Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

6.6 Toetsingscriteria

De watertoets bestaat uit de onderstaande toetsingscriteria. Punt voor punt wordt afgewogen of het verantwoord is om de voorgenomen activiteit te realiseren.

6.6.1 Veiligheid

De waarborging dat bij extreme neerslag de hoeveelheid water ook daadwerkelijk kan worden afgevoerd is aanwezig. De buffer zal zodanig groot zijn dat de capaciteit voldoende is bij T=10+10%. In de situatie van T=100+10% zal er overloop op de naastgelegen (in eigendom zijnde) weilanden plaatsvinden en zal zo voldoen aan de normen zoals gesteld door het waterschap.

6.6.2 Wateroverlast

De wateroverlast wordt zoveel mogelijk beperkt om via de waterbuffer het hemelwater op te vangen. Versnelde afvoer wordt daardoor voorkomen, waardoor eventuele wateroverlast beperkt blijft.
Ook bij extreem weer zal door middel van de retentievoorziening en overloop op grasland versnelde afvoer voorkomen worden, waardoor eveneens eventuele wateroverlast beperkt blijft.

6.6.3 Riolering

Het bedrijf is voorzien van riolering, waar het afvalwater op wordt geloosd. Een deel van het (ernstig vervuild) afvalwater wordt geloosd in de aanwezige gierkelders. Indien noodzakelijk is de afvoer voorzien van olie-/slibafvanger (spoelplaatsen).

6.6.4 Volksgezondheid

Het oppervlaktewater wat via de retentievoorziening wordt opgevangen/afgevoerd, vormt geen risico voor de volksgezondheid.

6.6.5 Grondwateroverlast

Bij berging in de waterbuffer is geen sprake van invloed op het grondwater omdat er geen structurele peilverhoging ontstaat. De nieuwe verharding heeft geen consequenties voor een eventuele bodemdaling.

6.6.6 Oppervlaktewaterkwaliteit

Het hemelwater wat infiltreert/afstroomt, bevat geen verontreinigingen zoals meststoffen en dergelijke, en levert daardoor geen negatieve bijdrage aan het oppervlaktewater.
Doordat het hemelwater wat geen schadelijke stoffen bevat heeft dit ook geen negatieve invloed op de kwaliteit van het grondwater.
Het heeft de voorkeur van het Waterschap om geen gebruik te maken van uitlogende materialen als zink, koper, lood en zacht pvc. De initiatiefnemer is niet van plan om deze materialen te gebruiken voor de nieuwe bebouwing/verharding.

6.6.7 Verdroging

Doordat er geen grondwater aan de bodem wordt onttrokken heeft de exploitatie van dit bedrijf ook geen invloed op de verdroging. Een toename van verharding kan verdroging veroorzaken doordat de aanvulling van het grondwater vermindert. Voor deze locatie wordt dat voorkomen door de te realiseren retentievoorziening.