Plan: | Agrarisch gebied, 65e herziening (De Steeg 18-18a en De Steeg ong.) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.00000854-va02 |
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van die bodem en of deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Om hierin inzicht te krijgen dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Boluwa Ecosystems B.V. uit Hattem heeft ter plaatse een bodemonderzoek verricht. Voor de opzet van het onderzoek is uitgegaan van een onverdachte locatie op basis van de NEN 5740 norm. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 1 van deze toelichting.
Uitgevoerd zijn in totaal 16 boringen tot een variabele diepte van 0 tot 3.20 m. Geanalyseerd zijn:
Op basis van de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden, dat er in de bovengrond van MM1 en MM3 licht verhoogde gehalten PCB (som7) zijn aangetoond.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de PCB (som7) de achtergrondwaarde overschrijdt, echter de getoetste waarde betreft de rapportage grens van het laboratorium. In het schrijven van de SIKB d.d. 30-10-2008 staat:
Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat "< vereiste rapportagegrens AS 3000 " dan wel "< vereiste aantoonbaarheidsgrens AP04 " hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater voldoet aan de van toepassing zijnde normen uit de Regeling bodemkwaliteit.
Op basis hiervan mag worden gesteld dat er geen verontreinigingen met PCB's zijn vastgesteld.
In de ondergrond van MM2 en MM4 zijn licht verhoogde gehalten PCB (som7) aangetoond. Als verklaring voor het verhoogde gehalte PCB's (som 7): zie bovengrond
In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten barium en dichl. ethenen aangetoond. Het aangetroffen verhoogde gehalte barium is waarschijnlijk van natuurlijke oorsprong. Zware metalen kunnen van nature in de ondergrond aanwezig zijn. In de loop der jaren zijn deze metalen uitgespoeld naar het grondwater.
De resultaten van het onderzoek laten tevens zien dat het gehalte dichloorethenen (som cis+trans) de streefwaarde overschrijdt, echter de getoetste waarde betreft de rapportage grens van het laboratorium. In het schrijven van de SIKB d.d. 30-10-2008 staat:
Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat "< vereiste rapportagegrens AS 3000 " dan wel "< vereiste aantoonbaarheidsgrens AP04 " hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater voldoet aan de van toepassing zijnde normen uit de Regeling bodemkwaliteit.
Op basis hiervan mag worden gesteld dat er geen verontreinigingen met dichloorethenen zijn vastgesteld.
De resultaten van het verkennend bodemonderzoek geven geen milieuhygiënische belemmeringen voor de aankoop van hét perceel, het wijzigen van de bestemming van het perceel en voor het verkrijgen van een bouwvergunning op de betreffende locatie.