direct naar inhoud van 3.9 Externe veiligheid
Plan: Bos en Natuurgebied, 47e herziening, Total Tankstation, Kolthoorn Rijksweg A50
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000855-VA01

3.9 Externe veiligheid

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in een inrichting tot een aanvaardbaar minimum te beperken. In het kader van dit plan moet derhalve het Besluit externe veiligheid inrichtingen in acht worden genomen.

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor.

Inrichtingen

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbare minimum beperkt te worden beperkt. Daartoe zijn in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) regels gesteld. Bij het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan dient onderzocht te worden:

  • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgevonden risico;
  • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Het project betreft de herinrichting van een risicovolle inrichting en daarom moet op dit risico getoetst worden ten aanzien van omliggende functies.

Aangezien de dichtstbijzijnde woning op 165 meter ligt en dus buiten de toetsafstand en de 115 meter cirkel om het vulpunt binnen de bij de verzorgingsplaats behorende begrenzing blijft is een toets op het groepsrisico niet noodzakelijk.

Buisleidingen

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zicht geen aardgastransportleidingen. Er hoeft dus geen rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van leidingen bij de realisering van het bedrijf.

Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor

De routering gevaarlijke stoffen wordt sinds 1 augustus 1996 geregeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs). Als verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen daarvoor rijks-, provinciale en gemeentewegen worden aangewezen. Op basis van artikel 16 van deze wet is de gemeenteraad bevoegd wegen of weggedeelten aan te wijzen waarvoor een routeplicht geldt. Deze route dient echter aan te sluiten op de route, die in dat kader door het rijk en provincie is vastgesteld. Het plangebied ligt aansluitend aan de bestaande Route gevaarlijke stoffen en is zelf een gebruiker vanwege de aanlevering van brandstoffen en LPG. Aangezien de doorleveringscapaciteit van de inrichting niet veranderd, speelt dit aspect hier geen rol.

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan het voorliggende verzoek.