direct naar inhoud van Regels
Plan: Quantiparts Netherlands H2O
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0244.Innovatiestraat-0002

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

De bepalingen uit artikel 1 van het bestemmingsplan "Bedrijvenpark H2O" van de gemeente Hattem, vastgesteld op 17 september 2018, zijn van toepassing met inbegrip van de hieronder aangegeven wijzigingen en aanvullingen van die regels.

1.1 plan: (1.1)

het bestemmingsplan Quantiparts Netherlands H2O met identificatienummer NL.IMRO.0244.Innovatiestraat-0002 van de gemeente Hattem.

1.2 bestemmingsplan: (1.2)

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of afbeelding, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Bedrijventerrein

Voor zover de gronden zijn voorzien van de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn de regels van artikel 3 van het bestemmingsplan "Bedrijvenpark H2O" van de gemeente Hattem, vastgesteld op 17 september 2018 van toepassing met inbegrip van de hieronder aangegeven wijzigingen van die regels.

2.1 Bestemmingsomschrijving (artikel 3.1)

De tekst van artikel 3.1 wordt vervangen door de volgende tekst:

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • b. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • c. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
  • d. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4,2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
  • e. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1, 4,2 en 5.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.1'. De 5.1-bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 en zijn voorzien van een blauwe arcering zijn niet toegestaan.
  • f. een bedrijf met het proefdraaien van verbrandingsmotoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - proefdraaien verbrandingsmotoren';
  • g. afhaalpunten en e-commerce;

met daaraan ondergeschikt:

  • h. ecologische voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. opslag van goederen ten dienste van het op het bouwperceel gevestigde bedrijf;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. water;
  • n. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder retentievoorzieningen en waterberging;
  • o. wegen en straten;
  • p. fiets- en voetpaden;

met de daarbijbehorende:

  • q. gebouwen;
  • r. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • s. erven en terreinen.
2.2 Specifieke gebruiksregels (artikel 3.5)

De tekst van artikel 3.5 wordt vervangen door de volgende tekst:

Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Bedrijventerrein' is aan een aantal beperkingen gebonden. De gronden en bouwwerken mogen niet:

  • a. worden gebruikt voor risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  • b. worden gebruikt voor bedrijven die niet zijn genoemd in lid 3.1;
  • c. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het productiegebonden detailhandel betreft;
  • d. worden gebruikt voor het wonen;
  • e. worden gebruikt voor zelfstandige kantoren;
  • f. worden gebruikt voor parkeren anders dan op eigen terrein;
  • g. worden gebruikt voor bedrijven die in de kolom Geur van Bijlage 1 zijn aangemerkt met een geurafstand, en waarbij door het bedrijf niet wordt voldaan aan een factor 2x van deze afstand tot de meest nabijgelegen woning buiten het plangebied, waarbij de afstand wordt gemeten tot het punt waar de gevel van deze woning volgens het geldende bestemmingsplan zou kunnen worden gebouwd. Deze regel is niet van toepassing op bestaande bedrijven;
  • h. worden gebruikt voor bedrijven van categorie 4.2 met een hogere kavelemissie dan 55 dB(A)/m2 in de nachtperiode, indien het betreft 4.2 bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
  • i. worden gebruikt voor logistieke- en transportbedrijven met een oppervlakte groter dan 3 hectare per bedrijf;
  • j. worden gebruikt voor het proefdraaien van verbrandingsmotoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - proefdraaien verbrandingsmotoren', indien het bedrijfsvloeroppervlak wat in gebruik is ten behoeve van het proefdraaien van verbrandingsmotoren groter is dan 500 m2.

Akoestisch onderzoek

  • k. Voor bedrijven waarbij op voorhand een relevante geluidstraling wordt verwacht wordt een akoestisch onderzoek uitgevoerd en indien nodig kan het college op grond hiervan maatwerkvoorschriften stellen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Algemene aanduidingsregels (artikel 12)

De regels van hoofdstuk 3 Algemene Regels van het bestemmingsplan "Bedrijvenpark H2O" van de gemeente Hattem, vastgesteld op 17 september 2018, zijn van toepassing met inbegrip van het hieronder aangegeven artikel.

Hoofdstuk 3 wordt aangevuld met een artikel 12 die als volgt luidt:

12.1 geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' mag alleen worden gebouwd indien voor de geluidbelasting vanwege het industrieterrein kan worden voldaan aan de voorkeurgrenswaarde van de Wet geluidhinder, dan wel na afgifte van een hogere waarde kan worden voldaan aan genoemde wet.

12.2 overige zone - gezoneerd industrieterrein

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' zijn geluidzoneringsplichtige inrichtingen toegestaan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in onder lid a. met maximaal 10%;
  • 3. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

Regels van het

bestemmingsplan Quantiparts Netherlands H2O 

van de gemeente Hattem.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Hattem op .....