direct naar inhoud van Artikel 15 Waarde - Beschermwaardige houtopstand
Plan: Bedrijventerrein Wapenveld Noord
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.760BPBWNBDRIJVNTRN-ON01

Artikel 15 Waarde - Beschermwaardige houtopstand

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermwaardige houtopstand' aangewezen gronden zijn, behalve de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor beschermwaardig houtopstand.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Een op grond van de andere daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar nieuw gebouw, of de uitbreiding van een bestaand gebouw, mag niet worden gebouwd.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Een op grond van de andere daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar nieuw bouwwerk, geen gebouw zijnde, of de uitbreiding van een bestaand bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet worden gebouwd.

15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het bevestigen van voorwerpen aan of in de boom;
  • b. het plaatsen van schaftketens, toiletten, betonmolens of andere voertuigen, machines, bouwsels of (bouw)materialen in de directe nabijheid van de waardevolle boombeplanting.
15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige beschermwaardige bomen, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 15.3.1 sub a en b in die zin dat het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig deze regels wordt toegestaan, mits:
  • b. vooraf een boomdeskundig advies wordt ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken;
  • c. deze werken geen ernstige gevolgen hebben voor de levensvatbaarheid, de ruimtelijke, ecologische en monumentale betekenis van de beschermwaardige bomen.
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ophogen en afgraven van gronden;
  • b. het aanbrengen van verhardingen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het kappen van bomen en snoeien van takken en wortels.
15.5.2 Uitzonderingen

De in lid 15.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. in het kader van het normale beheer, onderhoud en exploitatie;
  • b. waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
  • d. als bedoeld in lid 15.5.1 sub a, voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
  • e. als bedoeld in lid 15.5.1 sub c, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist.
15.5.3 Afwegingskader

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige aantasting van de beschermwaardige bomen plaatsvindt, mits:
    • 1. vooraf een boomdeskundig advies wordt ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken.