Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Vergroten agrarisch bouwblok Eendenpoel 16 te Mierlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1771.WPEendenpoel16-VP01

7.1 Bodem

Voor de aangevraagde situatie vindt er een uitbreiding plaats ten aanzien van bodembedreigende processen. In dit kader kan worden genoemd, de opslag van drijfmest. In het kader van de Wet milieubeheer zijn in de voorschriften bodembeschermde maatregelen opgenomen.
 
Bij het opstellen van een bestemmingsplan, een wijziging daarvan of een projectbesluit moet worden onderzocht of bodemverontreinigingen de voorgenomen bestemming niet onmogelijk maakt of belemmert. Als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening moet tenminste middels een historisch onderzoek worden onderzocht of eventuele bodemverontreiniging een belemmering vormt.
Op grond van de Woningwet bevat de bouwverordening voorschriften over het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem. Bij bouwaanvragen dient middels een recent bodemonderzoek NEN 5740 de bodemgesteldheid te zijn vastgesteld. Een uitzondering hierop wordt gevormd door gebouwen welke geen verblijfsfunctie kennen en waar minder dan 2 uur per dag mensen in verblijven.
 
Op de locatie Eendenpoel 16 is in 2003 een verkennend bodemonderzoek (Oko-Care BV, S-3875) uitgevoerd. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat:
 
  • in de bovengrond een lichte verhoging met extraheerbare organische halogeenverbindingen (EOX) is aangetoond.
  • De ondergrond niet verontreinigd is met de stoffen waarop onderzocht is;
  • Het grondwater sterk verontreinigd is met cadmium en zink en licht verontreinigd is met chroom en zylenen.
Op grond van de analyseresultaten van de het verzamelde bovengrondmengmonster en het grondwatermonster, wordt de hypothese ‘niet-verdachte locatie’ verworpen. Er mag echter worden aangenomen, dat er op de onderzoekslocatie geen sprake is van een verontreiningssituatie. Op basis van deze aanname kan worden geconcludeerd, dat er geen belemmeringen van milieukundige aard bestaan voor de voorgenomen nieuwbouw op de onderzoekslocatie.
 
Bij eventuele afvoer van uitkomende grond zal de ontgraven grond geclassificeerd moeten worden volgens het Besluit bodemkwaliteit.. Indien het schone grond betreft is deze vrij toepasbaar mits de bijbehorende bescheiden gedurende één jaar worden bewaard. Indien het categorie-1 grond betreft mag deze grond alleen worden toegepast in een werk. Verwerking van categroie-1 grond is meldingsplichtig bij het bevoegd gezag.
 
In 2009 is er door Actief Bodembeheer De Kempen een verificatieonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat onder de asfalt verharding van de Eendenpoel plaatselijk zinkassen hetrogeen aanwezig zijn.
 
Gezien de reeds verrichte onderzoeken bestaat er geen noodzaak om nog een historische onderzoek uit te laten voeren.