De bijlage bij de Omgevingswet, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van overeenkomstige toepassing op dit 'TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a', tenzij daar in dit artikel van worden afgeweken.
2.1 plan
Het TAM-omgevingsplan Ierstweg 2 Hattem (Hoofdstuk 22a omgevingsplan gemeente Hattem) met identificatienummer NL.IMRO.0244.TAMOPIerstweg2-0002 van de gemeente Hattem;
2.2 TAM-omgevingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO0244.TAMOPIerstweg2-0002 met de bijbehorende regels en bijlagen;
2.3 Omgevingsplan
Omgevingsplan zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet.
2.4 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, functionele ondergeschiktheid is niet vereist
2.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
2.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
2.7 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, geen gebruiksgerichte paardenhouderij of een wormenkwekerij
2.8 agrarisch grondgebruik
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die bedrijfsmatig in gebruik zijn, daaronder ook begrepen de teelt van vruchtbomen tot een periode van maximaal 3 jaar en onderstammen met jaarlijks terugkerende opgaande teelt
2.9 agrarisch loonbedrijf
een bedrijf waarbinnen arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven
2.10 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde
2.11 bassin
een voorziening voor de opslag van mest of (percolaat)water ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten
2.12 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde
2.13 bebouwingsbeeld
de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin, die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede hoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar is georiënteerd
2.14 bebouwingspercentage
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd
2.15 (bedrijfseigen) mest- en/of organische (bij)productvergisting
de verwerking van op het bedrijf zelf geproduceerde en van andere bedrijven aangevoerde mest, waaraan eigen en/of van derden afkomstige co-substraten (bijvoorbeeld maïs) worden toegevoegd. Het digestaat (restproduct) wordt op de tot het bedrijf behorende gronden gebruikt of naar derden afgevoerd
2.16 bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf
2.17 bedrijfsmatige activiteit
een activiteit die bedrijfsmatig wordt uitgevoerd en die kan leiden tot te voorkomen en/of te beperken invloed op de omgeving, waaronder een bedrijf, een kantoor, detailhandel, dienstverlening, horeca en maatschappelijke voorzieningen
2.18 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het gezin of een daarmee gelijk te stellen samenlevingsvorm van) één persoon, wiens huisvesting daar, met het oog op de functie van het gebouw of terrein noodzakelijk is
2.19 bed & breakfast
bedrijfsmatige voorziening die gericht is op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch recreatieve activiteiten, het betreft het tegen betaling aanbieden van logies en ontbijt aan derden
2.20 beperkt kwetsbaar object
een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen
2.21 bestaand
- bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, daaronder vallen niet bouwwerken die bestaan op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het voorheen geldende omgevingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan
- bestaand gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het plan, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende omgevingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan
2.22 bestaande situatie (stikstofdepositie)
- de activiteit die is toegestaan ten tijde van het vaststellen van dit Chw omgevingsplan op grond van:
- een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet Natuurbescherming, of
- een omgevingsvergunning waarbij de toestemming op grond van artikel 2.2aa onderdeel a van het Besluit omgevingsrecht is aangehaakt, of
- indien een vergunning als bedoeld onder a ontbreekt: het feitelijke en planologisch legale gebruik
2.23 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak
2.24 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie
2.25 bijgebouw
een op zich zelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist
2.26 boerderijvergisters
vergisters waarin de mest van uitsluitend het eigen agrarisch bedrijf, al dan niet met co-vergistingsmateriaal, vergist wordt (mono- of co-vergister). Hieruit vloeit voort dat het benodigde ruimtebeslag voor deze installatie beperkt is. Bij boerderijvergisters wordt de vergisting als een onderdeel van de agrarische bedrijfsvoering beschouwd
2.27 boomteelt
de teelt van boomkwekerijgewassen, zoals laanbomen, klimplanten, rozen en buitenrozen, coniferen, sierheesters, kerstbomen, heidesoorten, bos en haagplantsoen. Hieronder niet begrepen de teelt van vruchtbomen tot een periode van maximaal 3 jaar en onderstammen met jaarlijks terugkerende opgaande teelt
2.28 bosbouw
het geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie
2.29 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk
2.30 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder
2.31 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
2.32 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel
2.33 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten
2.34 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond
2.35 cultuurgrond
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden
2.36 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt
2.37 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw
2.38 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
2.39 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting
2.40 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond
2.41 eerste verdieping:
tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen
2.42 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een woonhuis of een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw
2.43 erfbeplanting
opgaande beplanting, zijnde bomen en struiken, die een scherm vormt op of binnen de grens van een bouwperceel waarop bebouwing voorkomt of die verspreid over een dergelijk bouwperceel voorkomt, en welke beplanting mede bepalend is voor de inpassing van de betreffende bebouwing in het landschap
2.44 erker
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegende transparante uitstraling
2.45 extensief dagrecreatief medegebruik
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de functie waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, vissen, picknicken, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, niet zijnde een gebruik met paramotoren
2.46 fruitteelt
de teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen
2.47 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
2.48 gebruiksgerichte paardenhouderij
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen, alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar
2.49 geluidsbelasting
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg
2.50 geluidsgevoelige objecten
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder
2.51 geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een omgevingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld
2.52 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een bedrijfsvoering gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van vee, nader te onderscheiden in:
- land- en tuinbouw op open grond; de teelt van gewassen op open grond daaronder begrepen, uitgezonderd bosbouw, sierteelt en fruitteelt
- veehouderijbedrijf op open grond; het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel met gebruikmaking van de open grond
2.53 hobbymatig agrarisch grondgebruik
niet bedrijfsmatig agrarisch grondgebruik
2.54 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmeting dan wel gelet op de functie als belangrijkste gebouw valt aan te merken
2.55 huishouden
één of meer personen die een huishouding voert, waarbij, indien er sprake is van meerdere personen, continuïteit in de samenstelling van de bewoners is en onderlinge verbondenheid tussen de bewoners
2.56 intensief kwekerijbedrijf
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een champignonkwekerij, een witlofkwekerij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht
2.57 kamergewijze verhuur
het verschaffen van woonverblijf in één (gedeelte van een) gebouw middels één of meer wooneenheden
2.58 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, een trekkershut of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf
2.59 kampeerterrein
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf
2.60 kamperen
gebruik van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf
2.61 kantoor
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen
2.62 kas
een bouwwerk, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten
2.63 kleinschalige duurzame energiewinning en -opslag
winning en opslag van energie uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning, opslag en omzetting en waarvan de bronnen in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar zijn, zoals zon, wind, water, aard- en omgevingswarmte
2.64 kwekerijbedrijf
een bedrijf met een bedrijfsvoering die in hoofdzaak is gericht op tuinbouw, waarbij de productie geheel of gedeeltelijk in kassen en/of warenhuizen plaatsvindt
2.65 landschappelijke waarden
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied
2.66 maaiveld
het grensvlak tussen de ondergrond en de lucht
2.67 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en opvang, alsook productiegebonden detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen
2.68 meetverschil
het door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens
2.69 milieusituatie
de situatie, waarbij milieuaspecten dienen te worden beoordeeld, zoals hinder voor omwonenden, externe veiligheid en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient er bij de situering en omvang van milieubelastende functies (o.a. bedrijven) op te worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies (o.a. woningen) zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt
2.70 natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied. Onderdeel van de natuurlijke waarden vormt steeds een beoordeling van de soortbescherming op basis van de Wet natuurbescherming of de opvolger daarvan
2.71 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf
2.72 normaal agrarisch gebruik
het gebruik, dat gelet op de functie regelmatig noodzakelijk is voor een goede grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en grondgebonden agrarisch gebruik van de gronden
2.73 normaal onderhoud
het onderhoud, dat gelet op de functie regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende functie behoren
2.74 nutsvoorzieningen
voorzieningen voor algemeen nut, zoals afvalinzameling, elektriciteit, gas, (tele)communicatie en dataverkeer, openbaar vervoer en water. Het gaat hierbij om andere bouwwerken zoals antennes, bakken, borden, containers, hekken, kastjes, palen, zuilen en wat met deze bouwwerken te vergelijken is. Onder nutsvoorziening wordt ook verstaan een schakelstation, een rioolwaterzuiveringsinstallatie, een telecommunicatiestation en een transformatorstation;
2.75 ondergeschikte detailhandel
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het omgevingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft
2.76 ondergeschikte horeca
het in verband met een andere hoofdactiviteit op een perceel verstrekken van eten en drinken tegen betaling voor gebruik ter plaatse, in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het verstrekken van dat eten en drinken alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit
2.77 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand
2.78 peil
- indien op land wordt gebouwd:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de door of namens het bevoegd gezag vastgestelde hoogte;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- indien op of over het water wordt gebouwd:
- het door of namens het bevoegd gezag vastgestelde peil
2.79 permanente bewoning
het gebruik van een recreatieverblijf als hoofdverblijf, daaronder mede begrepen tijdelijke bewoning
2.80 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie
2.81 risicovolle inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het omgevingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten
2.82 sier- en boomkwekerijbedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van houtige en niet-houtige siergewassen, zoals bomen, heesters en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, of gericht op het voortbrengen van vruchtbomen, een en ander in de vorm van volle grondteelt dan wel containerteelt
2.83 silo
een bouwwerk ten behoeve van agrarische opslagdoeleinden
2.84 stacaravan
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing als bouwwerk is aan te merken
2.85 statische opslag
opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze ter plaatse bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld worden. Hieronder wordt onder andere verstaan de opslag van (antieke) auto's, boten en caravans, maar ook opslag van agrarische producten en/of stalling van agrarische machines
2.86 teeltondersteunende kassen
kassen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt ter verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen of ten behoeve van het voorkomen van schade door vorst
2.87 teeltondersteunende voorzieningen
voorzieningen (niet zijnde kassen) in, op of boven de grond, die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden, zoals hagelnetten
2.88 trekkershut
een gebouw met een eenvoudige constructie en beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten
2.89 tunnelkas
elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, die met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten
2.90 tweede woning
het gebruik van een recreatieverblijf anders dan door middel van bedrijfsmatige exploitatie, waaronder begrepen het gebruik van een recreatieverblijf door één vaste gebruiker of groep van gebruikers
2.91 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist
2.92 voorgevel
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de weg grenst, die als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(-s)
2.93 voorkeurgrenswaarde
de bij een omgevingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder
2.94 weg
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden
2.95 windturbine
een bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie
2.96 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
2.97 woningomzetting
het omzetten van een (woon)functie naar één of meer woningen of één of meer wooneenheden (voor kamergewijze verhuur) hieronder wordt tevens verstaan het omzetten van één of meer wooneenheden naar één of meer woningen
2.98 woningsplitsing
het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen
2.99 wooneenheid
een onzelfstandig gedeelte van een gebouw met een woonfunctie voor kamergewijze verhuur voor de huisvesting van één huishouden
2.100 zonnepark
een aaneengesloten gebied dat is voorzien van zonnepanelen, grondgebonden of op water