direct naar inhoud van Artikel 7 Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap
Plan: Buitengebied 2011
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.Bp01buitengeb2011-otw1

Artikel 7 Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch grondgebruik;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. het behoud, de versterking en/of het herstel van de cultuurhistorische waarde van de bebouwing indien het gronden betreft met panden en/of elementen die worden genoemd in de Monumentenlijst gemeente Boxtel 2010;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' voor het tijdelijk parkeren ten behoeve van evenementen op landgoed Velder;
  • e. agrarische nevenactiviteiten in de zin van extensieve dagrecreatie, zijnde boerengolf, grenzend aan het bestemmingsvlak Agrarisch - Agrarisch bedrijfHoog-Munsel 9, tot een maximale oppervlakte van 7.500 m²;
  • f. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingen';
  • g. de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beekherstel';
  • h. het ontwikkelen van nieuwe natuur ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - natuurontwikkelingsgebied';
  • i. extensief recreatief medegebruik;
  • j. doeleinden van openbaar nut;
  • k. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en archeologische waarden en kenmerken van deze gronden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals perceelsontsluitingen, onverharde wegen, kavelpaden, groenvoorzieningen en sloten.

7.2 Bouwregels

Op de voor ' Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienst van de bestemming, met dien verstande dat:

  • a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a schuilstallen zijn toegestaan, uitsluitend zover deze reeds legaal bestonden op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan, op de plaats en tot de afmetingen zoals die bestonden op genoemd tijdstip.

7.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. teeltondersteunende voorzieningen met een permanent karakter zijn niet toegestaan;
  • b. voeropslagvoorzieningen zijn niet toegestaan;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 1 m .
  • d. paardenbakken zijn niet toegestaan.

7.3 Nadere eisen
7.3.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de bouwhoogte van bebouwing;
  • b. de aard, bouwhoogte en de situering van erfafscheidingen.

7.3.2 Afwegingskader

De in 7.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van omliggende waarden;
  • c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit ten behoeve van duurzaam agrarisch grondgebruik;
  • d. ten behoeve van de milieusituatie
  • e. ten behoeve van de verkeersveiligheid;
  • f. ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

7.3.3 Procedure

Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 53.1 van toepassing.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik of laten gebruiken gronden voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1 Verbod

Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingen': het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beekherstel':
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2;
    • 2. het ophogen van gronden.

7.5.2 Uitzonderingen verbod

Het in 7.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

7.5.3 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.5.1 onder b wordt het betrokken waterschapsbestuur gehoord.

7.5.4 Afwegingskader

Uitvoering van de in 7.5.1 genoemde werken of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.

7.5.5 Waarden

Onder de in 7.5.4 genoemde waarden worden verstaan:

  • a. ten aanzien van de in 7.5.1 onder a genoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de ecologische verbindingszone voor uitwisseling van flora en fauna tussen natuurgebieden;
  • b. ten aanzien van de in 7.5.1 onder bgenoemde werken of werkzaamheden: de waarden van de gronden voor behoud, beheer en herstel van watersystemen.

7.6 Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Uitbreiding intensieve veehouderij

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de aanduiding 'intensieve veehouderij' voor de uitbreiding van het agrarisch bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', onder de voorwaarden dat:

  • a. de gronden grenzen aan gronden met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en de wijziging plaatsvindt in het kader van uitbreiding van het agrarisch bedrijf;
  • b. sprake is van een duurzame locatie intensieve veehouderij;
  • c. de wijziging uit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of ontwikkeling van een reëel agrarisch bedrijf;
  • d. na wijziging de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak Agrarisch - Agrarisch bedrijf niet meer bedraagt dan 1,5 hectare, waarbij tenminste 10% van het bestemmingsvlak (grootte na wijziging) wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder e mag het bestemmingsvlak Agrarisch - Agrarisch bedrijf eenmalig worden vergroot waarna het maximaal 2,5 hectare bedraagt, uitsluitend onder de voorwaarden dat:
    • 1. het bouwblok op 20 maart 2010 een omvang had van ten minste 1,5 ha.;
    • 2. de vergroting noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de huisvestingseisen, voortvloeiend uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en uit de op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde eisen;
    • 3. de wijziging is aangevraagd voor 1 januari 2013;
  • f. de gebiedswaarden substantieel worden versterkt conform een ingediend landschapversterkingsplan, door middel van het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving;
  • g. de wijziging milieuhygiënisch uitvoerbaar is;
  • h. de artikelen 7.6.8 en 7.6.9 in acht worden genomen.

7.6.2 Uitbreiding van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de aanduiding 'intensieve kwekerij' voor de uitbreiding van overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven, onder de voorwaarden dat:

  • a. de gronden grenzen aan gronden met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de aanduiding 'intensieve kwekerij' en de wijziging plaatsvindt in het kader van de uitbreiding van het agrarisch bedrijf;
  • b. de wijziging uit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of ontwikkeling van een reëel agrarisch bedrijf;
  • c. na wijziging de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' niet meer bedraagt dan 1,5 hectare, waarbij tenminste 10% van het bestemmingsvlak (grootte na wijziging) wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing;
  • d. de gebiedswaarden substantieel worden versterkt conform een ingediend landschapversterkingsplan, door middel van het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving;
  • e. de wijziging milieuhygiënisch uitvoerbaar is.
  • f. de artikelen 7.6.8 en 7.6.9 in acht worden genomen.

7.6.3 Uitbreiding agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'zonder de aanduiding 'intensieve veehouderij' en zonder de aanduiding 'intensieve kwekerij' voor de uitbreiding van het agrarisch bedrijf, onder de voorwaarden dat:

  • a. de gronden grenzen aan gronden met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' en de wijziging plaatsvindt in het kader van uitbreiding van het agrarische bedrijf dan wel ten behoeve van het dierenwelzijn;
  • b. de wijziging uit bedrijfseconomisch oogpunt noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of ontwikkeling van een reëel agrarisch bedrijf;
  • c. na wijziging de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' niet meer bedraagt dan 2 hectare, waarbij tenminste 10% van het bestemmingsvlak (grootte na wijziging) wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing;
  • d. de wijziging niet strekt tot uitbreiding van intensieve veehouderij;
  • e. de wijziging milieuhygiënisch uitvoerbaar is;
  • f. de gebiedswaarden substantieel worden versterkt conform een ingediend landschapversterkingsplan, door middel van het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving;
  • g. de artikelen 7.6.8 en 7.6.9 in acht worden genomen.

7.6.4 Vormverandering agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' ten behoeve van de vormverandering van het vlak met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', onder de voorwaarden dat:

  • a. de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' grenzen aan gronden met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf';
  • b. de totale oppervlakte van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' niet toeneemt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' de vormverandering niet mag plaatsvinden ten behoeve van een intensieve veehouderij;
  • d. de wijziging milieuhygiënisch uitvoerbaar is;
  • e. de gebiedswaarden substantieel worden versterkt conform een ingediend landschapversterkingsplan, door middel van het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving;
  • f. de artikelen 7.6.8 en 7.6.9 in acht worden genomen.

7.6.5 Teeltondersteunende voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen' voor de uitbreiding van het agrarisch bedrijf voor permanente en/ of tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, onder de voorwaarden dat:

  • a. de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' grenzen aan gronden met de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw';
  • b. de wijziging noodzakelijk en/of gewenst is in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering;
  • c. na de wijziging de omvang van het aanduidingvlak 'specifieke vorm van agrarisch – teeltondersteunende voorzieningen' niet meer bedraagt dan 1,5 hectare, waarbij tenminste 10% van het bestemmingsvlak (grootte na wijziging) wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing;
  • d. de wijziging milieuhygiënisch uitvoerbaar is;
  • e. de gebiedswaarden substantieel worden versterkt conform een ingediend landschapsversterkingsplan, door middel van het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving;
  • f. de artikelen 7.6.8 en 7.6.9 in acht worden genomen.

7.6.6 Natuurontwikkeling

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' wijzigen in de bestemming 'Natuur' en/ of 'Water' al dan niet onder het toevoegen van de dubbelbestemming 'Waarde - Leefgebied soorten van stromend water' ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone - natuurontwikkelingsgebied', 'milieuzone - beekherstel' en 'milieuzone - ecologische verbindingen ', onder de voorwaarden dat:

  • a. de inrichting van de gronden tot natuur of water geen onevenredige belemmering vormt voor het gebruik van de belendende agrarische percelen;
  • b. de natuurontwikkeling op deze gronden geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de grondeigenaren.

7.6.7 Bonussloopregeling

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - bebouwing' opnemen onder de voorwaarde dat op de betreffende gronden sloop heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in 4.4.5, 4.4.6, 5.4.3, 5.4.4 8.4.2, 8.4.3, 26.4.3 en 26.4.

7.6.8 Voorwaarden wijziging

Ten aanzien van de in 7.6.1, 7.6.2, 7.6.3, 7.6.4, 7.6.5 genoemde bevoegdheden geldt dat:

  • a. op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding of grenzend aan de aanduiding 'milieuzone - ecologische verbindingen' de wijziging uitsluitend is toegestaan, onder de voorwaarde dat het functioneren van de verbindingszone niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding of grenzend aan de aanduiding 'milieuzone - beekherstel' de wijziging uitsluitend is toegestaan, onder de voorwaarde dat dit gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen;
  • c. door de wijziging de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische of archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • d. ter plaatse van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie - Categorie 2', 'Waarde - Archeologie - Categorie 3' en 'Waarde - Archeologie - Categorie 4' dat na wijziging voor het gewijzigde deel niet de uitzondering geldt, genoemd in 30.2.3 onder d, 31.2.3 onder d en 32.2.3 onder d.

7.6.9 Advies

Met betrekking tot de toepassing van de in 7.6.1, 7.6.2, 7.6.3, 7.6.4, 7.6.5 genoemde bevoegdheden wordt advies ingewonnen bij:

  • a. de WUBBB ten aanzien van de vraag of de gebiedswaarden in voldoende mate worden versterkt bij uitvoering van het ingediende landschapversterkingsplan (voor zover deze voorwaarde bij de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen), waarbij de WUBBB zich zo nodig baseert op een deskundigenrapport;
  • b. de AAB wanneer sprake is van een bedrijfseconomisch advies en/of belang;
  • c. het waterschap ten aanzien van de vraag of de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt aangetast.