur. Wanneer de infiltratiecapaciteit van de bodem buiten beschouwing gelaten worden betekend dit dat de bergingscapaciteit van de voorziening na een maatgevende bui (T=10+10%) in circa 40 uur (1,6 dag) weer volledig beschikbaar is.