direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Vendelstraat 14
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP07MISSEVENDEL-OTW1

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in de woning, met dien verstande dat maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt, de activiteiten milieuhygiënisch inpasbaar zijn in de woonomgeving en het beroep door de bewoner wordt uitgeoefend;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Binnen het bouwvlak zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan.
  • c. De voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in de voorgevellijn.
  • d. De afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt minimaal 3 meter aan beide zijden, indien de afstand van de bestaande situatie minder bedraagt dan de hiervoor genoemde afstand geldt deze afstand als minimale afstand.
  • e. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.
  • f. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.
  • g. De breedte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 15 meter.
  • h. De diepte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 12 meter.
  • i. Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 50 % bedragen.

3.2.2 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 meter.
  • c. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter.
  • d. In afwijking van het bepaalde onder 3.2.2. sub c mag aan één zijde van de woning tot op de perceelsgrens worden gebouwd.
  • e. De afstand tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw moet ten minste 3 meter bedragen.
  • f. Achter de achtergevel van het hoofdgebouw moet een aaneengesloten open ruimte aanwezig zijn van tenminste 30 m² groot en tenminste 5 meter diep.
  • g. De gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen en bijgebouwen mag achter de maximaal toelaatbare diepte van het hoofdgebouw ten hoogste 50 m² bedragen, behoudens het bepaalde onder 3.2.2. sub h.
  • h. Bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • i. Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 50 % bedragen.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 meter.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 meter.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering ten opzichte van de openbare weg en de goothoogte van gebouwen alsmede de vormgeving en de dakvorm van hoofd- en bijgebouwen, deze eisen mogen slechts gesteld worden met inachtneming van de volgende bebouwingsregels:

  • a. Indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit;
  • b. Indien dit noodzakelijk is ter waarborging van het stedenbouwkundige beeld;
  • c. Indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en/of architectonische inpassing in de bestaande bebouwing.

3.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. Van het bepaalde onder 3.2.1 sub c voor het situeren van de voorgevel achter de voorgevellijn, mits de afstand niet meer dan 3 meter (evenwijdig) achter de voorgevellijn bedraagt.
  • b. Van het bepaalde onder 3.2.2. sub a ten behoeve van een hoogte van 5 meter.
  • c. Voor het overschrijden van de voorgevellijn voor erkers, serres en andere uitbouwen alsmede balkons en galerijen die de bebouwingsgrens met niet meer dan 1,5 meter overschrijden.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • c. detailhandel, anders dan ter plaatse vervaardigde producten;
  • d. kamerbewoning;
  • e. prostitutie;
  • f. seksinrichtingen.

3.6 Ontheffing van de gebruiksregels
3.6.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen voor het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroep tot een maximum oppervlak van 60 m², mits:

  • a. De omvang niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning.
  • b. Het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt.
  • c. Detailhandel, anders dan in ter plaatse vervaardigde producten, niet mag plaatsvinden.
  • d. De activiteit milieuhygiënisch inpasbaar is in de woonomgeving.
  • e. Het beroep wordt uitgeoefend door de bewoner.