Plan: | Heerde Dorp, Brede School Heerde West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.00000406-va01 |
Wegverkeerslawaai
In de Wet geluidhinder (Wgh) zijn zones langs wegen aangegeven waarin extra aandacht besteed dient te worden aan geluidhinder. De zonebreedtes zijn zo bepaald dat buiten de zones over het algemeen geen geluidsniveaus voorkomen die hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Op grond van de Wet geluidhinder is het niet nodig 30 km/u-wegen akoestisch te beschouwen.
De gemeente Heerde is voornemens een regime van 30 km/u in te stellen rondom de school. Hiertoe wordt een plan opgesteld, om de gehele wijk als 30 km/u-zone in te richten. De uitvoering van deze inrichting is voorzien na de zomervakantie van 2011.
Het aspect geluidhinder vormt dan geen belemmering in het kader van dit bestemmingsplan.
Indirecte hinder
Onder indirecte hinder wordt verstaan de nadelige gevolgen op de omgeving door activiteiten die, hoewel plaatsvindend buiten het terrein van een inrichting (zoals komende en gaande voertuigen), aan de inrichting zijn toe te kennen. Het geluid van verkeersbewegingen van en naar de school dienen wel akoestisch herkenbaar bij de inrichting te behoren om als indirecte hinder beschouwd te worden.
In de 'Circulaire inzake geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting' wordt geadviseerd een voorkeursgrenswaarde van 50 dB (A) etmaalwaarde (globaal 48dB) en een maximale grenswaarde van 65 dB(A) etmaalwaarde (globaal 63 dB) te hanteren.
Uit het verkeersonderzoek blijkt dat de ontwikkeling van de Brede School circa 700 verkeerbewegingen per werkdag met zich mee brengt. Op basis van het SRM1 is de afstand van de 48 dB contour tot aan de weg bepaald. Hieruit blijkt dat voor de woningen op een afstand van minimaal 10 meter voldaan zal worden aan de voorkeursgrenwaarde.
Geluidsemissie van de Brede School
Naast het beoordelen van het wegverkeer is eveneens gekeken naar de geluidsemissie van de basisschool. Uit de VNG-brochure 2009 blijkt dat de afstanden tussen de beooogde nieuwe functies en de bestaande woningen in principe moeten worden gemeten vanaf de perceelsgrens van de inrichting en de dichtstbijzijnde gevels van de bestaande woningen. De minimale afstand tussen de beoogde functies (school, kinderopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en religie) en woningen moet volgens de VNG-brochure 30 meter bedragen. (De activiteiten peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang worden in de VNG-brochure niet expliciet genoemd, maar worden qua aard en invloed gelijk gesteld met een school en een kinderopvang).
In onderhavige situatie wordt niet aan de minimale eis van 30 meter tussen de grens van het schoolperceel en de gevels van de omliggende woningen voldaan. Hierbij geldt echter het volgende. De grens van het schoolperceel, met de bestemming Maatschappelijk, blijft in de nieuwe situatie in beginsel hetzelfde als in het vigerende bestemmingsplan. Op grond daarvan geldt dat de situatie wat geluidhinder betreft niet verslechterd. Dit betekent, dat het niet aannemelijk is dat als gevolg van het plan zodanige geluidhinder is te verwachten dat ten aanzien van de binnen de richtafstand van 30 meter gelegen woningen een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat zal ontstaan en dat daarom in dit geval van de in de brochure opgenomen afstand van 30 meter kan worden afgeweken.
Uit jurisprudentie blijkt bovendien, dat het acceptabel is de afstand te meten tussen de schoolbebouwing (of de plek tot waar gebouwd kan worden, i.c. het bouwvlak) en de gevel van de woning (die door de ligging van de bouwvlakken in het vigerende bestemmingsplan niet kunnen worden uitgebreid richting de school). De afstand tussen het bouwvlak in het onderhavige plan en de gevels van de bestaande woningen is overal minimaal 30 meter, behalve bij de woning aan De Pagenberg 10c.
Deze woning ligt op een kortere afstand dan 30 meter van de geprojecteerde schoolbebouwing. Voor wat betreft de afstand tussen deze woning en het nieuwe bouwvlak merken we het volgende op. In het vigerende bestemmingsplan is ten noorden van de bestaande woning op korte afstand bebouwing toegestaan ten behoeve van de bestemming Maatschappelijk. De afstand van de achtergevel van de woning tot het bouwvlak in het nieuwe plan (aan de oostkant) is ongeveer even groot als de afstand tot de bestaande schoolbebouwing aan de noordkant van de woning. De bestaande schoolbebouwing wordt bij realisatie van het nieuwe plan gesloopt. De situatie is qua geluidhinder derhalve niet wezenlijk anders dan de bestaande situatie. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Bovendien geld dat de woning in het onderhavige bestemmingsplan niet meer als woning wordt bestemd, maar onder het overgangsrecht wordt gebracht, omdat het gebruik als zodanig binnen de planperiode wordt beƫindigd, waarna de woning (op termijn) wordt gesloopt.