direct naar inhoud van Artikel 6 Waterstaat - Waterkering
Plan: Voermanplein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0244.bpVoermanplein-0004

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waterstaat - Waterkering ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. aanleg, onderhoud en verbetering van de waterkering;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken;
  • c. bebouwing;
  • d. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • e. voorzieningen.
6.2 Bouwregels

Op de voor ' Waterstaat - Waterkering ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. De bouwhoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
6.3 Ontheffing van de bouwregels
6.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 6.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  • b. 6.2.1 en toestaan dat de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen.
6.3.2 Afwegingskader

Een in artikel 6.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend:

  • a. indien het belang van de waterkering zich daartegen niet verzet;
  • b. nadat het bevoegde waterstaatsgezag daaromtrent is gehoord.
6.4 Aanlegvergunning
6.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het zaaien of inplanten van bomen en/of andere houtopstanden;
  • c. het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 25 m²;
  • e. het aanleggen van ligplaatsen voor vaartuigen;
  • f. het aanbrengen van drainage;
  • g. het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen en poelen;
  • h. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
6.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op stroomgeleidende werken;
  • b. noodzakelijk zijn voor het aanbrengen van rivierverlichting en bebakeningsvoorwerpen;
  • c. noodzakelijk zijn voor de opslag van materiaal voor waterstaatswerken, met dien verstande dat niet meer dan 50 m2 mag worden aangewend voor opslag;
  • d. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • e. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
6.4.3 Procedure

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een aanlegvergunning horen burgemeester en wethouders het bevoegde waterstaatsgezag.