Plan: | Uilennest Hollewand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0244.bpUilennest-0003 |
Art. 3.1.3. lid 1 sub a. van het Besluit ruimtelijke ordening geeft aan dat in de toelichting een beschrijving van de bestemmingen is opgenomen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. Onderstaand zijn de in dit bestemmingsplan opgenomen bestemmingen beschreven en is één bijzonderheid aangegeven.
Wonen – Woongebouw
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor gestapelde woningen, met de daarbijbehorende gebouwen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen.
De in het pand opgenomen parkeergarage mag alleen ter hoogte van de aanduiding 'parkeergarage' gerealiseerd worden en de in-/uitrit hiervan moet ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' gesitueerd worden, zoals ook is beschreven in hoofdstuk 2.2.
Waarde – Archeologie
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden van de gronden.
Bijzonderheid
Dit plan kent verder één noemenswaardige bijzonderheid, namelijk het volgende:
Voor een molen is voldoende vrije windvang belangrijk. Om dat belang te beschermen wordt er aan de omgeving van de molen een bouwbeperking opgelegd. Die bouwbeperking houdt in dat voordat gebouwd/verbouwd mag worden ook aan de belangen van de molen moet worden gedacht. Daarom is er een beschermingszone opgenomen rondom een molen: de molenbiotoop. Door toepassing van onderstaande formule is te berekenen hoe de obstakelhoogte van het gewenste bouwplan zich verhoudt tot de afstand tot de molen en op die manier de invloed van het obstakel op de windvang. Zo wordt het belang van het bouwplan afgewogen tot het belang van de molen.
In de formule wordt rekening gehouden met hoogteverschil in maaiveld tussen de molen en een bouwlocatie. Bij het berekenen van de maximale bouwhoogte geldt daarom de hoogte gemeten vanaf NAP als uitgangspunt.
De formule luidt als volgt: Hx = (x/n + c * z) + (Hm - Hb)
Hx de toegelaten hoogte van obstakel x is
x de afstand van obstakel x tot de molen is
n een constante (voor open gebied 140, voor ruw gebied 75, voor gesloten gebied 50)
c een constante van 0,2
z askophoogte van de molen (helft van lengte gevlucht + eventueel de hoogte van de belt, berg of stelling begripsbepalingen)
Hm de hoogte van het maaiveld van de molen boven NAP
Hb de hoogte van het maaiveld van het bouwplan. Variaties in het maaiveld en / of door ophogen of afgraven t.b.v. het bouwplan is deze waarde variabel.
Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de website: http://molenbiotoop.nl
Nabij het plangebied is molen "De Fortuin" aanwezig, waarvoor de in de afbeelding zichtbare maten van toepassing zijn:
![]() |
Schets van de hoogte van molen "De Fortuin" (zie memo SAB in bijlage). |
In de als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen memo en rekensheet is aangegeven wat de hoogte van de molen betekent voor de maximale bouwhoogte van onderhavig initiatief.
In het bestemmingsplan is een wijzigingsmogelijkheid opgenomen zodat het college de zone kan verwijderen indien de molen buiten werking treed en/of de formules wijzigen door nieuwe inzichten.
Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.