Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Landbouwlandgoed Bloemendael Roond
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0757.Bp01LandgoedRoond-vst1

Artikel 25 Algemene ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
  1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages met uitzondering van de bepalingen ten aanzien van de maximaal toegestane inhoud van woningen;
  2. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. de bestemmingsbepalingen met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de vrijstelling gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  4. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat andere-bouwwerken worden opgericht met een hoogte van niet meer dan 10 m;
  5. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de grenzen van het bestemmingsvlaknaar de buitenzijde worden overschreden door:
    1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    3. (hoek)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bestemmingsvlakgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;
  6. het bepaalde ten aanzien van de maximale hoogte van gebouwen en toestaan dat de hoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen;
  7. de bestemmingsbepalingen ten behoeve van jaarlijkse evenementen, festiviteiten en/of manifestaties;
  8. de onder a tot en met g genoemde afwijkingen kunnen uitsluitend verleend worden mits:
    1. de gebiedswaarden worden versterkt;
    2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de woonsituatie;
      • de milieusituatie;
      • de verkeersveiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.