direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Baanderherenweg
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP06BAANDERHW-OTW1

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep; Pm gemeente: beroep/bedrijf aan huis beleid?
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - atelierwoning', bedrijfsactiviteiten genoemd in categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals in de bijlage opgenomen, met dien verstande dat deze bedrijfsactiviteiten uitsluitend plaatsvinden op de eerste bouwlaag;
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbijbehorende:

  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. tuinen, erven en (dak)terrassen;
  • f. parkeervoorzieningen, wegen en paden;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. aaneengebouwde woningen, zijn uitsluitend aaneengebouwde woningen toegestaan;
    • 2. specifieke bouwaanduiding - atelierwoning, zijn uitsluitend atelierwoningen toegestaan;
  • c. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. de woningen dienen te worden afgedekt met een plat dak.

4.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 50 % van het achtererfgebied bedragen met een maximum van 50 m² per hoofdgebouw;
  • c. de goothoogte van een aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 meter;
  • d. de maximale goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • e. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 meter.

4.2.3 Erkers

Voor het bouwen van erkers gelden de volgende bepalingen:

  • a. erkers dienen op minimaal 0,50 meter van de zijdelingse bouwperceelgrens te worden gesitueerd met uitzondering van twee aaneengesloten erkers, welke op de gemeenschappelijke bouwperceelgrens mogen worden gesitueerd;
  • b. de breedte van de erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw met een maximum van 4 meter;
  • c. de diepte van de erker mag niet meer bedragen dan van de breedte van de erker met een maximum van 1,50 meter;
  • d. de diepte van de erker mag niet meer bedragen dan van de diepte van de strook grond voor de voorgevel of het verlengde daarvan;;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer vermeerderd met 0,30 meter.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van overkappingen

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. overkappingen dienen achter de voorgevel of het verlengde te worden gesitueerd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de overkappingen mag niet meer dan 30 m² bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage van het achter de voorgevel of verlengde daarvan gelegen zij- en achtererf mag niet meer dan 50% bedragen;
  • d. de goothoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 meter bedragen.

4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien vesratnde dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel of het verlengde daarvan niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Bij toepassing van dit lid is het bepaalde in 6.2 van toepassing.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd, mits:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid; en
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.